|
Het inpassingsplan 'Opwaardering Maaslijn' met identificatienummer NL.IMRO.9931.PIPMaaslijn-ON01 van de provincie Limburg.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
Een afwijking van het inpassingsplan als bedoeld in art. 2.1, lid 1, onder c, van de Wabo juncto art. 2.12, eerste lid, onder a, sub 1, van de Wabo.
Professioneel archeoloog die op basis van de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie bevoegd is om archeologisch onderzoek uit te voeren en/of Programma's van Eisen op te stellen en te toetsen.
Diverse vormen van onderzoek naar de archeologische waarden binnen een plangebied, uitgevoerd volgens de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse archeologie.
In rapportvorm vervat verslag van een volgens de in de archeologische beroepsgroep gebruikelijke normen verricht archeologisch onderzoek, op basis waarvan een conclusie kan worden getrokken over de aanwezigheid van archeologische waarden.
De aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische relicten.
De laag bestaande uit steenslag, gebroken grind, grind of een combinatie van deze materialen, waarin de dwarsliggers met spoorstaven liggen.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke
hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun
vindt in of op de grond.
Al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw.
Een voorziening inclusief toeleidende rasters die:
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Gebouw, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
constructie zoals een viaduct, onderdoorgang, brug, tunnel, duiker of een faunavoorziening ten behoeve van de kruising met infrastructuur;
Werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden en bouwwerken, waaronder begrepen de handhaving van de bestemming.
Een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie, alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen en zendmasten.
Een gebouw met daarin een elektrische installatie waarmee de hoogspanning van het landelijke elektriciteitsnet getransformeerd wordt naar een lagere spanning ten behoeve van de stroomvoorziening via de bovenleidingen.
Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
alle voorzieningen die het mogelijk maken dat reizigers kunnen in- en uitstappen, alsmede wachtruimten, perronoverkappingen en voorzieningen voor service en verkoop.
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden; onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
ten behoeve van de spoorlijn noodzakelijke bouwwerken en voorzieningen, waaronder aardebanen, spoorstaven, dwarsliggers, ballastbed, bovenleidingen met draagconstructies, kunstwerken, geluidsschermen, afwateringssloten, paden ten behoeve van onderhoud en bereikbaarheid voor hulpdiensten alsmede elektronische systemen voor onder andere energievoorzieningen, beveiliging en telecommunicatie en open terreinen zoals wegen, voetpaden, watergangen en waterkeringen, bermen en groenvoorzieningen en overige verhardingen alsmede de spoorlijn kruisende wegen en waterlopen;
alle voorzieningen die het mogelijk maken dat reizigers gebruik kunnen maken van de trein. Deze voorzieningen bestaan uit de spoorwegvoorzieningen alsmede toegangen, perrons, sporen, toegangspoortjes, wachtruimten, voorzieningen voor service en verkoop, stalling voor fietsen en andere voor stationsdoeleinden gebruikte bouwwerken. Tevens kunnen bouwwerken voor het onderbrengen van Elektrotechnische systemen worden gebouwd;
Voorzieningen nodig voor de aanleg, het beheer en de instandhouding van waterkeringen, waaronder onderhoudspaden en de voor de waterkering benodigde waterstaatkundige werken.
Boven- en ondergrondse voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en de handhaving of verbetering van de waterkwaliteit, waaronder in ieder geval worden begrepen duikers, stuwen, infiltratie- en drainagevoorzieningen, beregeningsputten, gemalen, inlaten, zaksloten en afwateringsloten.
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
De op de verbeelding als zodanig aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van ondergrondse hoge druk gastransportleidingen (inclusief voorzieningen) met de daarbij behorende belemmeringenstroken.
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geldt dat op of in de in 6.1 bedoelde gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de leiding(en) mogen worden gebouwd. Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan uit oogpunt van externe veiligheid en energieleveringszekerheid.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en/of bescherming van hoogspanningsverbindingen met bijbehorende belemmeringenzone.
