direct naar inhoud van Artikel 17 Natuur
Plan: Buitengebied Sint Anthonis 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1702.8BPbuitengebied-VA02

Artikel 17 Natuur

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de instandhouding, versterking en ontwikkeling van natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, archeologische en/of abiotische waarden;
  • b. het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van natuurwetenschappelijke waarde en/of ecologische waarde;
  • c. waterlopen, waterpoelen en waterpartijen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein', een parkeerterrein;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 4', een stilteplek;
  • f. instandhouding van bos met daaraan ondergeschikt de bosbouwkundige waarde;
  • g. extensief dagrecreatief medegebruik;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. nutsvoorzieningen;
  • j. bestaande paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
  • k. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen.
17.2 Bouwregels
17.2.1 Gebouwen

Op de voor 'Natuur' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, behoudens bestaande gebouwen ten behoeve van het beheer en onderhoud van het natuurgebied.

17.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
  • a. Op de voor 'Natuur' aangewezen gronden mogen geen bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd, met uitzondering van:
    • 1. ondergeschikte bouwwerken, zoals afrasteringen en eenvoudige recreatief ondersteunende voorzieningen zoals wegwijzers, informatieborden en zitbanken;
    • 2. waterstaatkundige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming, noodzakelijk voor het beheer en onderhoud van waterlopen;
    • 3. nutsvoorzieningen waarvan de bouwhoogte maximaal 3 meter bedraagt;
    • 4. kleinschalige voorzieningen ten behoeve van beheer of extensief recreatief medegebruik, waarvan de bouwhoogte maximaal 5 meter en de oppervlakte maximaal 30 m² mag bedragen;
    • 5. een voederberging of voederruif voor de instandhouding van het wild, mits:
      • de inhoud van de voederberging of voederruif maximaal 3 m³ bedraagt;
      • de bouwhoogte maximaal 2 meter bedraagt;

met dien verstande dat als gevolg van het te verwachten gebruik van de genoemde bouwwerken de bestaande natuurwaarden niet onevenredig worden geschaad.

  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 4' is één stiltemonument met bijbehorende bankjes toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte maximaal 2,50 meter bedraagt;
    • 2. de oppervlakte maximaal 130 m² bedraagt.
17.3 Afwijken van de bouwregels
17.3.1 Afwijken van de bouwregels ten behoeve van een hoogzit
  • a. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 17.2.1 en 17.2.2 ten behoeve van het bouwen van een hoogzit voor de uitoefening van de jacht of natuurstudie, mits de bouwhoogte maximaal 6 meter en de oppervlakte maximaal 5 m² bedraagt;
  • b. vergunning voor de in dit lid genoemde activiteiten uitsluitend wordt verleend mits verzekerd is dat de ontwikkeling gepaard gaat met inpassing van de activiteiten, een en ander op basis van een goedgekeurd landschapsplan, waarbij aanleg, beheer en instandhouding juridisch geborgd zijn;
  • c. de onder c. bedoelde inpassing mede kan betreffen:
    • 1. de landschappelijke inpassing van bebouwing en verharding;
    • 2. aanleg van gebiedseigen landschapselementen in of nabij de projectlocatie;
    • 3. het slopen van bebouwing;
    • 4. het vergroten van de architectonische kwaliteit van bouwwerken.
17.4 Specifieke gebruiksregels
17.4.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruiken of het laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. detailhandel;
  • b. horeca;
  • c. evenementen, behoudens evenementen in het kader van het gedenken van overledenen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 4';
  • d. kamperen;
  • e. staanplaats of ligplaats voor onderkomens en/of kampeermiddelen;
  • f. sport- en wedstrijdterrein, buitenmanege of lig- en speelweide;
  • g. het beproeven van voertuigen, de beoefening van de motorsport, het houden van wedstrijden met motorvoertuigen;
  • h. het racen of crossen met motorvoertuigen;
  • i. staanplaats voor wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel;
  • j. militaire oefeningen met uitzondering van marsoefeningen waarbij geen gebruik wordt gemaakt van voertuigen;
  • k. het plaatsen van mestzakken of daarmee vergelijkbare voorzieningen;
  • l. opslag van goederen en materialen, behoudens voor zover dit noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • m. opslag van brandgevaarlijke en giftige stoffen;
  • n. het winnen van bosstrooisel en mos;
  • o. terrein voor het aanbrengen en het hebben van opschriften, aankondigingen of afbeeldingen, behoudens het bepaalde in artikel 7 van de Grondwet;
  • p. het scheuren van grasland;
  • q. paardenbakken;
  • r. permanente of tijdelijke bewoning van gebouwen, inclusief aan het wonen gerelateerde activiteiten en direct daarmee verband houdend gebruik van voorzieningen zoals gemeenschappelijke verblijfsruimte, sanitair, kook- en wasgelegenheid;
  • s. schietbaan, ten behoeve van schietsport;
  • t. hondensportvereniging / hondendressuurcentrum;
  • u. seksinrichting.
17.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
17.5.1 Vergunningplichtige werken en/of werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het ontginnen, bodem verlagen of afgraven, ophogen en/of egaliseren van de bodem, behoudens de aanleg van drinkpoelen;
  • c. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur, tenzij dit noodzakelijk is voor of verband houdt met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • d. het aanbrengen van hoog opgaande beplanting anders dan ten behoeve van de ecologische hoofdstructuur;
  • e. het vellen en/of rooien van houtgewas, met name hoogstamboomgaarden, of het verrichten van werkzaamheden welke de dood of ernstige beschadiging van houtgewas tot gevolg kan hebben, behoudens bij wijze van verzorging;
  • f. het bemalen of draineren van gronden en het winnen van water of het anderszins verlagen van de grondwaterstand;
  • g. het aanbrengen en/of aanleggen van oeverbeschoeiingen en het graven en/of aanleggen van waterlopen;
  • h. het bebossen van gronden;
  • i. het verwijderen van graften, bosstroken en/of grasbanen.
17.5.2 Uitzondering

Het verbod als bedoeld in artikel 17.5.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken en/of werkzaamheden:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'parkeren';
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 4';
  • c. die van geringe omvang zijn danwel het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • d. welke op het tijdstip waarop het plan in werking treedt, in uitvoering zijn;
  • e. die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
17.5.3 Afwegingskader

Een vergunning als bedoeld in artikel 17.5.1 wordt slechts verleend indien:

  • a. de waarden van deze gronden niet onevenredig (kunnen) worden geschaad;
  • b. de mogelijkheden voor het herstel van die waarde niet onevenredig (kunnen) worden verkleind.