direct naar inhoud van 3.1 Bestemmingen
Plan: Meridiaanpark, Bosrandpark en Oostrandpark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP3APQ01-vg02

3.1 Bestemmingen

Regels

In de standaard vergelijkbare bestemmingsplannen, de SVBP 2008, is voorgeschreven hoe de regels van het bestemmingsplan dienen te worden opgebouwd. Voor de leesbaarheid en raadpleegbaarheid dienen de regels in hoofdstukken te worden geplaatst. Deze hoofdstukken staan in een vaste volgorde.

In Hoofdstuk 1 van de regels, de Inleidende regels, worden de begrippen en wijze van meten behandeld. Deze hebben als doel de in de regels gebruikte begrippen te verklaren en eenduidige richtlijnen te geven op basis waarvan de bouwmaten die zijn opgenomen in de regels dienen te worden gemeten.

In Hoofdstuk 2 zijn de Bestemmingsregels opgenomen. Deze regels hebben betrekking op alle bestemmingen die in het bestemmingsplan zijn opgenomen.

Hoofdstuk 3 en Hoofdstuk 4 omvatten een aantal regels, dat niet op een bepaalde bestemming betrekking hebben, maar voor het gehele bestemmingsplan gelden. Het zijn de Algemene regels en de Overgangs- en slotregels. Het overgangsrecht en de anti-dubbeltelbepaling zijn opgenomen in het Bro2008 met de verplichting deze over te nemen in het bestemmingsplan.

In een bestemmingsregel wordt aangegeven waarvoor en – zo nodig – hoe de betreffende gronden mogen worden gebruikt en bebouwd. Ter bevordering van de leesbaarheid en de raadpleegbaarheid is hierbij ook een vaste volgorde aangehouden.

De regels van een bestemming worden als volgt opgebouwd en benoemd:

  • Bestemmingsomschrijving
  • Bouwregels
  • Nadere eisen
  • Afwijking van de bouwregels (voorheen ontheffing)
  • Specifieke gebruiksregels
  • Afwijking van de gebruiksregels (voorheen ontheffing)
  • Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (voorheen aanlegvergunning)
  • Omgevingsvergunning voor het slopen (voorheen sloopvergunning)
  • Wijzigingsbevoegdheid

In de bestemmingsomschrijving is beschreven welke functies binnen de betreffende bestemming zijn toegestaan. In de bouwregels is weergegeven of en hoe gebouwd mag worden. Daarin wordt in algemene zin geregeld in alle bestemmingen dat er slechts gebouwd mag worden ten behoeve van de bestemming. In de navolgende (sub)leden zijn maten zoals oppervlakten en bouwhoogten opgenomen, die betrekking hebben op de toegestane gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde. In een aantal gevallen is een afwijking van bepalingen in de eerder genoemde leden als direct recht mogelijk, in andere gevallen moet het dagelijks bestuur een besluit nemen om af te wijken van de regels uit het bestemmingsplan.

In de specifieke gebruiksregels zijn nadere bepalingen gegeven over de functies die zijn vermeld in de doeleindenomschrijving. Zo kan bijvoorbeeld de omvang van bepaalde functies beperkt worden, of de situering van functies worden aangewezen.

Regels met betrekking tot de afzonderlijke bestemmingen

De bestemmingen van het onderhavige bestemmingsplan zijn geregeld (in alfabetische volgorde) in de Artikel 3 t/m Artikel 15

Artikel 3 Bos

De voor “Bos” aangewezen gronden zijn bestemd voor bos, groenvoorzieningen, dagrecreatie, cultuur, natuurontwikkeling, natuur- en heemtuinen, ondergeschikte grondgebonden agrarische bedrijfsvoering, houtproductie, water, opslag voor onderhoud en beheer van het bos. Verder zijn deze gronden bestemd voor ruiter-, fiets- en voetpaden, in- en uitritten, kunstwerken, waterhuishoudkundige- en nutsvoorzieningen en andere functioneel met de bestemming verbonden voorzieningen.

