Plan: | Reactieve aanwijzing tav Buitengebied Bernheze |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Motivering
De gemeente geeft in bijlage 9 van de plantoelichting (“Retrospectieve toets”) aan dat alle planologisch-juridische relevante wijzigingen, die tussen de vaststelling van het vigerende plan in 1998 en de huidige herziening al via de provincie zijn doorgevoerd, niet zijn opgenomen in het overzicht van de retrospectieve toets.
In onze zienswijze hebben wij erop gewezen dat bijlage 9 geen onderbouwing bevat van de planologische aanvaardbaarheid van deze opgenomen wijzigingen die niet eerder in een planologische procedure aan ons zijn voorgelegd. Meer in het bijzonder hebben wij aan de orde gesteld dat voor de lijst met overige wijzigingen, de verantwoording van de vereiste kwaliteitsverbetering van het landschap conform artikel 2.2 Vr dient te worden opgenomen.
Uit de Nota van Zienswijze blijkt dat de gevraagde inzichten c.q. afweging niet wordt verstrekt omdat veel ontwikkelingen al zijn gerealiseerd en het de verantwoordelijkheid van de gemeente is om de veranderingen te beoordelen op ruimtelijke aanvaardbaarheid en een keuze te maken voor de bestemming.
Wij merken hierover op dat dit laatste weliswaar in beginsel juist is, maar dat de gemeente hierin niet alle vrijheid heeft nu zij daarbij ook rekening dient te houden met onze belangen zoals vastgelegd in de instructieregels in deVr.
Bij het ambtelijk overleg over de voorgenomen reactieve aanwijzing hebben wij een ruimtelijke onderbouwing ontvangen. Daaruit blijkt dat naast de in het geldende plan aangeduide bedrijfswoning in een schuur nog een woning aanwezig is zonder een planologische basis. Het vastgestelde plan moet de verplaatsing hiervan mogelijk maken naar een zelfstandige locatie, waar pp basis van de nieuwe positieve bestemming dan een reguliere burgerwoning mag ontstaan.
Wij constateren dat dit bestemmingsplan de planologisch-juridische procedure vormt voor het vastleggen van deze nieuwe ruimtelijke ontwikkeling en stellen daarbij het volgende vast:
Hoofdstuk 11 Verordening ruimte
Dit hoofdstuk bevat de bepalingen voor niet-agrarische activiteiten buiten bestaand stedelijk gebied, waaronder wonen. In artikel 11.1 is bepaald dat een bestemmingsplan regels stelt ter voorkoming van nieuwbouw van woningen. Het artikel noemt hierop een beperkt aantal uitzonderingen: bedrijfswoningen, vervangende nieuwbouw, functiewijziging of splitsing van een cultuurhistorisch waardevol pand. De in dit artikel genoemde uitzonderingen zijn niet aan de orde.
Gelet op de ligging van het perceel en het feit dat op deze locatie in de Vr ook een aanduiding zoekgebied voor stedelijke ontwikkeling is opgenomen, sluiten wij niet uit dat op basis van artikel 11.4 Vr tot realisering van de extra woning kan worden gekomen. Op dit moment echter is niet voldaan aan de voorwaarden die daaraan worden gesteld in artikel 11.4 lid 2. Het betreft dan met name de toepassing van artikel 2.2 Vr en de eis dat geen inbreuk mag worden gedaan aan de toepassing van de regeling bedoeld in artikel 11.2 (ruimte-voor-ruimtewoning).
Dit laatste komt er kort gezegd op neer, dat bij een ontwikkeling van een woning op basis van artikel 11.4 een gelijkwaardige investering in de verbetering van de kwaliteit van het lanschap wordt gevergd als bij de ontwikkeling van een ruimte-voor-ruimtewoning.
Hoofdstuk 2 Verordening ruimte
In hoofdstuk 2 van de verordening.worden regels gesteld ten aanzien van een ruimtelijke ontwikkeling, ter behoud en bevordering van de ruimtelijke kwaliteit van het bij betrokken gebied en de naaste omgeving.
Op grond van artikel 2.2 van de verordening moet bij een ruimtelijke ontwikkeling verantwoord worden op welke wijze het bestemmingsplan in dat geval voorziet in een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van de extensieve recreatieve mogelijkheden van het gebied waarop de ontwikkeling haar werking heeft (zogenaamde kwaliteitsverbetering van het landschap).
Het bestemmingsplan bevat een nieuw bouwvlak voor wonen. De noodzakelijke kwaliteitsverbetering van het landschap conform artikel 2.2 ontbreekt in het plan.