direct naar inhoud van 5.31 Wonen - voormalige boerderijpanden
Plan: Buitengebied 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0070.BPBUITENGEBIED2013-VAS2

5.31 Wonen - voormalige boerderijpanden

5.31.1 Toelichting bestemmingen

In paragraaf 5.2 Toelichting bestemmingen zijn de onderdelen waaruit een bestemming bestaat, toegelicht en in paragraaf 5.1 Algemene uitgangspunten zijn de algemene uitgangspunten die voor het gehele buitengebied gelden, weergegeven.

5.31.2 Algemeen uitgangspunt

Het algemene uitgangspunt is beschreven onder de bestemming Wonen - 1 in paragraaf 5.28.2 Algemeen uitgangspunt.

5.31.3 Bestemmingsomschrijving

De bestemmingsomschrijving is beschreven onder de bestemming Wonen - 1 in paragraaf 5.28.3 Bestemmingsbeschrijving. Specifiek in de bestemmingsomschrijving is aangegeven dat de bestemming gericht is op het behoud van voormalige boerderijpanden. De oppervlaktes van deze panden zijn groter dan bij de 'reguliere' woonbestemmingen en passen daarom niet binnen deze bestemmingen. Tevens is het wenselijk de cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten van de panden te behouden.

Een aantal specifieke bestaande functies passen niet binnen de bestemming en zijn daarom aangeduid zodat ze wel mogelijk zijn.

Het hobbymatig houden van dieren is toegestaan net zoals andere hobby's uitgevoerd mogen worden.

 
5.31.4 Bouwregels

De algemene toelichting op de bouwregels is opgenomen in de bestemming Wonen - 1 in paragraaf 5.28.4 Bouwregels.

De voormalige boerderijen zijn specifiek bestemd als "Wonen - Voormalige boerderijpanden". In de bouwregels is aangegeven wat er binnen het bestemmingsvlak gebouwd mag worden (zie artikel 32.2 Bouwregels). Er is een strak bouwvlak om de hoofdvorm van het voormalige boerderijpand gelegd. Het hoofdgebouw moet binnen het bouwvlak gerealiseerd worden. Hiermee is de ligging en de oppervlakte van het hoofdgebouw vastgelegd. De goothoogte en dakhelling van een voormalig boerderijpand is ten minste en ten hoogste de bestaande goothoogte en dakhelling. De karakteristiek van deze woonhuizen wordt hiermee beschermd.

5.31.5 Afwijken van de bouwregels

De afwijkingsmogelijkheden van de bouwregels is toegelicht in paragraaf 5.28.5 Afwijken van de bouwregels.

Artikel 32.3.1 Ondergeschikte functie

In deze bestemming is de afwijkingsmogelijkheid opgenomen om een tweede tak toe te staan in de vorm van een ondergeschikte functie. De mogelijke functies zijn toegelicht in paragraaf 5.3.5 Afwijken van de bouwregels. Er zijn wel voorwaarden aan verbonden. De oppervlakte die hier aan besteed mag worden, is beperkt. Er zijn tevens gebruiksvoorwaarden opgenomen (zie paragraaf 5.31.6 Afwijken van de gebruiksregels).

Artikel 32.3.2 Bouwen buiten bouwvlak

Het kan wenselijk zijn dat het hoofdgebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, als gevolg van een kleine uitbreiding of omdat dit een verbetering betekent voor het woon- en leefklimaat van de bewoners of de omgeving. Er mag echter geen wijziging optreden in de bestaande hoofdvorm van het hoofdgebouw en de bestaande nokrichting moet worden aangehouden.

Artikel 32.3.3 Afwijken bestaande maatvoering 1

Artikel 32.3.4 Afwijken bestaande maatvoering 2

Het kan vanuit architectonisch oogpunt of vanuit bouwtechnische redenen wenselijk zijn dat wordt afgeweken van de maatvoeringen van een voormalig boerderijpand. Dit kan worden toegestaan met een omgevingsvergunning. Hieraan zijn voorwaarden verbonden.

Artikel 32.3.6 Vergroten oppervlakte aan- of uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Het kan wenselijk zijn om de oppervlakte van aan- of uitbouwen en dergelijke te vergroten. Met een omgevingsvergunning kan dit worden toegestaan tot maximaal 10% van de oppervlakte van het erf. Hieraan zijn voorwaarden verbonden.