Daar waar dat nader is aangeduid zijn tevens ongebouwde parkeervoorzieningen toegestaan. Er mag alleen binnen de aangewezen bouwvlakken worden gebouwd. De aangeduide maximale bouwhoogte mag niet worden overschreden. Ter plaatse van de aanduiding "geluidswal" is tevens een geluidswal met bijbehorende bouwwerken toegestaan. De bouwhoogte mag maximaal 6 meter bedragen.

Artikel 4 Gemengd

De gronden met de bestemming “Gemengd” zijn bestemd voor detailandel, dienstverlening, kantoren, maatschappelijke voorzieningen. Wonen is toegestaan al dan niet in combinatie met ruimte voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen dan wel bedrijfsmatige activiteiten aan huis mits de woning voor minimaal 50% voor wonen wordt gebruikt. Het maximum aantal woningen bedraagt 80.

Niet-woonfuncties zijn alleen toegestaan in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder. Het maximum bruto vloeroppervlak bedraagt in totaal 5.500 m². Ter plaatse van de aanduiding "parkeergarage" is een parkeergarage in 4 bouwlagen toegestaan. Verder zijn deze gronden met de bestemming "Gemengd" bestemd voor erven, groenvoorzieningen, water, parkeervoorzieningen, toegangspaden en in- en uitritten. Hoofdgebouwen mogen allen binnen de aangewezen bouwvlakken worden gebouwd. De aangeduide bouwhoogte mag niet worden overschreden.

Met betrekking tot de Wet geluidhinder zijn burgemeester en wethouders bevoegd om nadere eisen te stellen aan bouwplannen voor gebouwen ten behoeve van geluidgevoelige functies.

Artikel 5 Gemengd- Uit te werken

De gronden met de bestemming "Gemengd- Uit te werken" zijn hoofdzakelijk bestemd voor woningen verder is er ruimte voor detailhandel, dienstverlening, horeca, maatschappelijke voorzieningen, steigers en ligplaatsen voor pleziervaartuigen. Aangevuld met ruimte voor groen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, water, voet- en fietspaden en ontsluitingswegen.

Omdat de planvorming nog niet ver genoeg is uitgewerkt, is gekozen om hier een uit te werken bestemming op te nemen. In dit bestemmingsplan zijn voor de uitwerking van de gemengde functie regels opgenomen die het kader vormen voor een toekomstig op te stellen uitwerkingsplan. Tot in werking treding van een uitwerkingsplan mag op bovengenoemde gronden niet gebouwd worden.

De uitwerkingsregels bieden ruimte voor twee bebouwingsmodellen: een U-vormig gebouw en een terassengebouw. Bij het eerste gebouw ligt het hoogteaccent met 33 meter aan de havenkom. De gebouwdelen aan de west- en oostkant hebben met 17 en respectievelijk 14 meter een duidelijke lagere bouwhoogte. Het hoogteaccent van het terrassenmodel ligt met 25 meter in het centrale gedeelte van het bouwblok. De bouwhoogte loopt hier naar de randen toe af. Aan de oostkant grenzend aan het park en de daarachter gelegen laagbouwwijk geldt voor beide bebouwingsmodellen een maximum bouwhoogte van 14 meter, waardoor het centrumgebied geleidelijk overgaat in de laagbouwmilieus van Almere Buiten.

Artikel 6 Groen

De voor “Groen” aangewezen gronden zijn bestemd voor groenvoorzieningen, bos, dagrecreatie, fiets en voetpaden, speelvoorzieningen en water en waterhuishoudkundige voorzieningen en andere functioneel met de bestemming verbonden voorzieningen. Ter plaatse van de aanduiding "horeca" is tevens een horecavoorziening toegestaan. Verder zijn daar waar dat nader is aangeduid parkeervoorzieningen en een kas of prieeltje toegestaan. Het is alleen toegestaan om in de aangewezen bouwvlakken te bouwen. De maximaal aangeduide bouwhoogte mag hierbij niet worden overschreden.

