direct naar inhoud van 5.9 Veiligheid
Plan: Regenboogbuurt en Eilandenbuurt
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP3JO01-vg01

5.9 Veiligheid

Op de Rederij is functiemenging het uitgangspunt, dus worden hier geen Bevi-bedrijven toegelaten. Vuurwerkopslag en verkoop wordt toegelaten tot maximaal 10 ton. Dit laatste als aanscherping op het vuurwerkbeleid, vanwege de functiemenging. Ook is vuurwerkopslag mogelijk in de supermarkt. De richtafstanden (ten behoeven van de veiligheid) moeten op eigen kavel worden opgelost; zie artikel 3 en 4 van de regels.

Spoor

Over de Flevolijn zal in de toekomst (naar verwachting vanaf 2015) transport van gevaarlijke stoffen gaan plaatsvinden. Het plangebied ligt buiten de veiligheidszone van 30 meter aan weerzijden van het spoor. De vereiste basisbescherming wordt geboden.

Het plangebied ligt op ca. 260 m van de Flevolijn. Het plangebied ligt daarmee in zijn geheel op meer dan 200 m van de transportroute. Conform het (concept) Besluit transportroutes externe veiligheid (hierna: Btev) en de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (hierna: RNVGS), hoeft - als een ruimtelijk besluit in zijn geheel op meer dan 200 m van de transportroute ligt - het groepsrisico niet te worden verantwoord. Dit vanwege de verwaarloosbare invloed van een dergelijke ruimtelijke ontwikkeling aan de hoogte van het groepsrisico.

De verantwoording over de gevolgen van het voorgenomen besluit voor de mogelijkheden voor de rampenbestrijding en de zelfredzaamheid van mensen, geldt conform Btev en RNVGS indien het plangebied binnen het invloedsgebied [Gebied waarin volgens de Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi), personen worden meegeteld voor de berekening van het groepsrisico. Het invloedsgebied begint bij de risicobron en eindigt bij de 1% letaliteitsgrens (uitgezonderd LPG-tankstations)] van spoor ligt.

Over de Flevolijn worden volgens de 'Marktverwachting vervoer gevaarlijke stoffen per spoor', van ProRail uit 2007 de onderstaande stoffen vervoerd (met bijbehorende 1%-letaliteitsafstanden volgens het 'Rekenprotocol Vervoer Gevaarlijke Stoffen per Spoor'):

Stofcategorie   Voorbeeldstof   Invloedsgebied (1% letaliteit)  
A, brandbare gassen   LPG, propaan   ca. 300 m  
B, giftige gassen   Ammoniak   ca. 1.500 m  
C3, zeer brandbare vloeistoffen   Benzine   ca. 30 m  
D3, giftige vloeistoffen   Acrylnitril   ca. 250 m  
D4, zeer giftige vloeistoffen   Fluorwaterstof   ca. 3.000 m  

Het plangebied ligt daarmee (deels) binnen het invloedsgebied van het scenario van het vrijkomen van een brandbaar gas, een giftig gas en een zeer giftige vloeistof.

Bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid

De beperkte ruimtelijke ontwikkelingen in het bestaande en overwegend ingevulde plangebied leiden naar verwachting niet tot een grote negatieve invloed:

  • op de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval op het spoor, en
  • op de mogelijkheden om zich in veiligheid te brengen indien zich een ongeval voordoet op het spoor.

De Brandweer Flevoland heeft in haar vooroverleg reactie (zie Bijlage 6 en paragraaf 6.4 voor de gemeentelijke reactie hierop), met het voorontwerp bestemmingsplan ingestemd en de zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid als adequaat beoordeeld.

Zie voor overige uitgangspunten externe veiligheid paragraaf 3.9 en 4.3.5