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor aanleg, instandhouding en bescherming van een hoogspanningsverbinding met de daarbij behorende
Het college van burgemeester en wethouders kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 7.2 voor het bouwen ten behoeve van de overige bestemmingen van deze gronden, indien:
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders, de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren ter plaatse van de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding':
Het verbod van artikel 7.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 7.4.1 wordt alleen verleend als:
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en/of bescherming van rioolpersleidingen.
Op de voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van de bestemming waarbij de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 3 m mag bedragen.
Het college van burgemeester en wethouders kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 8.2 voor het bouwen ten behoeve van de overige bestemmingen van deze gronden, indien:
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders, de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren ter plaatse van de dubbelbestemming 'Leiding - Riool':
Het verbod van artikel 8.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 8.4.1 wordt alleen verleend als:
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen geldt dat op en in de voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden geen bouwwerken zijn toegestaan.
Het bepaalde in 9.2.1 is niet van toepassing op bouwwerken:
Het college van burgemeester en wethouders kan in afwijking van het bepaalde in 9.2.1 een omgevingsvergunning verlenen voor bouwwerken overeenkomstig de bouwregels van de andere voorkomende bestemmingen, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning een Archeologisch rapport overlegt, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld en op basis van dat rapport kan aantonen dat:
Het is verboden op of in gronden welke zijn bestemd tot 'Waarde - Archeologie 1' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het verbod als bedoeld in artikel 9.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De in 9.4.1 bedoelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning een Archeologisch rapport overlegt, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld en op basis van dat rapport kan aantonen dat:
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, blijkt dat:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen geldt dat op en in de voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden geen bouwwerken zijn toegestaan.
Het bepaalde in 10.2.1 is niet van toepassing op bouwwerken:
Het college van burgemeester en wethouders kan in afwijking van het bepaalde in 10.2.1 een omgevingsvergunning verlenen voor bouwwerken overeenkomstig de bouwregels van de andere voorkomende bestemmingen, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning een Archeologisch rapport overlegt, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld en op basis van dat rapport kan aantonen dat:
Het is verboden op of in gronden welke zijn bestemd tot 'Waarde - Archeologie 2' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het verbod als bedoeld in artikel 10.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De in 10.4.1 bedoelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport overlegt, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld en op basis van dat rapport kan aantonen dat:
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, blijkt dat:
De voor 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de afvoer en doorstroming van water.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Op de voor 'Waterstaat - Waterkering' bestemde gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de onder 13.1 genoemde functies.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 14.2 ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de basisbestemming, mits:
Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterwingebied' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren of doen uitvoeren:
Het in 14.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het is verboden gronden begrepen in dit plan te gebruiken, te doen of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de gegeven bestemmingen, waaronder in ieder geval wordt verstaan:
Ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - hydrologische beschermingszone' zijn de gronden mede aangewezen voor het hydrologisch beschermen van de verdrogingsgevoelige natuurgebieden.
Bij de in het bestemmingsplan opgenomen afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden, alsmede bij het verlenen van omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden wordt rekening gehouden met de in lid 17.2.1 genoemde waarden en belangen.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - vaarweg' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het doelmatig en veilig functioneren van de nabijgelegen vaarweg.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag alleen ten behoeve van de vaarweg worden gebouwd
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 17.2.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het veilig en doelmatig functioneren van de vaarweg en daarover schriftelijk advies is verkregen van de vaarwegbeheerder.
Bij omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders kan worden afgeweken van:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 18.1 kan slechts worden verleend, mits:
De gemeenten Mook en Middelaar, Venray, Horst aan de Maas, Venlo, Beesel en Roermond zijn vanaf een dag na inwerkingtreding van het inpassingsplan bevoegd om, voor gronden die behoren tot het plangebied, een gemeentelijk bestemmingsplan vast te stellen, mits de enkelbestemmingen, dubbelbestemmingen en aanduidingen met de bijbehorende planregels uit dit plan, in het gemeentelijk bestemmingsplan worden opgenomen.