direct naar inhoud van 5.3 Toelichting op de artikelen
Plan: Bestemmingsplan Oosterparkwijk
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01

5.3 Toelichting op de artikelen

5.3.1 Artikelsgewijze toelichting

Inleidende regels

De artikelen 1 tot en met 3 bevatten achtereenvolgens de in het plan gebruikte begrippen en hun definitie, de wijze waarop moet worden gemeten en de manier van omgaan met uitmetingsverschillen.

Bestemmingsregels

Artikel 4 Bedrijf

De bestemming Bedrijf geldt voor een strook grond aan de Oosterhamrikkade (oudere bebouwing, nu voornamelijk dienstverlening), voor de machinefabriek aan de Petrus Campersingel (een categorie 3-bedrijf) en voor de gronden aan het Damsterdiep en de Oliemuldersweg (een tankstation, een seksinrichting en een caravanhandel in oudere bedrijfsbebouwing).

De bestemming staat bedrijvigheid van de categorieën 1 en 2 toe. Voor de machinefabriek is een aanduiding opgenomen om deze bedrijvigheid van de derde categorie mogelijk te maken. Eventuele bovenwoningen zijn middels een aanduiding 'wonen' geregeld. De seksinrichting en het tankstation zijn specifiek aangeduid. De bestaande detailhandel is eveneens met aanduidingen die gekoppeld zijn aan het huidige bouwvlak vastgelegd. Er is een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid opgenomen om de bouw van nieuwe woningen mogelijk te maken. Dit is overeenkomstig het geldende bestemmingsplan Oosterparkwijk. Uiteraard moet bij het toepassen van deze afwijkingsbevoegdheid getoetst worden aan zaken als de verblijfssituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. Ook mag de geluidbelasting vanwege het wegverkeer van geluidgevoelige gebouwen niet hoger zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.

Voor de seksinrichting is een uitsterfconstructie opgenomen. Als deze inrichting gedurende minimaal een jaar (onafgebroken) is opgehouden te bestaan mag het gebruik als seksinrichting niet meer worden hervat.

Artikel 5 Centrum

De bestemming Centrum geldt voor de twee winkelcentra in de Oosterparkwijk; Wielewaalplein (inclusief de nieuwe noordzijde van dit plein) en Linnaeusplein (zuidkant). Binnen deze bestemming zijn functies als detailhandel, dienstverlening (zakelijk en maatschappelijk), wonen en horeca (1, 2 en 3) onderling uitwisselbaar.

Artikel 6 Dienstverlening

De bestemming Dienstverlening is van toepassing op onder meer de panden rondom het H.A.Kooykerplein, een kantoorgebouw aan de Gorechtkade, een kantoorgebouw aan de Professor E.D.Wiersmastraat, een pand aan de Petrus Campersingel en tot slot op de dienstverlenende bedrijven aan de zuidkant van het Damsterdiep (historische gebouwen). Binnen deze bestemming zijn zakelijke en maatschappelijke dienstverlening en kantoren onderling uitwisselbaar.

Artikel 7 Gemengd

De bestemming Gemengd geldt voor de winkelstrips aan de noordkant van het Linnaeusplein/Gorechtkade, aan het Damsterdiep/Hyacinthstraat, aan de Ripperdalaan en voor het Damsterdiep tussen de Petrus Campersingel en de Professor Rankestraat. Binnen de bestemming zijn detailhandel, zakelijke en maatschappelijke dienstverlening, wonen, kantoren, sport, recreatie en bedrijven van de categorieën 1 en 2 onderling uitwisselbaar. Horeca is nader aangeduid en is daarmee vastgelegd op de bestaande horecapanden. Het hotel is specifiek aangeduid als horeca van categorie 5.

Artikel 8 Groen

De bestemming Groen omvat de hoofdgroenstructuur in het plangebied. Het gaat hier om de Gorechtkade, het Pioenpark, het Oosterpark, het H.A.Kooykerplein en stroken langs de Petrus Campersingel, het Damsterdiep en het Van Starkenborchkanaal. Ook belangrijke groenstructuren in de wijk hebben een groenbestemming gekregen. Er mogen geen gebouwen worden gebouwd.

