Grou-Meinga 2, Herziening schoolgebouw Grou

4.1 Archeologie en cultuurhistorie

Sinds 2007 is in Nederland de Wet op de archeologische monumentenzorg van kracht, die de volledige implementatie van het Verdrag van Malta (1992) in de Monumentenwet (1988) betekent. De Nederlandse overheid heeft zich er met de ondertekening van het Verdrag van Malta toe verplicht bij ruimtelijke plannen rekening te houden met het archeologische 'bodemarchief'. De Monumentenwet heeft derhalve als doel de bescherming van het 'bodemarchief'. Het is daarom van belang om in beeld te krijgen welke archeologische waarden in het plangebied aanwezig zijn.

afbeelding - uitsnede van de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (bron: kich.nl)

Om inzicht te verkrijgen welke verwachtingswaarden in het plangebied aanwezig zijn wordt gebruik gemaakt van de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW). Op de IKAW staan gebieden aangegeven waar de kans op aantreffen van (nog onbekende) vindplaatsen hoog, middelhoog of laag is. Op de IKAW is het plangebied gelegen in een gebied met een middelhoge archeologische trefkans. Omdat de verwachting voor het aantreffen van archeologische waarden middelhoog is dient in het kader van dit bestemmingsplan een archeologisch onderzoek uitgevoerd te worden.

Door het Archeologisch onderzoeks- en adviesbureau De Steekproef en Oranjewoud is een bureauonderzoek gedaan ter plaatse van het plangebied (zie Bijlage 1). Uit het onderzoek blijkt dat de kans op onverstoorde archeologische grondsporen zeer klein is. Op basis van de huidige staat van kennis zijn beschermende en/of beperkende maatregelen niet wetenschappelijk verdedigbaar. De Steekproef concludeert dan ook dat archeologisch vervolgonderzoek niet noodzakelijk is.
Wel wordt er op gewezen dat indien bij de uitvoering van de werkzaamheden onverhoopt archeologische grondsporen worden aangetroffen en/of vondsten worden gedaan hier volgens de Monumentenwet melding van gedaan dient te worden bij de gemeente Boarnsterhim.

In het plangebied zijn geen cultuurhistorisch waardevolle gebouwen aanwezig die ten behoeve van de voorgenomen realisatie van de woningen dienen te verdwijnen.
Het aspect archeologie en cultuurhistorie vormt derhalve geen belemmering voor de ontwikkeling van het voorgenomen plan.