Artikel 32.3.7 Saneringsregeling aan- en uitbouwen bijgebouwen en overkappingen 1

Artikel 32.3.8 Saneringsregeling aan- en uitbouwen bijgebouwen en overkappingen 2

Specifiek voor deze bestemming is een afwijking van de bouwregels opgenomen voor het compenseren van het afbreken van beeldverstorende bebouwing bij woningen. Bij vervanging van de bijgebouwen kan dan gebruik worden gemaakt van een saneringsregeling, waarbij de bijgebouwen op het perceel eenmalig mogen worden vernieuwd. Indien tussen de 250 m2 en 500 m² aan bijgebouwen aanwezig is, mag tot een maximum van 50% van het oppervlak boven de 250 m² worden teruggebouwd. Indien meer dan 500 m² aan bijgebouwen aanwezig is, mag tot een maximum van 20% van het oppervlak boven de 500 m² worden teruggebouwd. De toepassing van deze regeling heeft tot doel te stimuleren dat oude voormalige agrarische bedrijfsbebouwing wordt opgeruimd en er een afname van de bestaande hoeveelheid aan bebouwing plaatsvindt. Tevens geldt dat er een verbetering van het aanzicht en/of landschappelijke inpassing plaatsvindt.

Artikel 32.3.9 Trekkershutten

Ten behoeve van het stimuleren van toerisme (zie paragraaf 5.46.2.6 Klein kamperen) kunnen met een omgevingsvergunning maximaal 10 trekkershutten binnen de bestemming worden toegestaan. Hieraan zijn voorwaarden verbonden.

Artikel 32.3.10 Paardrijbakken

Er is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen om paardrijbakken toe te staan. Dit is toegelicht in paragraaf 5.46.1 Paardrijbakken.

5.31.6 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 32.5.1 Ondergeschikte functie

Naast de voorwaarden ten aanzien van het afwijken van de bouwregels, gelden ook nog een aantal voorwaarden ten aanzien van het gebruik bij een ondergeschikte functie.

Artikel 32.5 Afwijken van de gebruiksregels (tweede takken)

Naast de tweede takken als ondergeschikte functie is Klein kamperen en (Mantel)zorg toegestaan en daarnaast Paardrijbakken. Klein kamperen en (mantel)zorg zijn toegelicht in paragraaf 5.46.2 Tweede takken en paardrijbakken in paragraaf 5.46.1 Paardrijbakken. Productiegebonden detailhandel is niet toegestaan.

5.31.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden

Het (gedeeltelijk) slopen van het voormalig boerderijpand is alleen mogelijk met een omgevingsvergunning wanneer de bouwtechnische kwaliteit dusdanig slecht is dat het pand niet meer (her)gebruikt kan worden of als het gaat om delen van het pand die niet waardevol zijn en bij sloop van die delen de karakteristiek van het pand niet wordt aangetast. Op deze manier wordt behoud van het karakteristieke boerderijpand beschermd (zie ook paragraaf 4.11 Cultuurhistorie).

5.31.8 Wijzigingsbevoegdheden

Artikel 32.7.1 Woningsplitsing

Bepaalde boerderijpanden kunnen gezien hun omvang in aanmerking komen voor woningsplitsing. Op deze wijze blijft het mogelijk om (monumentale) boerderijpanden in stand te houden. Er is daarom een wijzigingsmogelijkheid opgenomen voor het gebruik van een woonhuis voor meer dan één woning. gekregen. Door middel van het toestaan van meerdere woningen in een dergelijk pand, kunnen de landschappelijke en/of cultuurhistorische waarden van het pand worden behouden. Er is een minimale maat opgenomen voor toepassing hiervan. Deze minimale omvang voorkomt dat aanvullende bebouwing nodig is. Daarnaast moet de nieuwe woning opgenomen zijn in een door GS geaccordeerd woningbouwprogramma. De nieuwe woning moet passen binnen het volkshuisvestingsbeleid van de gemeente vastgelegd in de 'Regiovisie Volkshuisvesting regiogemeenten Noordwest Friesland'.

Artikel 32.7.2 Wijzigen met compensatie

Bij voormalige woonboerderijen kan het voorkomen dat er nog een grote oppervlakte aan beeldverstorende (bedrijfs)bebouwing aanwezig is. Om te stimuleren dat dit wordt afgebroken is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om een woning te realiseren bij voldoende sanering van beeldverstorende bebouwing. De regeling wordt toegelicht in paragraaf 5.47 Wijzigingsbevoegdheid functieverandering (meerdere bestemmingen).

Artikel 32.7.3 Wijzigen naar agrarisch

Artikel 32.7.4 Wijziging naar gebruiksgerichte paardenhouderij

Er kan zich de mogelijkheid voordoen dat het perceel weer in gebruik wordt genomen als agrarisch bedrijf of gebruiksgerichte paardenhouderij. Hiervoor zijn wijzigingsbevoegdheden opgenomen.