direct naar inhoud van Artikel 12 Leiding-Gas
Plan: Markerkant 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP2T05-vg02

Artikel 12 Leiding-Gas

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding-Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een ondergrondse leiding voor het transport van gas met een maximale diameter van 12 inch en een druk van maximaal 40 bar met de daarbij behorende belemmeringenstrook.

12.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  • b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

12.3 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.

12.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning, binnen 4 meter uit de 'hartlijn leiding - gas' de volgende werken of werkzaamheden, niet zijnde bouwen, uit te voeren:
    • 1. het aanbrengen van hoogopgaande en/of diepwortelende beplanting;
    • 2. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;
    • 3. het verrichten van grondroeractiviteiten (graafwerkzaamheden) anders dan normaal spit- en ploegwerk;
    • 4. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen;
    • 5. het plaatsen van onroerende objecten zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair;
    • 6. het aanbrengen van gesloten verhardingen;
    • 7. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
    • 8. het permanent opslaan van goederen waaronder ook begrepen het opslaan van afvalstoffen.
  • b. Het verbod als bedoeld onder a is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
    • 1. normaal onderhoud en beheer betreffen;
    • 2. mechanisch worden uitgevoerd en daarmee vallen onder de werking van de Wet Informatie Uitwisseling Ondergrondse Netwerken;
    • 3. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
    • 4. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
  • c. De werken en werkzaamheden, bedoeld in lid 12.4 onder a, zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daaraan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen onevenredige aantasting van de belangen in verband met de veilige ligging van en het voorkomen van schade aan de in lid 12.1 bedoelde leiding ontstaat of kan ontstaan.
  • d. Voordat een vergunning als bedoeld in lid 12.4 onder a wordt verleend, wint het college van Burgemeester en Wethouders schriftelijk advies in bij de betreffende leidingbeheerder(s).