Reconstructie (brom)fietspad N271

Artikel 4 Verkeer

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Verkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. wegen;
2. langzaamverkeersverbindingen zoals voet- en fietspaden;
3. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van verkeer - pleisterplaats’: recreatief-toeristische voorzieningen in de vorm van een pleisterplaats, met bijbehorende gebouwen en voorzieningen;
4. bermen en groenvoorzieningen;
5. parkeervoorzieningen;
6. kunstwerken;
7. doeleinden van openbaar nut;
8. ondergrondse en/of bovengrondse waterhuishoudkundige voorzieningen;
9. overige bijbehorende voorzieningen.

4.2 Bouwregels

4.2.1 Algemeen

Op de voor 'Verkeer' aangewezen gronden mogen, uitsluitend worden gebouwd gebouwen en bouwwerken:

1. noodzakelijk met het oog op de regeling van de veiligheid van het verkeer;
2. ten behoeve van de verlichting van wegen-, rijwiel- en voetpaden;
3. ten behoeve van doeleinden van openbaar nut;
4. behorende tot het straatmeubilair (waaronder begrepen bushokjes en telefooncellen);
5. ten behoeve van een een recreatief-toeristische voorziening in de vorm van een pleisterplaats, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van verkeer - pleisterplaats‘.

4.2.2 Regels met betrekking tot bebouwing

1. de bouwhoogte van voorzieningen voor verlichting mag ten hoogste 9 m bedragen;
2. de bouwhoogte van overige bouwwerken mag ten hoogste 3,50 m bedragen;
3. het oppervlakte per bouwwerk mag ten hoogste 15 m2 mag bedragen;
4. ten aanzien van het bouwen van bij een pleisterplaats behorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dient de volgende maatvoering in acht te worden genomen:
   1. het oppervlak van gebouwen mag gezamenlijk ten hoogste 20 m2 bedragen;
   2. een bouwhoogte van gebouwen en bouwwerkgen geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 5 m bedragen.