direct naar inhoud van Artikel 5 Groen
Plan: Poldervlak 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP3E02-vg01

Artikel 5 Groen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. speelvoorzieningen;
  • c. waterberging;
  • d. kunstwerken, zoals bruggen, sluizen, keermuren, duikers, steigers en (strek)dammen, welke mede ten dienste mogen zijn van de aangrenzende bestemming;
  • e. ruiter-, voet-, en fietspaden;
  • f. in- en uitritvoorzieningen;
  • g. geluidwerende voorzieningen;
  • h. kunstobjecten;
  • i. waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg' is tevens een vulpunt lpg toegestaan;
  • k. overige functioneel met de bestemming 'Groen' verbonden voorzieningen;

met dien verstande dat:

  • l. voor zover deze gronden tevens zijn aangewezen voor Waarde-Archeologie-1, ze mede bestemd zijn voor de bescherming van archeologische waarde van het gebied en het bepaalde in artikel 11 van toepassing is;
  • m. voor zover deze gronden tevens zijn aangewezen voor Leiding-Leidingstrook, ze mede bestemd zijn voor het hebben en instandhouden van leiding(en) met de daarbij behorende bouwwerken en het bepaalde in artikel 12 van toepassing is.

5.2 Bouwregels

Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met uitzondering van de gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

  • a. nutsvoorzieningen met een maximale hoogte van maximaal 3,5 meter met een maximum brutovloeroppervlakte van 25m2 per gebouw;
  • b. erf- en terreinafscheidingen grenzend aan de openbare weg: bouwhoogte maximaal 1 meter;
  • c. overige erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte maximaal 2 meter;
  • d. lichtmasten: bouwhoogte maximaal 9 meter;
  • e. speelvoorzieningen, en overig straatmeubilair: bouwhoogte maximaal 4,5 meter;
  • f. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte maximaal 15 meter;
  • g. kunstobjecten: bouwhoogte maximaal 6 m, oppervlakte maximaal 10 m2;
  • h. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte maximaal 4 meter.

5.3 Afwijken van de bouwregels

Antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2, onder f, tot een hoogte van maximaal 40 meter.

Nutsgebouwen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2, onder a, voor een nutsgebouw tot ten hoogste 5 meter hoog en met een oppervlakte tot ten hoogste 50 m2, mits het gebouw uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt als ook uit oogpunt van het woongenot in de directe woonomgeving aanvaardbaar is.

5.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Onverminderd het bepaalde in artikel 5 van deze regels is het in ieder geval verboden de gronden te gebruiken voor:
  • 1. het opslaan van gerede en ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan;
  • 2. het opslaan c.q. stallen van gebruiksklare of onklare voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
  • 3. het opslaan of opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen.

  • b. Het bepaalde in lid 5.4 onder a. is niet van toepassing op:
  • 1. het opslaan van stoffen die noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud van de gronden en de daarbij behorende voorzieningen;
  • 2. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de bestemming en aanduidingen.