direct naar inhoud van 3.3 Gemeentelijk beleid
Plan: Hippisch Recreatiepark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0037.BP0902-vs01

3.3 Gemeentelijk beleid

3.3.1 Bestemmingsplan Buitengebied Stadskanaal 1990, met herzieningen in 1991 en 1998 en Bestemmingsplan Landelijk Gebied

Op de gronden waar het hippisch recreatiepark is geprojecteerd rustte op basis van het bestemmingsplan “Buitengebied Stadskanaal 1998” de bestemming “Agrarische doeleinden”. Dit maakt een wijziging van het bestemmingsplan ten behoeve van het recreatiepark noodzakelijk.

afbeelding "i_NL.IMRO.0037.BP0902-vs01_0006.png" Figuur 6: Bestemmingsplan Landelijk Gebied. (Het plangebied is zwart gemarkeerd.)

De gemeente heeft recentelijk het “Bestemmingsplan Landelijk Gebied” in procedure gebracht. Dit bestemmingsplan is op 23 maart 2009 vastgesteld door de raad en is op 28 januari 2010 in werking getreden.

In dit bestemmingsplan zijn de gronden bestemd voor agrarisch gebruik. Voor de gronden, die nu deel uitmaken van het voorliggende bestemmingsplan, is in “Bestemmingsplan Landelijk Gebied” al een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de bestemming van de grond om te zetten naar een Hippisch Recreatiepark met een recreatieplas en de daarbij behorende dagrecreatieve voorzieningen.

De realisering van het Hippisch Recreatiepark binnen de termen van de opgenomen wijzigingsbevoegdheid in het “Bestemmingsplan Landelijk Gebied” is niet geheel mogelijk. Daarom is besloten om een afzonderlijke procedure te voeren ten behoeve van het voorliggende initiatief.

3.3.2 Structuurplaan 1998

Voor het gemeentelijke grondgebied van Stadskanaal is in 1998 een structuurplan opgesteld (De gemeente van straks: Stadskanaal in 2010). De gemeente geeft in dit plan met name aan de toeristisch-recreatieve infrastructuur te willen verbeteren. De inhoud van het structuurplan is reeds beschreven in paragraaf 3.1.3. Kortheidshalve wordt hier verwezen naar de inhoud van deze paragraaf.

3.3.3 Permanente bewoning

De gemeente Stadskanaal heeft geen beleid om permanente bewoning van recreatiewoningen tegen te gaan. De praktijk heeft uitgewezen dat dit verschijnsel binnen de gemeente niet voorkomt. Het opstellen van beleid is tot op heden dan ook niet nodig geoordeeld. In dit bestemmingsplan wordt vastgelegd dat permanente bewoning van de recreatiewoningen is uitgesloten en dat een bedrijfsmatige exploitatie van de woningen verplicht is. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om los van het bestemmingsplan overeenkomsten af te sluiten tussen de gemeente en de recreatieondernemer en tussen de recreatieondernemer en de koper van de woning waarmee permanente bewoning wordt tegengegaan.

3.3.4 Recreatie en Toerisme

De gemeente geeft in dit structuurplan (zie paragraaf 3.3.2) aan de toeristisch-recreatieve infrastructuur te willen verbeteren. Met name de groene zones rondom Stadskanaal en het Veendam-Musselkanaal worden geschikt geacht voor de ontwikkeling van deze infrastructuur. In het gebied Pagedal-Vledderbos wil de gemeente de mogelijkheden voor bestaande en dagrecreatieve voorzieningen verruimen.

Op de structuurplankaart zijn tussen Stadskanaal en Onstwedde landschappelijke recreatieve zones aangewezen. Hier wordt de ontwikkeling van natuur, landschap en recreatie voorgestaan. Beperkingen voor agrarische bedrijven binnen deze zones zijn reeds aanwezig in de vorm van burgerwoningen, de EHS en natuurgebieden. Het structuurplan geeft een opsomming van mogelijke ingrepen binnen de landschappelijke recreatieve zones. In de opsomming worden onder andere de aanleg van nieuwe wandel- fiets-, kano- en ruiterroutes genoemd, maar ook maneges met verblijfsaccommodatie, realisatie van elk-weervoorzieningen, huifkar- en fietsenverhuur, uitbreiding van verblijfsrecreatie alsmede een uitbreiding en versterking van de samenhang tussen bestaande dagrecreatieve voorzieningen. In het nieuwe bestemmingsplan Landelijk gebied zullen de landschappelijke recreatieve zones uit het streekplan worden aangeduid als landschappelijke recreatieve ontwikkelingszones.

Grootschalige verblijfsrecreatie en dagattracties worden volgens het structuurplan alleen toegestaan binnen de landschappelijke recreatieve zones op locaties die aansluiten bij de bebouwde gebieden of de bestaande infrastructuur. Nieuwe initiatieven moeten zorgvuldig worden getoetst aan landschappelijke waarden, ontsluitingsmogelijkheden, verkeersintensiteiten, milieuhygiënische randvoorwaarden en agrarische belangen. Deze nieuwvestigingen dienen in beginsel te worden gesitueerd buiten de gebieden die deel uitmaken van de EHS.

3.3.5 Natuur

In het structuurplan 1998 is het plangebied onder andere aangewezen als een zone waar multifunctioneel bos tot ontwikkeling zou kunnen worden gebracht. Een voorwaarde die in het structuurplan aan bosaanleg wordt gesteld is dat deze een duidelijke meerwaarde moet hebben voor het recreatie-, het natuur-, het plattelands- of het milieubeleid. Binnen het gebied tussen Stadskanaal en Onstwedde zijn voldoende andere gebieden aangewezen om bos te realiseren.

afbeelding "i_NL.IMRO.0037.BP0902-vs01_0007.png" Figuur 7: Structuurplan

In het gebied ten noorden van Ter Maars ligt een natuurgebied (de Vledderstukken) dat door de gemeente is aangeduid als een voor verzuring gevoelig gebied. Dit natuurgebied geniet dan ook op dit punt extra bescherming. Hetzelfde geldt voor de bosschages langs het Oude Kerkepad ten noorden van het Pagediep. Ook deze gebieden zijn aangeduid als voor verzuring gevoelige gebieden.