Voor een viertal woonschepen in het Oosterhamrikkanaal (grenzend aan een groene oever) is een regeling opgenomen om, grotendeels conform het bestemmingsplan Openbaar Vaarwater en het bestemmingsplan Waterrand Oosterparkwijk, tuinen in te richten en bergingen te realiseren op deze oever. In het voorheen geldende bestemmingsplan Uniforme Voorschriften Openbaar Vaarwater (UVOV) werden geen tuinen mogelijk gemaakt. Op grond van de UVOV konden burgemeester en wethouders vrijstelling verlenen voor het bouwen van één berging per woonschip. Er was dus geen sprake van direct recht.

In dit bestemmingsplan is de omvang van de toegestane tuinen bij drie van de vier woonschepen vastgesteld op eenderde van de ligplaats van het woonschip en een diepte van 7 meter. Dit is op de plankaart terug te zien aan het ingetekende bouwvlak. Voor een diepte van 7 meter wordt gekozen om vanaf de kant van de weg (inclusief stoep) 5 meter als openbaar groen te behouden. Dit komt redelijk overeen met de feitelijke situatie zoals die nu is. De diepte van de groene oever is ter plaatse overwegend 12 meter. Voor het woonschip dat ligt aan een veel smallere oever geldt wel het principe van eenderde van de ligplaats, maar met een minder grote diepte.


Artikel 9 Maatschappelijk

De bestemming Maatschappelijk omvat alle bestaande kerken, scholen, kinderopvangcentra, verzorgingsinstellingen, speeltuinverenigingen in de wijk. Ook een gymnastieklokaal, buurtcentra, het Jongeren Ontmoetings Punt (JOP), het consultatiebureau, de verloskundigenopleiding en de huisartsenpost aan het Damsterdiep vallen onder deze bestemming. Enkele bijzondere functies binnen deze bestemming zijn het Denksportcentrum aan de Oliemuldersweg, het jeugdcircus aan de Professor E.D.Wiersmastraat, het rioolgemaal aan het Damsterdiep (monumentaal pand) en het Van Houten-huis aan de zuidkant van het Damsterdiep (tevens monument).

Artikel 10 Recreatie

De bestemming Recreatie geldt voor het volkstuinencomplex annex duivensportterrein aan de Duiventil/Mimosastraat. Toegestaan zijn, volkstuinen, groentetuinen en dagrecreatieve voorzieningen, waaronder voorzieningen ten behoeve van de duivensport. Ook zijn additionele voorzieningen, waaronder een verenigingsgebouw, toegestaan. Het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en gebouwen ten behoeve van permanente bewoning gerekend is aangemerkt als strijdig gebruik.

Artikel 11 Tuin

De bestemming Tuin is van toepassing op de tuin van het monumentale pand aan het Damsterdiep en op de tuinen van de zogenaamde boerderijtjes in het Blauwe Dorp. Op de lange termijn is het namelijk de bedoeling, dat de oorspronkelijke indeling met straatjes in het Blauwe Dorp weer terug zal komen. Op korte termijn zal hier echter niets gaan veranderen. Er is daarom gekozen voor een tussenoplossing: de tuinen die ook op lange termijn tuinen blijven hebben een bestemming Wonen gekregen, de straten die ook op lange termijn straten blijven hebben de bestemming Verkeer gekregen en de tuinen die op de lange termijn wellicht straten worden hebben een bestemming Tuin gekregen. De bewoners kunnen hun gebruik als tuin daarmee voortzetten, maar er worden geen nieuwe bebouwingsmogelijkheden geboden. De situatie wordt als het ware bevroren, ook om aan te geven dat er op termijn een andere situatie zou kunnen ontstaan.


Artikel 12 Verkeer

De bestemming Verkeer omvat de verkeersstructuur in het plangebied. Het gaat hier om alle wegen, pleinen en parkeerplaatsen. In deze bestemming zijn tevens nutsvoorzieningen geregeld die de vergunningvrije maatvoering (15m2 en 3 meter bouwhoogte) te boven gaan. Daar waar de dubbelbestemming beschermd stadsgezicht geldt, zijn nutsvoorzieningen nooit vergunningvrij en daarom in de regels opgenomen.