Artikel 7 Maatschappelijk

De gronden met de bestemming “Maatschappelijk” zijn bestemd voor maatschappelijke voorzieningen. Daar waar dat nader wordt aangeduid zijn de gronden bestemd voor een uitvaartcentrum. Verder zijn ook parkeervoorzieningen, toegangspaden, in- en uitritten, groenvoorzieningen, waterhuishoudkundige- en nutsvoorziengen en overige functioneel met de bestemming verbonden voorzieningen toegestaan. Het is alleen toegestaan om in de aangewezen bouwvlakken te bouwen. De maximaal aangeduide bouwhoogte mag hierbij niet worden overschreden.

Artikel 8 Recreatie

De voor “Recreatie” aangewezen gronden zijn bestemd voor dagrecreatie, bos, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, water, speelvoorzieningen. Daar waar dat nader is aangeduid zijn de gronden bestemd voor akkerbouw en fruitgaarden. Verder is het houden van vee toegestaan. Hierbij gelden de in de bij de regels horende Staat van Bedrijfsactiviteiten opgenomen richtafstanden ten opzichte van woonkernen. Ter plaatse van de aanduiding maatschappelijk zijn tevens maatschappelijke voorzieningen, één agrarisch bedrijf, één bedrijfswoning, ambachtelijke bedrijfsruimten, ondergeschikte detailhandel, kassen, één multifunctionele ruimte voor vergaderingen, workshops en kleine feestpartijen met een maximum vloeroppervlak van 150 m² en horeca behorende tot categorie 1a en 1b, niet zijnde automatiek, broodjeszaak, snackbar en hotel toegestaan. Daarnaast zijn de gronden bestemd voor ruiter- fiets- en voetpaden, waterhuishoudkundige- en nutsvoorzieningen, waaronder een installatie en opslag voor het opwekken van bio-energie voor eigen gebruik. Gebouwen zijn alleen toegestaan binnen de aangewezen bouwvlakken. Het maximum toegestane bebouwingspercentage en de maximum bouwhoogte mogen niet worden overschreden.

Artikel 9 Verkeer

De gronden met de bestemming “Verkeer” zijn bedoeld voor verkeersdoeleinden, bos, groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen en water en waterhuishoudkundige voorzieningen en andere bij de bestemming horende functies. Wegen die binnen deze bestemming vallen hebben een wijkontsluitende functie. Ter plaatse van de aanduiding brug zijn de gronden tevens bestemd voor bruggen en viaducten. In de bestemming zijn alleen bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan. Het bebouwingspercentage van de bestemming is maximaal 2% van het totale oppervlak.

Artikel 10 Verkeer-Verblijfsgebied

De gronden met de bestemming “Verkeer” zijn bedoeld voor verkeersdoeleinden, bos, groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen en water en waterhuishoudkundige voorzieningen en andere bij de bestemming horende functies. Rijwegen binnen deze bestemming hebben een buurtontsluitende functie en vallen binnen de zones met een snelheidslimiet van 30 km per uur. Ter plaatse van de aanduiding brug zijn de gronden tevens bestemd voor bruggen en viaducten. In de bestemming zijn alleen bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan. Het bebouwingspercentage van de bestemming is maximaal 2% van het totale oppervlak.

Artikel 11 Water

De voor “Water” aangewezen gronden zijn bestemd voor water, waterhuishoudkundige voorzieningen, bruggen, steigers en natuurvriendelijke oevers. Daar waar dat nader is aangeduid zijn ook terrassen en ligplaatsen toegestaan. In deze bestemming zijn alleen bouwwerken geen gebouwen zijnde met een maximum bouwhoogte van 10 meter toegestaan. Ter plaatse van de aanduiding "brug" is een hogere brug met een maximum bouwhoogte van 25 meter toegestaan. Het bebouwingspercentage van de bestemming is maximaal 5% van het totale oppervlak. Hierbij worden steigers, die overal in de bestemming zijn toegestaan niet meegerekend.

