Poldervlak 2011: Artikel 6 Sport

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. voorzieningen op het gebied van sport en recreatie, waaronder een tennispark,

met de daarbij behorende:

b. parkeervoorzieningen, toegangspaden, in- en uitritten;
c. groenvoorzieningen en water;
d. nutsvoorzieningen;
e. ondergeschikte horecavoorzieningen tot maximaal categorie 1a van de bij deze regels behorende Staat van horeca activiteiten;
f. overige functioneel met de bestemming 'Sport' verbonden voorzieningen.

met dien verstande dat:

g. op eigen terrein wordt voorzien in ruimte voor het laden en lossen;
h. op eigen terrein wordt voorzien in de parkeerbehoefte van zowel eigen medewerkers als bezoekers waarbij de parkeernormen zoals opgenomen in de bij deze regels behorende 'Lijst van parkeernormen' dienen te worden aangehouden.

Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

ten aanzien van gebouwen geldt dat:

a. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak;
b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' de voorgeschreven maximale bouwhoogte en het maximale bebouwingspercentage niet mogen worden overschreden;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt dat:

a. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte maximaal 2 meter;
b. lichtmasten: bouwhoogte maximaal 15 meter;
c. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte maximaal 15 meter;
d. kunstobjecten: bouwhoogte maximaal 6 meter, en een maximum oppervlakte van 10 m2;
e. vlaggenmasten: bouwhoogte maximaal 9 meter;
f. reclameobjecten: bouwhoogte maximaal 6 meter, en een maximum oppervlakte van 10 m2;
g. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte maximaal 4 meter.

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van:

a. het vereiste als bedoeld in lid 6.1, onder h (op eigen terrein voorzien in parkeergelegenheid) teneinde de parkeernorm vast te stellen voor functies die niet voorkomen in de bij deze regels behorende 'Lijst van parkeernormen';
b. het vereiste als bedoeld in lid 6.1, onder h (op eigen terrein voorzien in parkeergelegenheid), mits uit een gemeentelijke parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid in het openbaar gebied aanwezig is voor de gevraagde functie.

Poldervlak 2011