direct naar inhoud van 4.2 Bodem
Plan: Grou-Meinga 2, Herziening schoolgebouw Grou
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0055.BPGrouSchool-OH01

4.2 Bodem

In het kader van de onderzoeksplicht van artikel 3.1.6 Bro dient onder andere de bodemgesteldheid in het plangebied in beeld gebracht te worden. Onderzocht moet worden of de bodem verontreinigd is en wat voor gevolgen een eventuele bodemverontreiniging heeft voor de uitvoerbaarheid van het plan. Een nieuwe bestemming mag pas worden opgenomen als is aangetoond dat de bodem geschikt (of geschikt te maken) is voor de nieuwe of aangepaste bestemming. Wanneer (een deel van) de bodem in het plangebied verontreinigd is moet worden aangetoond dat het bestemmingsplan, rekening houdt met de kosten van sanering, financieel uitvoerbaar is.

Indien er sprake is van bouwactiviteiten is ook in het kader van de bouwvergunning onderzoek naar de kwaliteit van de bodem nodig. In de praktijk worden deze onderzoeken vaak gecombineerd.

Voor de realisatie van het nieuwe schoolgebouw is door Oranjewoud in 2005 een verkennend bodemonderzoek (zie Bijlage 2) uitgevoerd. Het bodemonderzoek heeft als doel inzicht te krijgen in de milieuhygiënische kwaliteit van de grond en het bodemwater.

Grond
Uit de analyseresultaten blijkt dat in de bovengrond en de ondergrond geen verhoogde gehalten aan onderzochte parameters zijn aangetroffen. Daarnaast zijn bij de terreininspectie geen asbestverdachte materialen waargenomen.

Grondwater
Het grondwater ter plaatse van de onderzochte locatie bevat plaatselijk een licht verhoogde concentratie aan xylenen of chroom. Er zijn verder geen verdachte concentraties aangetroffen.

Conclusie
De onderzoeksresultaten geven geen aanleiding tot het uitvoeren van verdere vervolgonderzoeken of sanerende maatregelen. De tussenwaarde voor het verrichten van nader onderzoek wordt namelijk niet overschreden. Op basis van het onderzoek worden geen risico's verwacht voor de volksgezondheid en of het milieu. Tevens vormen de resultaten geen milieuhygiënische belemmering voor de voorgenomen ontwikkeling van de locatie.

Grondwateronderzoek
Naast het verkennende bodemonderzoek uit 2005 is door DHV in 2007 nog een grondwateronderzoek uitgevoerd (zie Bijlage 3) in verband met de aanwezigheid van het voormalige openluchtzwembad van Grou. Aanleiding voor het onderzoek was de constatering van een lek in het zwembad. Om te kunnen beoordelen of dit lek gevolgen heeft gehad op de milieuhygienische kwaliteit van de bodem is het onderzoek uitgevoerd. Uit het onderzoek blijkt dat zowel bovenstrooms als benedenstrooms geen indicaties zijn aangetroffen die duiden op een verontreiniging van het grondwater. Geconcludeerd kan dan ook worden dat het lek in het openluchtzwembad geen nadelige invloed heeft gehad op de kwaliteit van de bodem rondom de locatie van het voormalige openluchtzwembad.