direct naar inhoud van Artikel 16 Maatschappelijk
Plan: Buitengebied Sint Anthonis 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1702.8BPbuitengebied-VA02

Artikel 16 Maatschappelijk

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen, met dien verstande dat ter plaatse van de navolgende aanduidingen uitsluitend de daarbij aangegeven soorten maatschappelijke voorzieningen zijn toegestaan:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte', een praktijkruimte;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 2', een defensieterrein;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 3', woon- en werkgemeenschap Bronlaak, bestemd voor:
      • een zorginstelling voor (geïndiceerd) verblijfs- en werktherapie;
      • 6 bedrijfswoningen;
    • 4. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 5', een grafmonument;
    • 5. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 7', een dierenpension;
    • 6. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 8', een scoutingterrein;
    • 7. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 9', een gildevereniging;
    • 8. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 10', een jeugdontmoetingsplaats;
    • 9. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 11', een dierenweide;
    • 10. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - 2', een natuurspeelterrein;
    • 11. ter plaatse van de aanduiding 'zorgboerderij', een zorgboerderij;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. bestaande legale aan huis verbonden beroepen en bedrijven in de bedrijfswoning en/of in daarbij behorende bijbehorende bouwwerken;
  • c. tuinen en erven;
  • d. wegen, voet- en rijwielpaden;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. sportvoorzieningen ten behoeve van eigen gebruik;
  • h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • i. nutsvoorzieningen.
16.2 Bouwregels
16.2.1 Algemeen

Op de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden mogen uitsluitend ten behoeve van de in artikel 16.1 genoemde bestemming worden gebouwd:

  • a. gebouwen, waaronder ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 3' in elk geval worden begrepen gebouwen ten behoeve van de verpleeginstelling, de administratie en medische verzorging, bedrijfsruimten en therapeutische bedrijfsgebouwen, een zwembad, verblijfsgebouwen en gemeenschapsruimten;
  • b. bijbehorende bouwwerken;
  • c. bouwwerken, geen gebouw zijnde.
16.2.2 Bouwen binnen bestemmings- en/of bouwvlak

Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:

