direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal beleid
Plan: Hippisch Recreatiepark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0037.BP0902-vs01

3.2 Provinciaal beleid

3.2.1 Provinciaal Omgevingsplan Groningen

Het nieuwe Provinciaal Omgevingsplan (POP) voor de periode 2009 – 2013 is op 17 juni door Provinciale Staten vastgesteld. Het POP is grotendeels een voortzetting van het bestaande beleid. De provincie verandert bijvoorbeeld niets aan de concentratie van windturbines in een drietal parken. Op deze manier wil de provincie het landschap beschermen. Voor een aantal onderwerpen is nieuw beleid ontwikkeld. Zo is het beleid rondom het onderdeel duisternis, een belangrijke kernkarakteristiek van de provincie, aangescherpt.

3.2.2 Recreatie en Toerisme

De provincie richt in het omgevingsplan haar aandacht vooral op cultuurtoerisme, natuur en landschap, stad en ommelanden, plattelandstoerisme, vaartoerisme, routegebonden recreatie (fietsen, wandelen, toervaart en kano), dagtoerisme, verblijfstoerisme en de professionalisering, de kwaliteitsverbetering en de promotie van recreatie en toerisme. Doel is in te spelen op voortdurend veranderende trends en ontwikkelingen binnen de toeristische sector. Dit moet resulteren in extra werkgelegenheid en inkomsten.

Voor de regio "de Veenkoloniën" waarin Stadskanaal is gelegen, wordt er naar gestreefd om het potentieel van dit gebied beter te benutten. De centrumpositie van Stadskanaal moet worden versterkt, er dient een aantrekkelijker woonklimaat in het gebied te worden gerealiseerd, de introductie van nieuwe economische dragers moet mogelijk worden gemaakt en het toeristisch profiel in de regio moet worden versterkt.

De provincie Groningen spreekt uit dat nieuwe recreatieparken mogen worden ontwikkeld, mits dit niet strijdig is met het beleid en regelgeving voor natuur en landschap of ruimtelijke beleid. Nieuwe parken dienen bij voorkeur te worden gesitueerd in toeristisch aantrekkelijke gebieden, zodat die een extra impuls krijgen. Daarnaast is een goede landschappelijke inpassing van deze parken noodzakelijk.

3.2.3 Natuur

In het POP wordt de nadruk gelegd op de EHS. Voor natuur die buiten de EHS is gelegen wordt minimaal gestreefd naar een basiskwaliteit van natuur en landschap. Bij ingrepen in deze gebieden geldt dat rekening zal moeten worden gehouden met de aanwezige waarden van natuur, landschap en cultuurhistorie. Deze gebieden worden aangeduid als “overige natuur”.

Van groot belang voor de landschapontwikkeling vanhet gebied waarin het recreatiepark is gepland is de ontwikkelingsschets Veenkolonieën-Zuid die de provincie is samenwerking met de gemeenten Stadskanaal en Vlagtwedde en het Waterschap Hunze en Aa's heeft opgesteld.

Het gebied waar deze ontwikkelingsschets betrekking op heeft omvat het gebied oostelijk van Stadskanaal, tussen de plaatsen Stadskanaal, Onstwedde en Ter Apel. Het Mussel Aa kanaal vormt de oostgrens en het dal van het Pagediep is de noordgrens. Het gebied is een mix van grootschalig open veenkoloniale landbouwgebieden en kleinschalige, meer besloten beekdalen. Kernkwaliteiten zijn de veenkoloniale kanalen en wijken, de grootschalige openheid, de cultuurhistorisch waardevolle nederzettingen in combinatie met de beslotenheid van de bewoningslinten en de beekdalen. De landbouw is hier de belangrijkste economische functie in het buitengebied. Daarnaast moet het gebied het economisch hebben van het stedelijk centrum Stadskanaal en het bedrijvenpark Zuid-Groningen. Het gebied ligt in de luwte van de belangrijkste nationale stedelijke netwerken en verkeersassen.

In opdracht van de provincie heeft bureau Bosch Slabbers in het kader van deze ontwikkelingsschets speciaal voor het Pagedal een landschapsvisie gemaakt. In deze visie worden de landschappelijke randvoorwaarden en de ontwikkelingsmogelijkheden in het Pagedal vastgelegd. Deze uitwerking - de Visie Pagedal - is nog niet vastgesteld, maar is mede richtinggevend voor het voorliggende bestemmingsplan en het op te stellen inrichtingsplan.
Deze visie borduurt voort op de oude bestaande noordzuid gerichte verkavelingsstructuur, die het gebied kenmerkt waarin het Hippisch recreatiepark komt te liggen . Het ontworpen beeld bestaat uit een reeks langgerekte noordzuid gerichte groene kamers waarin de bebouwing is gesitueerd.

In 2009 is gestart met het opstellen van deze ontwikkelingsvisie. Een van de projecten die in deze visie passen is de landschappelijk inrichting van het geplande Hippisch recreatiepark.

3.2.4 Zandwinning

De provincie Groningen heeft haar ontgrondingenbeleid neergelegd in het document met de titel “Zand in balans (1998)” en de subtitel “Bouwstenen voor een evenwichtig ontgrondingenbeleid”. De provincie Groningen kent het systeem van centrale winningen. Hierbij zijn locaties aangewezen waaruit de behoefte aan zand moet kunnen worden voldaan. De verwachting wordt uitgesproken dat de centrale winplaatsen de komende jaren in de reguliere zandbehoefte kunnen voorzien. Deze voorspelling die is uitgesproken in 1998 blijkt goed te kloppen. In het beleid is ook ruimte gegeven voor het uitvoeren van zogenaamde secundaire winningen. Het betreft hier winningen, die het gevolg zijn van maatschappelijk gewenste ontwikkelingen, zoals het uitvoeren van recreatie- en natuurprojecten.

Ook in het nieuwe POP wordt ruimte gegeven voor combinaties van zand- of kleiwinning met projecten voor bijvoorbeeld natuurontwikkeling, recreatie, wonen aan het water of waterberging. Hierbij geldt dat ruimtelijke kwaliteit en multifunctionaliteit belangrijke toetsingskaders zijn voor nieuwe vergunningaanvragen voor ontgrondingen