direct naar inhoud van Artikel 10 Verkeer-Verblijfsgebied
Plan: Markerkant 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP2T05-vg02

Artikel 10 Verkeer-Verblijfsgebied

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer-Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen met een functie voor verblijf en verplaatsing;
  • b. fiets- en voetpaden;
  • c. ongebouwde parkeervoorzieningen, fietsenstallingen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en geluidwerende voorzieningen;
  • d. kunstwerken;
  • e. groenvoorzieningen en speelvoorzieningen;
  • f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • g. kunstobjecten;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. overige functioneel met de bestemming 'Verkeer-Verblijfsgebied' verbonden voorzieningen;

een en ander met dien verstande dat:

  • j. voor zover deze gronden tevens zijn aangewezen voor 'Leiding-Gas', ze mede bestemd zijn voor de aanleg en het instandhouden van een ondergrondse hoge druk aardgastransportleiding en het bepaalde in artikel 12 van toepassing is.
  • k. voor zover deze gronden tevens zijn aangewezen voor 'Waarde-Archeologie 1', ze mede bestemd zijn voor de bescherming van de archeologische waarde van het gebied en het bepaalde in artikel 14 van toepassing is.

10.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met uitzondering van de gebouwen als bedoeld onder a, en met inachtneming van het bepaalde in artikel 14 van deze regels, waarbij zijn toegestaan:

  • a. bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen met een maximale hoogte van één bouwlaag van maximaal 5 meter met een maximum brutovloeroppervlakte van 50 m2 per gebouw ;
  • b. lichtmasten, bewegwijzeringsportalen en verkeerslichten, waarvan de hoogte maximaal 12 meter mag bedragen;
  • c. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, waarvan de hoogte maximaal 15 meter mag bedragen;
  • d. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waarvan de hoogte maximaal 3 meter mag bedragen.

10.3 Afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 10.2 onder c (antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie) tot een hoogte van maximaal 40 meter;

10.4 Wijzigingsbevoegdheid

Het college van Burgemeester en Wethouders is bevoegd om, met inachtneming van het bepaalde in artikel 16 van deze regels, het bestemmingsplan te wijzigen zodat de bestemming van de in lid 1 bedoelde gronden worden gewijzigd in 'Bedrijf' of 'Gemengd - 1', met dien verstande dat:

  • a. de wijziging er niet toe leidt dat rijwegen of fietspaden worden opgeknipt of komen te vervallen;

het aantal parkeerplaatsen dat voor de perifere detailhandel of bedrijven nodig is, wordt opgelost op eigen terrein, bij voorkeur inpandig, met inachtneming van de parkeernormen zoals opgenomen in de bij deze regels behorende 'Lijst van parkeernormen';

  • b. de maximum bouwhoogte en het maximum bebouwingspercentage niet worden overschreden;
  • c. de realisatie van de perifere detailhandel uitsluitend is toegestaan als de omliggende ontsluitingswegen voldoende capaciteit hebben om de verkeersbewegingen als gevolg van de extra perifere detailhandel te kunnen verwerken.