direct naar inhoud van 6.5 Toelichting algemene regels
Plan: Dijkverbetering Hagestein - Opheusden
Status: vastgesteld
Plantype: inpassingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0000.IMip12DijkverbHOP-3000

6.5 Toelichting algemene regels

6.5.1 Gebiedsaanduidingen

Beschermingszones

Op enkele trajecten ter hoogte van de maatregelen is de beschermingszone van de vigerende Legger niet vastgelegd in het vigerende bestemmingsplan. Dit heeft zijn oorzaak in het feit dat de Legger van een recentere datum is dan het vigerende bestemmingsplan. In het voorliggende rijksinpassingsplan wordt naast de dijkverbeteringsmaatregelen ook de beschermingszone geregeld. De redenen daarvoor zijn als volgt. Het (tevens) planologisch waarborgen van de beschermingszone:

  • voorkomt dat de huidige investeringen en maatregelen ter uitvoering van de opdracht vanuit de PKB niet zinledig worden door maatschappelijke ontwikkelingen;
  • geeft een extra waarborg voor de uitbreidbaarheid en daarmee voor het voldoen aan de uitgangspunten van de Leidraad Rivieren. (zie paragraaf 4.4 Waterschapsbeleid voor een nadere toelichting).

Naast de beschermingszones zoals die van toepassing waren voor de dijkverbetering uit de geldende Legger is ook rekening gehouden met nieuwe, met de dijkverbeteringsmaatregelen uit het inpassingsplan samenhangende beschermingszones. De Legger is daarop aangepast. In de legger is op een beperkt aantal delen van het traject als gevolg van enkele maatregelen een wijziging van de kernzone en beschermingszone opgenomen. Nieuwe, met de dijkverbeteringsmaatregelen uit het inpassingsplan samenhangende beschermingszones, bestemd in het inpassingsplan. Op de locaties waar het rijksinpassingsplan een dwarsprofiel met geotextiel toestaat is in de Legger en in het inpassingsplan de beschermingszone opgenomen die hoort bij het reguliere dwarsprofiel voor die locaties.

Met ingang van 1 oktober 2012 geldt op grond van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening een instructie ten aanzien van de wijze van bestemmen van de waterkering (kernzone) en de bijbehorende beschermingszone (zie ook paragraaf 4.2). Voor de beschermingszone geldt dat zowel de binnenbeschermingszone als de buitenbeschermingszone moeten worden opgenomen.

De begrenzing van de vrijwaringszones is rechtstreeks overgenomen uit de Legger. De bijbehorende regels volgen direct uit de Keur. Het rijksinpassingsplan houdt dan ook geen verzwaring in van de beperkingen die reeds gelden op grond van de Keur en de bijbehorende Legger.

'Vrijwaringszone - dijk - 1'

De binnenbeschermingszone uit de Legger is opgenomen met de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - dijk - 1'. Deze gebiedsaanduiding beschermt de waterkering door de bouwmogelijkheden van de onderliggende bestemming(en) te beperken. De regeling strekt ertoe dat bouwen voor de onderliggende enkelbestemming(en) vooraf wordt getoetst, doordat een bouwverbod onderdeel is van de regels. Het nieuwe bouwwerk is uitsluitend toelaatbaar na afwijken bij omgevingsvergunning door het college. Het college vraagt bij het toepassen van deze bevoegdheid advies aan het waterschap. Het bouwverbod geldt alleen voor nieuwe bouwwerken; alle bestaande bouwwerken blijven toegestaan (worden niet 'wegbestemd').

Op een aantal locaties is sprake van een overlapping tussen de 'vrijwaringszone - dijk - 1' en dubbelbestemmingen voor de waterkering in de geldende bestemmingsplannen. Op die locaties vervalt de dubbelbestemming uit het bestemmingsplan. In de algemene regels is dit bepaald. In de bijlage bij de regels is beschreven om welke bestemmingsplannen en bestemmingen het gaat.

'Vrijwaringszone - dijk - 2'

De buitenbeschermingszone uit de Legger is opgenomen met de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - dijk - 2'. Deze gebiedsaanduiding beperkt de mogelijkheden uit de geldende onderliggende bestemmingen niet; 'vrijwaringszone - dijk - 2' heeft een attentiefunctie. De benodigde bescherming is geregeld in de Keur. In de Keur is over de buitenbeschermingszone het volgende bepaald.