Artikel 12 Wonen

De voor “Wonen” aangewezen gronden zijn vooral bestemd voor woningen, al dan niet in combinatie met ruimte voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen dan wel bedrijfsmatige activiteiten. De gronden zijn verder bestemd voor bij de woonfunctie behorende erven, groenvoorzieningen, water, parkeervoorzieningen, toegangspaden, in- en uitritten en overige met de bestemming verbonden voorzieningen. Daar waar dat nader is aangeduid, zijn tevens steigers toegestaan. Het gaat hierbij uitsluitend om de waterwoningen aan de Victoria Regiastraat. Er mogen alleen gebouwen binnen de aangewezen bouwvlakken worden gebouwd. De maximale goot- en bouwhoogten mogen niet worden overschreden. Minimaal 50% van het totale oppervlak van een woning en bijbehorende bebouwing moet worden gebruikt voor de functie wonen. Een kinderdagverblijf is niet toegestaan. Wel toegestaan is gastouderschap voor maximaal 5 kinderen.

Artikel 13 Tuin

In dit artikel is de voortuin bij woningen beschreven. In principe ligt deze bestemmingsgrens tot 1 meter achter de voorgevel. Op deze bestemming is slechts heel beperkt bebouwing toegestaan.

Artikel 14 Leiding - Hoogspanning

Aan de zuidrand van het plangebied loopt een hoogspanningsleiding. De leiding is bestemd als “Leiding - Hoogspanning". De gronden met deze bestemming zijn mede bestemd voor het hebben en instandhouden van een hoogspanningsleiding. Deze bestemming is primair ten opzichte van andere bestemmingen en secundair ten opzichte van de andere dubbelbestemming.

Artikel 15 Waarde - Archeologie 1

Deze dubbelbestemming beschermt de archeologische waarde van de betreffende gronden en is primair ten opzichte van alle anderen (dubbel)bestemmingen. Werkzaamheden zoals het aanbrengen van kabels en leidingen zijn gekoppeld aan een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden. Terreinen die op de laatste versie van de Archeologische Beleidskaart Almere (ABA) als "Selectiegebieden" zijn aangeduid, moeten in bestemmingsplannen worden bestemd als "Waarde - Archeologie 1". Selectiegebieden zijn gebieden die nog niet of nog niet volledig zijn onderzocht op Steentijdarcheologie en waar een onderzoeksverplichting geldt (naar Steentijdarcheologie, binnendijks en scheepswrakken buitendijks).

Verder komen op de ABA bekende, behoudenswaardige archeologische vindplaatsen voor. Dit kunnen Steentijdvindplaatsen of locaties van Scheepswrakken (ook: scheepsladingen en scheepsrestanten) zijn. Behoudenswaardige vindplaatsen bestaan uit een kern (de eigenlijke vindplaats) en een buffer (met een doorsnee van 10 meter om de kern heen). De buffer is door de provincie Flevoland verplicht gesteld op basis van de Provinciale Beleidsregel Archeologie en Ruimtelijke Ordening 2008. Terreinen die op de ABA als "buffer" zijn aangegeven, moeten in bestemmingsplannen bestemd worden als "Waarde - Archeologie 2". Terreinen die op de ABA als "kern" zijn aangegeven, moeten in bestemmingsplannen bestemd worden als "Waarde - Archeologie 3". De gebieden zijn in het plangebied van dit bestemmingsplan (nog) niet bekend. Daarom voorziet het bestemmingsplan alleen in de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie 1". Via een wijzigingsbevoegdheid kunnen burgemeester en wethouders de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie 1" vervangen door "Waarde - Archeologie 2" of "Waarde - Archeologie 3". Een voorzet voor hierbij horende regels is opgenomen in de bijlagen behorend bij de regels.