Artikel 13 Water

De bestemming Water is van toepassing op alle vijverpartijen in de wijk; de restanten van het Gorechtkanaal, de vijver in het Oosterpark en vijvers in het Pioenpark. Ook een heel klein gedeelte van het Oosterhamrikkanaal is meegenomen in dit bestemmingsplan. Dat is gebeurd om een fout die gemaakt is bij het bestemmingsplan Openbaar Vaarwater te herstellen. Binnen de bestemming is met een aanduiding aangegeven waar in het Oosterhamrikkanaal een woonschip mag liggen. Ook de sloten en waterpartijen in het Damsterbuurtje zijn vanwege hun cultuurhistorische betekenis specifiek bestemd als Water.

Artikel 14 Wonen

De regels van de bestemming Wonen zijn gericht op behoud en versterking van de ruimtelijke karakteristiek, maar het is niet de intentie het gebied geheel op 'slot' te zetten. Zo worden bij de bestaande woningen aan de achterzijde royale uitbreidingsmogelijkheden geboden. Dit in aanvulling op de mogelijkheden van het vergunningsvrije bouwen die de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) sinds 1 oktober 2010 biedt.

De bestemming Wonen omvat het grootste deel van het plangebied. Naast regulier wonen zijn ook bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur, toegestaan. Met aanduidingen op de plankaart zijn op de begane grond functies als maatschappelijke dienstverlening, zakelijke dienstverlening, detailhandel en horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3 mogelijk gemaakt. Met een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid zijn nieuwe bedrijfjes, detailhandel, zakelijke of maatschappelijke dienstverlening en restaurants mogelijk.


Garageboxen zijn specifiek aangeduid, evenals onderdoorgangen. Voor het Treslinghuis is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om op termijn de bestemming Wonen te kunnen wijzigen naar de bestemming Maatschappelijk.

Regeling voor bijbehorende bouwwerken

Voor de bouwmogelijkheden is het van belang op welk gedeelte van het erf gebouwd wordt. Bijbehorende bouwwerken zijn (bij recht) uitsluitend toegestaan op het achtererfgebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0063.jpg"
voorerfgebied en achtererfgebied


Aangebouwde bijbehorende bouwwerken zijn (bij recht) toegestaan, mits zij:

  • maximaal 4 meter hoog zijn, en;
  • maximaal 4 meter diep zijn, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0064.jpg"
aangebouwde bijbehorende bouwwerken


Vrijstaande bijbehorende bouwwerken zijn toegestaan tot een maximale hoogte van 3 meter. Indien de zij- of achtererfgrens grenst aan het openbaar toegankelijk gebied moeten bijbehorende bouwwerken minimaal 1 meter uit deze zij- en/of achtererfgrens worden geplaatst.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0065.jpg"
ligging aan het openbaar toegankelijk gebied


Voor alle bebouwing op het achtererfgebied tezamen, dus inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, geldt dat het achtererfgebied voor maximaal 50% mag worden bebouwd tot een maximale oppervlakte van 50 m2.


De afwijkingsbevoegdheid van lid 14.4.1 onder b mag niet worden toegepast voor het perceel Zaagmuldersweg 1. Dit is het project Zaagdam. De op de plankaart aangegeven bouwhoogte van maximaal 17 meter is daarmee het maximum. Ook mag deze afwijkingsbevoegdheid niet worden toegepast voor een aantal straten in De Velden.

De afwijkingsbevoegdheid van lid 14.4.1 onder f inzake het realiseren van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk achter een oorspronkelijk aangebouwd bijbehorend bouwwerk is een aanvulling op de tot nu toe gehanteerde standaard van de gemeente Groningen. De afwijkingsbevoegdheid heeft ten doel aangebouwde bijbehorende bouwwerken achter bestaande oorspronkelijke uitbouwen mogelijk te maken, bijvoorbeeld in het geval van een bijzondere woningplattegrond of wanneer de situatie in de omgeving van het bouwplan daartoe aanleiding geeft. De bij afwijking toegestane bebouwing achter de oorspronkelijke uitbouw is beperkt tot maximale 4 meter om openheid op het binnenterrein te waarborgen. De totale oppervlakte aan toegestane bebouwing op het achtererfgebied mag hierbij niet toenemen.

