direct naar inhoud van 2.2 Toekomstige situatie
Plan: Wijzigingsplan Smidshornerweg 10b, Niekerk
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0015.WZBG12HERS1-VA01

2.2 Toekomstige situatie

2.2.1 Beschrijving van het initiatief

De initiatiefnemer is voornemens op de planlocatie een nieuwe stal te bouwen ten behoeve van de noodzakelijke modernisering en uitbreiding van het bedrijf. De initiatiefnemer is voornemens in deze nieuwe stal zijn bestaande melkveestapel te huisvesten en uit te breiden tot een omvang van 105 melkkoeien en 75 stuks jongvee (dit betreft een uitbreiding van 5 melkkoeien). De huidige stal zal hierbij in gebruik genomen gaan worden als jongveestalling. In deze bestaande stal zal eveneens een kantoorruimte worden ingericht. Dit zal echter gebeuren door inpandige herschikking.

In de gewenste situatie zal het volgende aan bebouwing en/of verharding worden opgericht:

Bebouwing
---------------------------------------------
Melkveestal: 1.350 m2
---------------------------------------------

De toename in verhard oppervlak bedraagt dus 1.350 m2.

In de volgende figuur is de gewenste situatie in een situatietekening weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0015.WZBG12HERS1-VA01_0005.jpg"

Gewenste situatie.
Bron: Architectuurstudio SKA.

Het huidige bouwvlak is niet toereikend om de voorgenomen ontwikkeling mogelijk te maken. Realisatie van het bouwplan binnen het huidige bouwperceel zou leiden tot een overschrijding van de geurnormen ten opzichte van omliggende woningen in het bebouwingslint. Door de nieuwe stal meer naar het zuiden te realiseren kan wel aan deze afstand worden voldaan. Hiervoor is het echter wel noodzakelijk het bouwvlak te wijzigen. De omvang van het bouwvlak zal hierdoor niet toenemen.

2.2.2 Landschappelijke inpassing

Bij nieuwe ontwikkelingen is het van belang dat de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving niet verloren gaat of, als mogelijk, juist wordt versterkt. Tevens is vanuit het ruimtelijke beleid een goede landschappelijke inpassing een vereiste. Om te onderzoeken of de ontwikkeling mogelijk kan bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving is door een landschapsdeskundige een tekening opgesteld waarop is aangegeven hoe de voorgenomen ontwikkeling landschappelijk zal worden ingepast. Deze tekening maakt onderdeel uit van een inpassingsplan. Dit inpassingsplan komt voort uit een keukentafeltraject tussen de gemeente, een landschapsarchitect en de initiatiefnemer, waarin een plan voor de eindsituatie voor de initiatiefnemer wordt opgesteld. Een succesvolle afsluiting van dit traject is een voorwaarde van medewerking van de gemeente aan het wijzigingsplan.

De tekening behorende bij het opgestelde inpassingsplan is in de volgende figuur weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0015.WZBG12HERS1-VA01_0006.jpg"

Tekening landschappelijke inpassing.
Bron: Stichting Libau.

De uitgangspunten voor wat betreft de situering uit het gemaakte inpassingsplan zijn als volgt:

"Beperkingen:

De uitbreiding van het bedrijf van de initiatiefnemer wordt beperkt door de milieuzonering van 100 meter tot de meest dichtbij gelegen woning. Aan de achterzijde dient tussen mestopslag en stal minstens 4 meter vrij te blijven voor eventuele doorrit. Het doorzicht vanaf de weg naar het achterliggende open land is waard om geconserveerd te worden. Plaatsing in deze zone dient niet verder overwogen te worden. Wel dient de uitstraling vanuit de stal naar de achterzijde van de bewoning ten oosten meegenomen te worden in een verder invulling van het erf. Die lichtuitstraling is goed te regelen met behulp van de plaatsing van armaturen, de keuze van bijvoorbeeld het doek en het lichtregime. Het gebruik van coulissen kan mede een bijdrage leveren aan de perceptie van omwonenden.

Plaatsing:

Plaatsing van de stal op de plek van de huidige sleufsilo is weliswaar te overwegen maar weegt niet op tegen de kosten die de verplaatsing van de voeropslag met zich meebrengt. De plaatsing van de stal verder van de weg af heeft echter wel het voordeel dat de lichthinder verder weg komt te liggen en onder een gunstiger hoek. Gezien de aanwezigheid van een stevige mantel rond de westelijk gelegen begraafplaats is de plaatsing te billijken.

Erfontwikkeling:

Gezien de economische- en eigendomssituatie is voor dit bedrijf de ontwikkeling op het eigen erf tot het uiterste opgerekt. Er is dus sprake van een eindsituatie."

Met het inpassingsplan wordt voldaan aan een goede landschappelijke inpassing. Uit het plan blijkt dat de nieuwe stal en het gehele erf goed zijn in te passen. Daarnaast betreft het voltooide definitieve inpassingsplan de afronding van het keukentafeltraject, waarmee aan de voorwaarde voor medewerking is voldaan. De gemeente, de landschapsarchitect en de initiatiefnemer hebben aangegeven akkoord te zijn met het opgestelde inpassingsplan. Voor het gehele inpassingsplan wordt verwezen naar bijlage 1 van dit plan. Middels een tussen de gemeente en de initiatiefnemer te sluiten overeenkomst wordt de uitvoering van het inpassingsplan vastgelegd.