  • a. per bestemmingsvlak is maximaal één maatschappelijke voorziening toegestaan, met dien verstande dat voor het overige wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 16.2.3 en 16.2.5;
  • b. gebouwen, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouw zijnde in de vorm van parkeervoorzieningen en verhardingen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 5' is uitsluitend bestaande bebouwing toegestaan;
  • d. indien op de verbeelding het bouwvlak gelijk is aan het bestemmingsvlak gelden de regels onder a. tot en met c. voor het gehele bestemmingsvlak, tevens bouwvlak zijnde.
16.2.3 Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de goot- en bouwhoogte van bedrijfsgebouwen bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximum goot- en/of bouwhoogte' aangeduide goot- en/of bouwhoogte, met dien verstande dat daar waar die aanduiding niet aanwezig is, de maximale goothoogte 6 meter en de maximale bouwhoogte 11 meter bedraagt;
  • b. de oppervlakte van bedrijfsgebouwen en de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' aangeduide bebouwde oppervlakte, danwel maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangeduide bebouwingspercentage, met dien verstande dat:
    • 1. daar waar die aanduidingen niet aanwezig zijn, het bouwvlak geheel mag worden bebouwd;
    • 2. de totale bebouwde oppervlakte ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 3' maximaal 14.500 m² mag bedragen, inclusief de bedrijfswoningen;
  • c. de voorgevel van de bedrijfsgebouwen dient te worden gebouwd op minimaal 3 meter achter (het verlengde van) de voorgevel van de bedrijfswoning;
  • d. de afstand tot de perceelsgrens bedraagt minimaal 5 meter, dan wel minimaal de bestaande afstand.
16.2.4 Bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. per bouwvlak is maximaal één bedrijfswoning toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. uitsluitend legale bestaande bedrijfswoningen zijn toegestaan;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' bedrijfswoningen zijn toegestaan tot een maximum aantal zoals is aangeduid op de verbeelding;
  • b. de voorgevel van de bedrijfswoning wordt gebouwd in de bestaande voorgevelrooilijn;
  • c. de inhoud van de bedrijfswoning bedraagt maximaal 750 m³;
  • d. de goothoogte van de bedrijfswoning bedraagt maximaal 6 meter, met dien verstande dat de goothoogte van de bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 3' maximaal 3,50 meter bedraagt;
  • e. de bouwhoogte van de bedrijfswoning bedraagt maximaal 9 meter, met dien verstande dat de bouwhoogte van de bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 3' maximaal 8 meter bedraagt;
  • f. de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 100 m2, met dien verstande dat het bestemmingsvlak voor maximaal 50% mag worden bebouwd;
  • g. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 3 meter;
  • h. de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 5,5 meter;
  • i. de afstand tot de perceelsgrens bedraagt minimaal 5 meter;
  • j. bijbehorende bouwwerken worden op een afstand van minimaal 3 meter achter de bestaande voorgevelrooilijn gebouwd;
  • k. de afstand tussen de woning en daarbij behorende vrijstaande bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 20 meter.
16.2.5 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde bedraagt maximaal 6 meter, met uitzondering van:
    • 1. erf- en terreinafscheidingen, waarvan de bouwhoogte maximaal 1 meter bedraagt;
    • 2. erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, waarvan de bouwhoogte maximaal 2 meter bedraagt;
    • 3. erf- en terreinafscheidingen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 3', waarvan de bouwhoogte maximaal 2 meter bedraagt;
    • 4. luifels binnen het bouwvlak en als onderdeel van de hoofdmassa, waarvan de hoogte maximaal 3 meter bedraagt;
    • 5. vlaggen, reclame en lichtmasten, waarvan de hoogte maximaal 10 meter bedraagt, met dien verstande dat de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 3', maximaal 6 meter bedraagt;
  • b. omheiningen rond een paardrijbak zijn toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte maximaal 1,70 meter bedraagt;
    • 2. de omheiningen qua kleur en materiaalgebruik passen in de omgeving;
  • c. lichtmasten rond een paardrijbak zijn toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte maximaal 6 meter bedraagt;
    • 2. de afstand van lichtmasten tot woningen van derden minimaal 75 meter dient te bedragen;
    • 3. de afstand van lichtpunten tot wegen minimaal 15 meter dient te bedragen;
    • 4. er maximaal 4 lichtpunten worden geplaatst;
    • 5. de lichtmasten zodanig worden geplaatst dat deze afschijnen van woningen van derden en van de openbare weg;
  • d. zonnecollectoren en –panelen zijn toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. de zonnecollectoren en/of – panelen worden geplaatst binnen het bestemmingsvlak op de grond;
    • 2. de zonnecollectoren en/of – panelen worden geplaatst op een afstand van 3 meter achter de voorgevelrooilijn;
    • 3. de zonnecollectoren en/of – panelen ten dienste staan van de (bedrijfs)woning;
    • 4. de bouwhoogte maximaal 2 meter bedraagt;
    • 5. de totale oppervlakte van het bestemmingsvlak dat gebruikt wordt voor de plaatsing van zonnecollectoren en/of –panelen maximaal 250 m² bedraagt, waarbij het bestemmingsvlak na plaatsing voor niet meer dan 50% bebouwd mag zijn;
    • 6. de zonnecollectoren en/of – panelen landschappelijk worden ingepast.
16.3 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruiken of het laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. wonen;
  • b. geluidszoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen;
  • c. verblijfsrecreatie;
  • d. detailhandel
  • e. evenementen;
  • f. seksinrichtingen;
  • g. opslag van goederen en materialen buiten het bouwvlak;
  • h. buitenopslag voor de voorgevelrooilijn;
  • i. het splitsen van een bestemmings-/bouwvlak en/of het vestigen van meerdere bedrijven in hetzelfde bestemmings-/bouwvlak.
16.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
16.4.1 Vergunningplichtige werken en/of werkzaamheden

Het is verboden om ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 5' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. bodemverlagen of afgraven, ophogen, egaliseren dan wel anderszins aanbrengen van wijzigingen in het maaiveld;
  • b. het verrichten van graafwerkzaamheden anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • c. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond;
  • d. het aanbrengen van gesloten oppervlakteverhardingen;
  • e. het permanent opslaan van goederen.
16.4.2 Uitzondering

Het verbod als bedoeld in artikel 16.4.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken en/of werkzaamheden:

  • a. die het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • b. welke op het tijdstip waarop het plan in werking treedt, in uitvoering zijn;
  • c. die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
16.4.3 Afwegingskader

Een vergunning als bedoeld in artikel 16.4.1 wordt slechts verleend indien door de werken en/of werkzaamheden of door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van het grafmonument ontstaat of kan ontstaan.