Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Harlingen - Het Oosterpark
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0072.Oosterpark-VA01

Artikel 8 Groen

8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. groenvoorzieningen;
  2. paden; 
  3. waterlopen;
  4. speelvoorzieningen;
  5. een voetbalkooi, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'sportveld';
  6. een cafetaria, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - cafetaria';
  7. een bergbezinkbassin, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bergbezinkbassin';

    met de daarbijbehorende: 
  8. wegen en straten;
  9. bermen en beplanting;
  10. tuinen en erven;
  11. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
8.2 Bouwregels
8.2.1 Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: 
  1. op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd;
  2. in afwijking van het gestelde in artikel 8 lid 2.1 sub a is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - cafetaria' één cafetaria toegestaan, met dien verstande dat:
    1. de oppervlakte van de cafetaria  ten hoog­ste 30 m2 zal bedragen; 
    2. de bouwhoogte van de cafetaria ten hoogste 3 meter zal be­dra­gen.
8.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 5 meter mag bedragen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bergbezinkbassin' de bouwhoogte boven het maaiveld maximaal 1 meter bedraagt.
8.3 Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
  1. een samenhangend bebouwingsbeeld;
  2. een goede milieusituatie;
  3. de verkeersveiligheid;
  4. de sociale veiligheid;
  5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
8.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 8 lid 2.2 en toestaan dat bouwwer­ken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van bergbezinkbassins wor­den gebouwd, met dien verstande dat de omgevingsvergunning uitslui­tend wordt verleend indien:
  1. de bassins voor het grootste deel onder het maai­veld worden gebouwd;
  2. de bouwhoogte van de zich boven het maai­veld bevindende delen van de bassins maximaal 1 meter be­draagt.