direct naar inhoud van Artikel 7 Gemengd - 2
Plan: Markerkant 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP2T05-vg02

Artikel 7 Gemengd - 2

7.1 Bestemmingsomschrijving
  • a. Bedrijven behorende tot ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, inclusief bijbehorende ondergeschikte detailhandel, ondergeschikte horeca, ondergeschikte workshops en bijbehorende kantoorruimten, met dien verstande dat per bedrijf maximaal 50% van de bedrijfsvloeroppervlakte (BVO) voor (niet-zelfstandige) kantoordoeleinden mag worden gebruikt;
  • b. Bedrijven die niet in de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, indien en voor zover de betrokken bedrijven naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn aan de onder a bedoelde bedrijven;
  • c. Dienstverlening of zelfstandige kantoren, inclusief ondergeschikte workshops, met een bedrijfsvloeroppervlakte (BVO) van niet meer dan 250 m² per eindgebruiker;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'creativiteitscentrum' is het geven van creatieve workshops als hoofdactiviteit toegestaan;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' is detailhandel, inclusief ondergeschikte workshops, toegestaan, met een verkoopvloeroppervlakte (VVO) van niet meer dan 100 m2 per vestiging/eindgebruiker, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum vloeroppervlakte; vvo (m2)' de verkoopvloeroppervlakte (VVO) per vestiging/eindgebruiker niet meer mag bedragen dan het aangegeven aantal m2; (zie voor een wijzigingsbevoegdheid art. 7.6);
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel perifeer' is perifere detailhandel toegestaan, inclusief ondergeschikte workshops;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' is een nutsvoorziening toegestaan;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'religie' is een religieuze voorziening toegestaan;
  • i. Opslag, herverpakking en/of verkoop van consumentenvuurwerk en theatervuurwerk behorende tot ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat de veiligheidsafstanden zoals bedoeld in art. 1.2 en 1.3 van Bijlage 3 van het Vuurwerkbesluit worden aangehouden ten opzichte van een kwetsbaar object of geprojecteerd kwetsbaar object als bedoeld in het Vuurwerkbesluit en deze veiligheidsafstanden op het eigen terrein worden gerealiseerd;

met de daarbij behorende

  • j. erven;
  • k. verkeers- en verblijfsgebieden en parkeervoorzieningen;
  • l. straatmeubilair;
  • m. groen- en waterhuishoudingszieningen,
  • n. overige functioneel met de hiervoor genoemde bestemmingen verbonden voorzieningen;

één en ander met dien verstande dat:

  • o. ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi' geen kwetsbare objecten zijn toegestaan;
  • p. risicovolle inrichtingen, zoals bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen zoals dit luidde ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan, niet zijn toegestaan;
  • q. inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, derde lid, van het Besluit omgevingsrecht zoals dit luidde ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan niet zijn toegestaan;
  • r. opslag, herverpakking en verkoop van vuurwerk niet is toegestaan in (bedrijfs)woningen of tot de (bedrijfs)woning behorende bijgebouwen;
  • s. voor zover deze gronden tevens zijn aangewezen voor 'Leiding-Gas', ze mede bestemd zijn voor de aanleg en het instandhouden van een ondergrondse hoge druk aardgastransportleiding en het bepaalde in artikel 12 van toepassing is.
  • t. voor zover deze gronden tevens zijn aangewezen voor 'Waarde-Archeologie 1', ze mede bestemd zijn voor de bescherming van de archeologische waarde van het gebied en het bepaalde in artikel 14 van toepassing is.

7.2 Bouwregels

Op de in lid 7.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemming en de aanduidingen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

ten aanzien van gebouwen geldt dat:

  • a. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' de voorgeschreven maximale bouwhoogte en het maximale bebouwingspercentage niet mogen worden overschreden;
  • c. nutsvoorzieningen niet hoger mogen zijn dan één bouwlaag van maximaal 5 meter met een maximum brutovloeroppervlakte van 50 m2 per gebouw.

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde

  • d. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte maximaal 2 meter;
  • e. lichtmasten: bouwhoogte maximaal 12 meter;
  • f. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte maximaal 15 meter;
  • g. kunstobjecten: bouwhoogte maximaal 6 meter, oppervlakte maximaal 10 m2 ;
  • h. vlaggenmasten: bouwhoogte maximaal 9 meter;
  • i. reclameobjecten: bouwhoogte maximaal 12 meter;
  • j. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte maximaal 3 meter.

7.3 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 7.2 onder f (antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie) tot een hoogte van maximaal 40 meter;

7.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Op eigen terrein dient te worden voorzien in ruimte voor het laden en lossen;
  • b. Op eigen terrein dient te worden voorzien in de parkeerbehoefte van zowel eigen medewerkers als bezoekers, waarbij de parkeernormen zoals opgenomen in de bij deze regels behorende 'Lijst van parkeernormen' dienen te worden aangehouden.
  • c. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen.

7.5 Afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

  • a. van het bepaalde in lid 7.1 onder a teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar, indien en voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorie(ën) van de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten';
  • b. van het vereiste als bedoeld in lid 7.4 onder b (op eigen terrein voorzien in parkeergelegenheid) mits uit een gemeentelijke parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid in het openbaar gebied aanwezig is voor de gevraagde functie;
  • c. van het vereiste als bedoeld in lid 7.4 onder b (op eigen terrein voorzien in parkeergelegenheid) teneinde de parkeernorm vast te stellen voor functies die niet voorkomen in de bij deze regels behorende 'Lijst van parkeernormen';

7.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Gemengd - 2' te wijzigen, zodanig dat de aanduiding 'detailhandel' komt te vervallen, dan wel wordt toegevoegd, een en ander met dien verstande dat het toevoegen van de aanduiding 'detailhandel' slechts mag geschieden ten behoeve van één of meer units binnen het pand Markerkant 12-1 en er tegelijkertijd voor een gelijk aantal units elders binnen deze bestemming de aanduiding 'detailhandel' vervalt.