direct naar inhoud van Artikel 8 Groen
Plan: Markerkant 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP2T05-vg02

Artikel 8 Groen

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Groen" (G) aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. speelvoorzieningen;
  • c. waterberging;
  • d. kunstwerken, zoals bruggen, sluizen, keermuren, duikers, steigers en (strek)dammen, welke mede ten dienste mogen zijn van de aangrenzende bestemming;
  • e. ruiter-, voet-, en fietspaden;
  • f. in- en uitritvoorzieningen;
  • g. kunstobjecten;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. overige functioneel met de bestemming 'Groen' verbonden voorzieningen;

met dien verstande dat

  • j. voor zover deze gronden tevens zijn aangewezen voor 'Leiding-Gas', ze mede bestemd zijn voor de aanleg en het instandhouden van een ondergrondse hoge druk aardgastransportleiding en het bepaalde in artikel 12 van toepassing is.
  • k. voor zover deze gronden tevens zijn aangewezen voor 'Leiding-Leidingstrook', ze mede bestemd zijn voor de aanleg en het instandhouden van een ondergrondse leidingen en het bepaalde in artikel 13 van toepassing is.
  • l. voor zover deze gronden tevens zijn aangewezen voor 'Waarde-Archeologie 1', ze mede bestemd zijn voor de bescherming van de archeologische waarde van het gebied en het bepaalde in artikel 14 van toepassing is.

8.2 Bouwregels

Op de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met uitzondering van de gebouwen als bedoeld onder a, en met inachtneming van het bepaalde in artikel 14 van deze regels, waarbij zijn toegestaan:

  • a. nutsvoorzieningen met een maximale hoogte van één bouwlaag van maximaal 5 meter met een maximum brutovloeroppervlakte van 50 m2 per gebouw;
  • b. erf- en terreinafscheidingen grenzend aan de openbare weg: bouwhoogte maximaal 1 meter;
  • c. overige erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte maximaal 2 meter;
  • d. lichtmasten: bouwhoogte maximaal 9 meter;
  • e. speelvoorzieningen, en overig straatmeubilair: bouwhoogte maximaal 4,5 meter;
  • f. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte maximaal 15 meter;
  • g. kunstobjecten: bouwhoogte maximaal 6 meter, oppervlakte maximaal 10 m2;
  • h. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte maximaal 3 meter.

8.3 Afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 8.2 onder f (antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie) tot een hoogte van maximaal 40 meter;