"Zonder vergunning van het bestuur is het verboden in de buitenbeschermingszone van een waterkering:

  • a. afgravingen en seismische onderzoeken te verrichten;
  • b. werken met een overdruk van 10 bar te plaatsen en te hebben;
  • c. explosiegevaarlijk materiaal of explosiegevaarlijke inrichtingen te hebben."
6.5.2 Algemene wijzigingsregels

Aanpassing bestemmingsgrenzen

In artikel 9.1 is een algemene wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Hiermee wordt het mogelijk gemaakt om een bestemmingsgrens met hooguit 5 m te veranderen dan wel het oppervlak met hooguit 10% te vergroten. Mocht er tijdens de uitvoering van de werkzaamheden een noodzaak zijn de dijkverbetering anders uit te voeren, dan biedt deze wijzigingsbevoegdheid daarvoor de benodigde flexibiliteit. Door de directe relatie met de uitvoering van de werkzaamheden voor de dijkverbetering, als onderdeel van de PKB, is de Minister het bevoegd gezag voor de wijzigingsbevoegdheid.

Wro-zone - wijzigingsgebied

Deze wijzigingsmogelijkheid voor het vergroten van de kernzone is van toepassing ter hoogte van de locatie Rijnbandijk nr. 12-18. Op deze locatie zijn de in voorliggend inpassingsplan opgenomen dijkverbeteringsmaatregelen afgestemd op de nu aanwezige gebouwen. Er is een reële mogelijkheid dat deze gebouwen in de nabije toekomst worden gesloopt, waardoor de dijkverbetering op deze locatie met de extra ruimte op een aanmerkelijk betere wijze kan worden vormgegeven. Het verwijderen van de gebouwen biedt de mogelijkheid om buitendijks een maatregel in grond (berm) toe te passen, hetgeen onder andere positief kan werken voor de binnendijkse dijkverbeteringmaatregel en de vekeerssituatie. Ook is deze extra ruimte positief voor de ruimtelijke kwaliteit, omdat een grotere continuïteit in het dijkprofiel mogelijk is. Een vergroting van de kernzone is daarvoor nodig, de wijzigingsbevoegheid in artikel 9.2 maakt dit mogelijk.

6.5.3 Verhouding met geldende bestemmingsplannen

De bestemmingsplannen in het plangebied van het Rijksinpassingsplan behouden grotendeels hun werking. Een aantal onderdelen van de geldende bestemmingsplannen in het gebied komt met het Rijksinpassingsplan te vervallen. Het Rijksinpassingsplan en de geldende bestemmingsplannen bestaan dus naast elkaar als zelfstandige documenten. Deze documenten moeten in samenhang worden gelezen voor een compleet beeld van de juridisch-planologische situatie in het gebied. Om de onderlinge verhouding tussen het Rijksinpassingsplan en de geldende bestemmingsplannen te verduidelijken, is een regeling opgenomen in het plan. In artikel 10 en artikel 11 zijn bepalingen opgenomen die de verhouding tussen het Rijksinpassingsplan en de geldende bestemmingsplannen vastleggen.

Voorrangsregeling dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen (Artikel 10)

Wanneer er voor dezelfde gronden meerdere dubbelbestemmingen en/of gebiedsaanduidingen gelden, moeten bouwactiviteiten aan iedere dubbelbestemming en/of gebiedsaanduiding afzonderlijk worden getoetst. Bouwactiviteiten voor de ene dubbelbestemming worden getoetst aan de criteria ter bescherming van de andere dubbelbestemming(en) en/of gebiedsaanduiding. Zoals beschreven in hoofdstuk 1 is met de dijkverbetering een nationaal belang gemoeid: de veiligheid tegen overstromingen. Ter bescherming van dat belang is in artikel 10 bepaald dat bij toepassing van de dubbelbestemming in dit plan ook de regels in acht genomen worden die bij deze andere dubbelbestemmingen horen, tenzij dit strijdig is met het belang van de waterkering.

Verhouding met bestemmingsplannen (Artikel 11)

Op een aantal locaties is sprake van een overlapping tussen de bestemmingen en gebiedsaanduidingen uit het inpassingsplan met bestemmingen uit geldende bestemmingsplannen. Waar de dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering of de gebiedsaanduiding "vrijwaringszone - dijk - 1" samenvalt met dubbelbestemmingen voor de waterkering in de geldende bestemmingsplannen, vervallen de dubbelbestemmingen uit de geldende bestemmingsplannen. In bijlage 1 bij de regels is aangegeven om welke bestemmingsplannen en welke bestemmingen het gaat.

Zoals beschreven in paragraaf 6.4 Toelichting bestemmingsregels bevat het inpassingsplan ook een aantal enkelbestemmingen. Deze enkelbestemmingen komen in de plaats van de enkelbestemmingen uit de geldende bestemmingsplannen. In bijlage 2 bij de regels is aangegeven om welke bestemmingsplannen het gaat.