Artikel 15 Leiding - Hoogspanning

Het betreft een ondergrondse hoogspanningsverbinding van 110 kV. Voor deze verbinding wordt een afstand van 3 meter aan weerszijden aangehouden. Binnen deze zone mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten behoeve van de verbinding zelf worden gebouwd. Er geldt een afwijkingsbevoegdheid voor andere bouwwerken, geen gebouw zijnde, met als voorwaarde overleg met de leidingbeheerder.

Artikel 16 Waarde - Archeologie 2

De dubbelbestemming Waarde - Archeologie 2 ligt over de brede zone rondom de loop van de Hunze en geldt vanaf een diepte van zestig centimeter en een oppervlakte van 200 vierkante meter. Deze bestemming dient om archeologische verwachtingswaarden te beschermen.

Artikel 17 Waarde - Beschermd Stadsgezicht-1

De dubbelbestemming Waarde - Beschermd Stadsgezicht-1 betreft het beschermde stadsgezicht Petrus Campersingel/S.S.Rosensteinlaan. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen en er geldt een vergunningseis voor het aanleggen of verharden van wegen en paden en het aanbrengen van verhardingen en voor het verwijderen van de ligusterheggen als erfafscheiding naar de straat.

Artikel 18 Waarde - Beschermd Stadsgezicht-2

De dubbelbestemming Waarde - Beschermd Stadsgezicht-1 betreft het beschermde stadsgezicht Bloemenbuurt. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen en er geldt een vergunningseis voor het aanleggen van verharde wegen, paden, in- en uitritten, parkeervoorzieningen of terrassen, voor het verwijderen van de houtopstanden en voor het afgraven of ophogen van de gronden met meer dan 40 centimeter.


Algemene regels

Artikel 19

Dit artikel bevat de anti-dubbeltelregel. De redactie is conform artikel 3.2.4 van het Besluit ruimtelijke ordening. Deze bepaling is ervoor om te voorkomen dat dezelfde grond meer dan eens betrokken wordt in een omgevingsvergunningstoets en daarmee meer gebouwd kan worden dan is toegestaan.

Artikel 21

In dit artikel wordt geregeld dat de aanvullende stedenbouwkundige bepalingen uit de Groninger Bouwverordening niet van toepassing zijn. Hetgeen het bestemmingsplan regelt gaat vóór datgene wat op dit gebied door de Bouwverordening wordt geregeld. Daarop is echter op een vijftal punten, die in dit artikel zijn genoemd, een uitzondering gemaakt. Het belangrijkste hierbij is onderdeel d, waarmee de Nota Parkeernormen van de gemeente Groningen voor dit bestemmingsplan van toepassing wordt verklaard.

Artikel 22

Dit artikel bevat afwijkingsbevoegdheden, die op alle bestemmingen in het plangebied van toepassing zijn. Bedoeling van de bepaling is om relatief kleine afwijkingen van het bestemmingsplan toe te staan, zowel qua omvang als qua functie.

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 23

Dit artikel regelt het overgangsrecht. De redactie is conform de artikelen 3.2.1 en 3.2.2 van het Besluit ruimtelijke ordening.

Artikel 24

Dit artikel bevat de zogenaamde slotregel, die bedoeld is voor een eenduidige vastlegging van de naam van het bestemmingsplan.

Wijzigingsbevoegdheid

Dit bestemmingsplan bevat geen algemene procedureregels voor wijzigings- en uitwerkingsplannen. De procedure hiervoor is nu voorgeschreven in artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening en heeft rechtstreekse werking. Dit artikel regelt dat deze procedure de weg moet volgen die is voorgeschreven in afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht. Dit betekent een terinzagelegging van 6 weken, gedurende welke zienswijzen kunnen worden ingediend. Burgemeester en wethouders besluiten vervolgens binnen 8 weken over de vaststelling van het uitwerkings- of wijzigingsplan.

