direct naar inhoud van 3.4 Toetsing aan het beleid
Plan: Hippisch Recreatiepark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0037.BP0902-vs01

3.4 Toetsing aan het beleid

3.4.1 Toetsing aan het recreatiebeleid

Zonder omwegen kan gesteld worden dat het hippisch recreatiepark op alle fronten een bijdrage zal leveren aan het beleid zoals dat voor recreatie en toerisme is geformuleerd. Het toeristische bedrijfsleven krijgt zo immers de gelegenheid te investeren in de door de provincie gewenste nieuwe ontwikkelingen. Met het initiatief worden zowel het dagtoerisme als het verblijfstoerisme gestimuleerd. Het betreft een nieuwe vorm van verblijfsrecreatie. Tevens is het park een stimulans voor de werkgelegenheid. De ontwikkeling vindt plaats op korte afstand van een groter woongebied (Stadskanaal) en zal hier mede gelet op de waterplas en strandjes alsmede de paardrijfaciliteiten voorzien in de behoefte aan dagrecreatieve voorzieningen. Verder zijn ruiterpaden bij uitstek geschikt om de routegebonden recreatie te realiseren. Het hippisch recreatiepark brengt dan ook de gewenste nieuwe ontwikkelingen.

Het provinciaal bestuur heeft bij brief van 29 oktober, nr. 2008-58.101/44/B.20, RP, geschreven dat zij van oordeel is dat het plan in planologische zin aanvaardbaar is en dat het concreet kan bijdragen aan de planologische doelen, zoals neergelegd in het POP. Een kopie van deze brief is als Bijlage 2 bij het plan gevoegd.

De ontwikkeling van een waterplas met strandjes met diverse dagrecreatieve mogelijkheden en het bieden van uitrijfaciliteiten voor de paardenliefhebber in dit gebied sluiten aan bij de in het structuurplan 1998 neergelegde beleidsuitgangspunten. Met inachtneming van de gestelde randvoorwaarden welke in dit document verder worden ingevuld, verhoudt het initiatief zich met het gemeentelijke beleid.

3.4.2 Toetsing aan het natuurbeleid

Het plangebied valt niet binnen een gebied dat is aangewezen in het kader van de Natuurbeschermingswet. Het plangebied valt ook niet binnen de EHS en maakt ook geen deel uit van een Vogel- en Habitatgebied.
Bij een goede landschappelijke inpassing levert het initiatief geen strijd op met het natuurbeleid van de diverse overheden.

3.4.3 Toetsing aan het zandwinningbeleid

De aanleg van het recreatiepark en de recreatieplas worden gezien als een maatschappelijk gewenste ontwikkeling. Om deze ontwikkeling te kunnen uitvoeren is de zandwinning uit ruimtelijk oogpunt noodzakelijk.