direct naar inhoud van Artikel 3 Bos
Plan: Meridiaanpark, Bosrandpark en Oostrandpark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP3APQ01-vg02

Artikel 3 Bos

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bos;
  • b. bosbeleving, waaronder speel-, educatieve en culturele voorzieningen;
  • c. groenvoorzieningen;
  • d. natuurontwikkeling;
  • e. natuur- en heemtuinen;
  • f. ondergeschikte grondgebonden agrarische bedrijfsvoering;
  • g. dagrecreatie;
  • h. houtproductie;
  • i. water;
  • j. opslagruimte voor onderhoud en beheer van het bos;

met de daarbij behorende

  • k. verhardingen, ruiter-, voet- en fietspaden;
  • l. voet- en fietsbruggen;
  • m. in- en uitritten;
  • n. kunstwerken en kunstobjecten;
  • o. ter plaatse van de functie-aanduiding 'nutsvoorzieningen' tevens een gemaalgebouw met bijbehorend terrein;
  • p. ter plaatse van de functie-aanduiding 'parkeerterrein' tevens ongebouwde parkeervoorzieningen;
  • q. waterhuishoudkundige- en nutsvoorzieningen;
  • r. een geluidwal;
  • s. overige functioneel met de bestemming 'Bos' verbonden voorzieningen;

met dien verstande dat

  • t. voor zover deze gronden tevens zijn aangewezen voor 'Waarde - Archeologie 1', ze mede bestemd zijn voor de bescherming van de eventueel aanwezige archeologische waarden en het bepaalde in artikel 15 van toepassing is.
3.2 Bouwregels

Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

ten aanzien van gebouwen geldt dat:

  • a. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt:

  • c. bouwwerken ten behoeve van een geluidswal: bouwhoogte maximaal 6 meter;
  • d. erf- en terreinafscheidingen grenzend aan de openbare weg: bouwhoogte maximaal 1 meter;
  • e. overige erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte maximaal 2 meter;
  • f. lichten vlaggenmasten: bouwhoogte maximaal 9 meter;
  • g. speelvoorzieningen en overig straatmeubilair: bouwhoogte maximaal 4,5 meter;
  • h. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte maximaal 15 meter indien gebouwd op de grond en 4 meter indien gebouwd op het dak van een gebouw;
  • i. kunstobjecten: bouwhoogte maximaal 6 meter, oppervlakte maximaal 10 m2 per object;
  • j. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte maximaal 3 meter.
3.3 Specifieke gebruiksregels

Onverminderd het bepaalde in artikel 18 van deze regels is het in ieder geval verboden de gronden te gebruiken voor:

  • a. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;
  • b. het opslaan van gerede en ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan;
  • c. het opslaan c.q. stallen van gebruiksklare of onklare voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
  • d. het opslaan of opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen.

Het bepaalde in lid 3.3 onder a. is niet van toepassing op:

  • a. het opslaan van stoffen die noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud van de gronden en de daarbij behorende voorzieningen;
  • b. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de bestemming en aanduidingen;
  • c. gronden zoals bedoeld onder lid 3.1 onder i.