5.3.2 Toelichting regeling van vrije beroepsactiviteiten en bedrijfsmatige activiteiten in en bij woningen

De begrippen aan huis verbonden beroep en vrij beroep worden vaak, en ook hier, synoniem gebruikt. Het voorliggend bestemmingsplan biedt de mogelijkheid aan huis verbonden beroepen -met behoud van de woonfunctie- uit te oefenen in een woning en de daarbij behorende aangebouwde bijbehorende bouwwerken.

In het algemeen is het verboden om, indien aan gronden en bouwwerken een woonbestemming of -functie is gegeven, deze te gebruiken op een wijze of tot een doel in strijd met de woonbestemming. Een ander gebruik dan wonen is niet toegestaan. In de jurisprudentie is echter bepaald dat het vestigen van een vrij beroep niet in strijd is met de woonbestemming, tenzij het bestemmingsplan het tegendeel bepaalt en het beroep door de bewoner van het pand wordt uitgeoefend, waarbij het woonhuis in overwegende mate de woonfunctie behoudt en de uitoefening van het beroep een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is. Het gaat veelal om een eenpersoonsberoep.

Op grond van de definitie van aan huis verbonden beroepen in dit bestemmingsplan zijn de betreffende activiteiten (onder voorwaarden, zie hierna) in overeenstemming met de functie wonen. Voor dergelijke activiteiten in een woning en/ of de daarbij behorende aangebouwde bijbehorende bouwwerken is geen afwijking bij een omgevingsvergunning nodig.

Of een bepaald gebruik in overeenstemming is met de functie woondoeleinden wordt beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

a. de aard van het gebruik

b. de omvang van het gebruik

c. de intensiteit van het gebruik

Ad a. Bij de 'aard' van het gebruik kan men denken aan een beroep welke naar zijn aard (ernstige) hinder voor zijn omgeving oplevert, of welke naar zijn aard grote verkeersproblemen zal opleveren. Het gebruik mag immers geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer. Het mag evenmin een onevenredige parkeerdruk veroorzaken.

Ad b. Bij de 'omvang' van het gebruik is relevant of het gebruik meerdere ruimten of gebouwen in beslag neemt, welk gedeelte van het gebouw door het gebruik in beslag wordt genomen, hoeveel vierkante meter het gebruik in beslag neemt.

Ad c. Bij de 'intensiteit' van het gebruik kan worden gedacht aan frequent of incidenteel gebruik.

Als nu blijkt dat het gebruik aldus een uitstraling heeft welke niet te rijmen valt met de gelegde woonbestemming, dan is het gebruik strijdig met de woonbestemming (zie ARRvS, AB 1993/163).

Onder een 'vrije beroepsbeoefenaar' wordt verstaan: 'iemand die wordt gevraagd om zijn individuele, persoonlijke kwaliteiten, die in het algemeen op artistiek of academisch/HBO-niveau liggen'. In de praktijk is het onderscheid moeilijk aan te geven. Bij vrije beroepen valt te denken aan: advocaat, accountant-administratieconsulent, alternatieve genezer, belastingconsulent, bouwkundig architect, dierenarts, fysiotherapeut, gerechtsdeurwaarder, huidtherapeut, huisarts, interieurarchitect, juridisch adviseur, kunstenaar,logopedist, makelaar, medisch specialist, notaris, oefentherapeut, organisatieadviseur, orthopedagoog, psycholoog, raadgevend adviseur, redacteur, registeraccountant, stedenbouwkundige, tandarts, tandarts-specialist, (al dan niet beëdigd) tolkvertaler, tuin- en landschapsarchitect, verloskundige.

Aan huis verbonden beroepen in een vrijstaand bijbehorend bouwwwerk

Voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende ten behoeve van een aan huis verbonden beroep is het nodig om bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bestemmingsplan. Hiertoe is een bevoegdheid voor burgemeester en wethouders opgenomen in lid 14.6.

Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Overige activiteiten, die niet vallen onder de aan huis verbonden beroepen, maar in bepaalde gevallen wel daarmee gelijk te stellen zijn, worden aangemerkt als beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten, die niet rechtstreeks passen binnen de woonbestemming. Zij zijn daarom niet bij recht toegestaan in dit plan. Wel is het mogelijk voor deze activiteiten bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bestemmingsplan (zie lid 14.6, voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken (bijlage 2).