direct naar inhoud van 4.11 Cultuurhistorie
Plan: Buitengebied 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0070.BPBUITENGEBIED2013-VAS2

4.11 Cultuurhistorie

4.11.1 Normstelling en beleid

Op basis van het Besluit ruimtelijke ordening moet in bestemmingsplannen aandacht worden besteed aan cultuurhistorie. Cultuurhistorisch waardevolle elementen moeten in het bestemmingsplan worden beschermd.

4.11.2 Toetsing en uitgangspunten bestemmingsplan

Met dit bestemmingsplan wordt op verschillende manieren rekening gehouden met de aanwezige cultuurhistorische waarden. Het gaat om dijklichamen zoals de Slachtedyk, kanalen en watergangen, herkenbare kruinige percelen, terpen, enkele grachten, dobben, karakteristieke panden, waardevolle (erf)beplanting, waardevolle dorpsaanzichten en het karakteristieke slotenpatroon. In paragraaf 5.1.4 Ruimtelijke kwaliteit wordt hier nader op ingegaan.

In deze paragraaf wordt ingegaan op de karakteristieke panden en objecten in het bestemmingsplan Buitengebied.

In het buitengebied van de gemeente Franekeradeel liggen diverse panden en objecten die zijn aangewezen als Rijksmonument (36 in totaal). Er zijn geen gemeentelijke monumenten. De gemeentelijke Erfgoedverordening is hierop ingericht. De bescherming van Rijksmonumenten wordt niet in het bestemmingsplan geregeld. De Rijksmonumenten worden namelijk via nationale wetgeving beschermd.

Het Steunpunt Monumentenzorg Fryslân heeft een inventarisatie gemaakt. De geïnventariseerde objecten zijn in meer of mindere mate aan te merken als karakteristiek. Alle objecten zouden vanuit dat oogpunt dan ook beschermd kunnen worden in het bestemmingsplan (ongeveer 95 stuks). Gekozen is om de objecten die een score van 15 punten en meer hebben aan te wijzen als karakteristiek. Het overzicht is opgenomen in de Bijlagen bij de toelichting. Daarnaast wordt de hoofdvorm van alle karakteristieke woonboerderijen en woonhuizen beschermd ook als deze minder dan 15 punten scoren. Op deze manier wordt de landschappelijke en cultuurhistorische waarde van deze objecten behouden. De instandhouding van de bestaande karakteristieke waarden van deze gebouwen (architectonisch beeldwaarde) wordt niet nagestreefd bij de panden met minder dan 15 punten, maar dus wel bij de panden met meer dan 15 punten.

De karakteristiek van de gekozen objecten wordt als volgt beschermd. De hoofdvorm van de boerderijen of woonhuizen is vastgelegd met een strak bouwvlak of een specifieke aanduiding. De karakteristiek van gebouwen wordt beschermd met een aanduiding. De karakteristiek van deze panden wordt tevens beschermd doordat de goothoogte en dakhelling ten minste en ten hoogste de bestaande goothoogte en dakhelling moet zijn. Tevens is sloop van (delen van de) karakteristieke boerderijen alleen mogelijk met een Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden. De omgevingsvergunning zal alleen worden verleend als de bouwtechnische kwaliteit van de karakteristieke boerderij dusdanig slecht is dat de boerderij niet meer (her)gebruikt kan worden of als het gaat om delen van de boerderij die niet waardevol zijn en bij sloop van die delen de karakteristiek van de boerderij niet wordt aangetast. Hiermee wordt voorkomen dat karakteristieke boerderijen worden gesloopt.

Vergunningsvrije bouwwerken mogen niet aan het bestemmingsplan worden getoetst. Ook vindt bij vergunningsvrije bouwwerken geen welstandstoetsing plaats. Het opnemen van een beschermende regeling in het bestemmingsplan voorkomt dus niet dat karakteristieke panden of objecten aangetast kunnen worden als gevolg van vergunningsvrije bouwwerken.