direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijventerrein -2
Plan: Poldervlak 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP3E02-vg01

Artikel 4 Bedrijventerrein -2

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijventerrein-2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2' bedrijven behorende tot ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, inclusief ondergeschikte detailhandel, ondergeschikte horeca en kantoren met dien verstande dat per bedrijf maximaal 50% van de bedrijfsvloeroppervlakte voor (niet-zelfstandige) kantoordoeleinden mag worden gebruikt;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2' bedrijven behorende tot ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, inclusief ondergeschikte detailhandel, ondergeschikte horeca en kantoren met dien verstande dat per bedrijf maximaal 50% van de bedrijfsvloeroppervlakte voor (niet-zelfstandige) kantoordoeleinden mag worden gebruikt;
  • c. nutsvoorzieningen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is tevens maximaal één bedrijfswoning per bouwperceel toegestaan, met een maximale inhoud van 800m3;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - dierenarts', is tevens een dierenkliniek toegestaan;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'cultuur en ontspanning', is tevens de functie van dansschool toegestaan;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' is tevens detailhandel toegestaan, met een verkoopvloeroppervlak (vvo) van niet meer dan 120 m2;
  • h. ter plaatse van 'detailhandel perifeer', is tevens perifere detailhandel toegestaan;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'gezondheidszorg' is tevens de functie gezondheidszorg toegestaan, voorzover niet geluidsgevoelig zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
  • j. ter plaatse van de 'specifieke aanduiding maatschappelijk – kinderdagverblijf', is tevens een kinderdagverblijf/buitenschoolse opvang toegestaan, voorzover niet geluidsgevoelig zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' is tevens een nutsvoorziening toegestaan met een grondoppervlakte van meer dan 25 m2;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'seksinrichting', is tevens een seksinrichting toegestaan bestaande uit een erotische massagesalon en/of privéhuis, met een bruto vloeroppervlakte van maximaal 500m2, en maximaal 4 werkruimtes toegestaan;
  • m. ter plaatse van de aanduiding 'sport', is tevens een sportschool toegestaan;
  • n. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' is tevens een verkooppunt van motorbrandstoffen met lpg inclusief bijbehorende ondergeschikte detailhandel en/of horeca tot maximaal categorie 1a van de Staat van Horeca-activiteiten met een (gezamenlijk) verkoopvloeroppervlak (vvo) van maximaal 100 m2 toegestaan;
  • o. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening', is tevens dienstverlening toegestaan;
  • p. opslag, herverpakking en/of verkoop van consumentenvuurwerk en theatervuurwerk, indien de veiligheidsafstanden zoals bedoeld in art. 1.2 en 1.3 van Bijlage 3 van het Vuurwerkbesluit worden aangehouden ten opzichte van een kwetsbaar object of geprojecteerd kwetsbaar object als bedoeld in het Vuurwerkbesluit en deze veiligheidsafstanden op het eigen terrein worden gerealiseerd;

met de daarbij behorende

  • q. wegen, fiets- en voetpaden;
  • r. parkeervoorzieningen en verblijfsgebied;
  • s. toegangspaden, in- en uitritten;
  • t. groen-, waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
  • u. straatmeubilair;
  • v. overige functioneel met bedrijfsmatige activiteiten verbonden voorzieningen;

één en ander met dien verstande dat:

  • w. risicovolle inrichtingen, zoals bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, niet zijn toegestaan;
  • x. inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, derde lid, van het Besluit omgevingsrecht zoals dit luidde ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan niet zijn toegestaan;
  • y. opslag, herverpakking en verkoop van vuurwerk niet is toegestaan in bedrijfswoningen of tot de bedrijfswoning behorende bijgebouwen;
  • z. voor zover deze gronden tevens zijn aangewezen voor 'Waarde-Archeologie-1', ze mede bestemd zijn voor de bescherming van de archeologische waarde van het gebied en het bepaalde in artikel 11 van toepassing is;

onder voorwaarde dat:

  • aa. op eigen terrein wordt voorzien in ruimte voor het laden en lossen;
  • ab. op eigen terrein wordt voorzien in de parkeerbehoefte van zowel eigen medewerkers als bezoekers waarbij de parkeernormen zoals opgenomen in de bij deze regels behorende 'Lijst van parkeernormen' dienen te worden aangehouden.

4.2 Bouwregels

Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

ten aanzien van gebouwen geldt dat:

  • a. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)'de voorgeschreven maximale bouwhoogte en het maximale bebouwingspercentage niet mogen worden overschreden;
  • c. nutsvoorzieningen niet hoger mogen zijn dan één bouwlaag van maximaal 3,5 meter met een maximum brutovloeroppervlakte van 25 m2 per gebouw, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' het aangegeven aantal m2 niet mag worden overschreden;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde

  • d. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte maximaal 2 meter;
  • e. lichtmasten: bouwhoogte maximaal 12 meter;
  • f. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte maximaal 15 meter;
  • g. overkappingen: bouwhoogte maximaal 7 meter;
  • h. kunstobjecten: bouwhoogte maximaal 6 meter, oppervlakte maximaal 10 m 2;
  • i. vlaggenmasten: bouwhoogte maximaal 9 meter;
  • j. reclameobjecten: bouwhoogte maximaal 6 meter; oppervlakte maximaal 10 m 2;
  • k. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte maximaal 4 meter.

4.3 Afwijken van de bouwregels

nutsgebouwen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2, onder c, voor een nutsgebouw tot ten hoogste 5 meter hoog en met een oppervlakte tot ten hoogste 50 m2, mits het gebouw uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt als ook uit oogpunt van het woongenot in de directe woonomgeving aanvaardbaar is.

antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2, onder f, tot een hoogte van maximaal 40 meter.

4.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van onbebouwde gronden ten behoeve van de opslag van goederen.
  • b. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen, met uitzondering op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'seksinrichting'.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken:

  • a. van het bepaalde in lid 4.1 onder a, of b, teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar, indien en voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorie(ën) van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. van het bepaalde in lid 4.1, onder n, teneinde horecabedrijven toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving, indien en voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze, zoals openingstijden, of bijzondere verschijningsvormen) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorie van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • c. van het vereiste als bedoeld in lid 4.1, onder ab (op eigen terrein voorzien in parkeergelegenheid) teneinde de parkeernorm vast te stellen voor functies die niet voorkomen in de bij deze regels behorende 'Lijst van parkeernormen';
  • d. van het vereiste als bedoeld in lid 4.1, onder ab (op eigen terrein voorzien in parkeergelegenheid), mits uit een gemeentelijke parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid in het openbaar gebied aanwezig is voor de gevraagde functie.