direct naar inhoud van 7.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Plan: Bedrijventerreinen Hoogezand-West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0018.BP092HzWest-30va

7.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Belangrijke mijlpaal in de voorbereiding van een bestemmingsplan is een conceptplan, het zogenaamde voorontwerp. Het voorontwerp is het plan zoals dat door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Dit plan wordt voor overleg aan diverse instanties gezonden. Vaak wordt het tegelijk voor inspraak ter inzage gelegd. Belangstellenden kunnen dan hun mening geven. Inspraak is niet altijd (meer) verplicht door wetgeving, de inspraakverordening beperkt inspraak tot gelegenheden waar inspraak nodig is. Geen inspraak wordt verleend bij ondergeschikte herzieningen van eerder vastgesteld beleid dan wel van planologisch wijzigingen van ondergeschikt belang.

Dit bestemmingsplan is niet een ingrijpende herziening van het bestemmingsplan uit 2008. Het laat namelijk amper iets anders toe dan het voorgaande plan.

Voor dit plan is er daarom voor gekozen geen inspraak te verlenen. Het is immers grotendeels gelijk aan het plan zoals dat in 2008 werd vastgesteld.

Een overzicht van de ingediende inspraak- en overlegreacties, zienswijzen en bedenkingen uit de planprocedure van het voorgaande plan uit 2008 zijn opgenomen in paragraaf 4.2.6. Een groot deel van die reacties heeft nog waarde voor het huidige plan. De reacties zijn immers nog vers en inhoudelijk is dit bestemmingsplan nagenoeg gelijk aan zijn voorganger.

In beperkte mate is wel overleg geweest over dit bestemmingsplan. De provincie Groningen heeft naar aanleiding van het conceptplan aangegeven dat inderdaad afgezien mag worden van het voeren van overleg. Ook de inspectie Vrom en het waterschap hebben hier mee ingestemd. Verder is overlegd met de bedrijven waarvoor het bestemmingsplan een wijziging inhoudt.

7.2.1 Zienswijzen op het ontwerpplan

Het ontwerp bestemmingsplan is de start van de officiële procedure zoals opgenomen in artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening. Op de voorbereiding van een bestemmingsplan is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Het plan wordt bekendgemaakt en gedurende een termijn van zes weken voor een ieder ter inzage gelegd. Een ieder kan in deze periode zijn zienswijze over het plan bekend maken.

De gemeenteraad zal de eventueel ingediende zienswijzen betrekken bij haar besluit tot vaststelling van het definitieve bestemmingsplan.

Overwegingen bij zienswijzen

Het ontwerpplan heeft ter inzage gelegen van 5 mei t/m 15 juni 2010. De gemeente heeft twee zienswijzen binnen gekregen. De (samengevatte) zienswijzen en de reactie van de gemeente hierop zijn opgenomen in Bijlage 6 Nota van zienswijzen. In dit stuk is ook aangegeven of de zienswijze aanleiding heeft gegeven om het bestemmingsplan aan te passen.

Naar aanleiding van de zienswijzen is de toelichting op het ontwerp bestemmingsplan op één punt aangevuld. De veranderingen zijn hieronder weergegeven. De zienswijzen hebben geen aanleiding gegeven de regels van het bestemmingsplan aan te passen.

Plantoelichting

  Verandering   Reden  
1   artikel 6.3.6 toelichting planregels: In de toelichting op artikel 6 Leiding-Gas is een tabel opgenomen met aanwezige aardgasleidingen in het gebied.   verduidelijking