direct naar inhoud van Artikel 15 Water
Plan: Noorderplassen Oost en West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP2X08-vg01

Artikel 15 Water

Link naar de toelichting op 'Water'

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water en waterberging;
  • b. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • c. recreatief medegebruik;
  • d. een bouwweg, ter plaatse van de aanduiding 'weg';
  • e. aanleggelegenheid;
  • f. maximaal 200 ligplaatsen, ter plaatse van de aanduiding 'ligplaats';
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'horeca' tevens voor horeca tot ten hoogste categorie 1b van Bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten;
  • h. recreatieve voorzieningen, horeca tot ten hoogste categorie 2a van Bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten en maximaal één bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'recreatie';

met de daarbij behorende:

  • i. kunstwerken, zoals bruggen, sluizen, keermuren, duikers, aanlegsteigers en (strek)dammen, welke mede ten dienste mogen zijn van de aangrenzende bestemming;
  • j. natuurlijke oevers;
  • k. straatmeubilair en kunstobjecten;
  • l. stranden;
  • m. voet- en fietspaden;
  • n. groenvoorzieningen;
  • o. overige functioneel met de bestemming 'Water' verbonden voorzieningen.
15.2 Bouwregels

Op de in lid 15.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

ten aanzien van gebouwen geldt dat:

  • a. gebouwen ten behoeve van de in lid 15.1 onder h. genoemde functie alleen gebouwd mogen worden ter plaatse van de aanduiding 'recreatie';
  • b. voor de gebouwen genoemd onder a. de volgende regels gelden:
    • 1. recreatieve voorzieningen: bouwhoogte maximaal 6 m, gezamenlijk bedrijfsvloeroppervlak maximaal 200 m²;
    • 2. horeca: bouwhoogte maximaal 10 m, gezamenlijk bedrijfsvloeroppervlak maximaal 1.500 m²;
    • 3. bedrijfswoning: bouwhoogte maximaal 10 m;
    • 4. deze maximale oppervlakte geldt in combinatie met het bepaalde in artikel 9 lid 9.2 onder b;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • c. bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen: bouwhoogte maximaal 3,5 m, oppervlakte maximaal 25 m2;
  • d. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte maximaal 2 m;
  • e. kunstwerken: bouwhoogte maximaal 15 m;
  • f. lichtmasten: bouwhoogte maximaal 9 m;
  • g. vlaggenmasten: bouwhoogte maximaal 9 m;
  • h. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte maximaal 3 m.
15.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering van gebouwen, uit oogpunt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, waaronder privacy, windhinder en schaduwwerking.
15.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruiken van gronden ten behoeve van ontsluitingen naar woonterpen met een breedte van meer dan 12 m.
  • b. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruiken van gronden, ter plaatse van de aanduiding 'ligplaats' ten behoeve van meer dan 200 ligplaatsen.
  • c. Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden aansluitend op de bestemming 'Natuur' voor aanleggelegenheid, met uitzondering van de bestaande situatie.
  • d. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken, ter plaatse van de aanduiding 'horeca' voor horecabedrijven die niet zijn genoemd in ten hoogste categorie 1b van Bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten.
  • e. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'recreatie' voor horecabedrijven die niet zijn genoemd in ten hoogste categorie 2a van Bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten.
15.5 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 15.4 onder c. ten behoeve van het realiseren van aanleggelegenheid, mits positief advies is ontvangen van de beheerder van het natuurgebied;
  • b. het bepaalde in lid 15.4 onder d. in die zin dat horecafuncties worden toegestaan die niet in ten hoogste categorie 1b van Bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd of zijn genoemd onder categorie 1c, indien en voor zover de betrokken horecafuncties naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn aan de in lid 15.1 onder g. bedoelde horeca.
  • c. het bepaalde in lid 15.4 onder e. in die zin dat horecafuncties worden toegestaan die niet in ten hoogste categorie 2a van Bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd of zijn genoemd onder categorie 2b, indien en voor zover de betrokken horecafuncties naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn aan de in lid 15.1 onder h. bedoelde horeca.
15.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Water' te wijzigen in die zin dat de aanduiding 'weg' wordt verwijderd, mits de bouwweg ter plaatse is verwijderd.