direct naar inhoud van Aanwijzing 6, t.a.v. bestemmingsvlak Wijststraat 16 Heesch
Plan: Reactieve aanwijzing tav Buitengebied Bernheze
Status: vastgesteld

Aanwijzing 6, t.a.v. bestemmingsvlak Wijststraat 16 Heesch

  • De uitbreiding van het bouwvlak ten opzichte van het geldende bestemmingsplan voor het agrarisch bedrijf aan de Wijststraat 16 te Heesch treedt niet in werking.

Motivering

Dit betreft een grondgebonden veehouderij in Agrarisch gebied waarvan het bouwvlak is uitgebreid van 4.860 m2 naar 12.000m2 ha naar aanleiding van een bouwblokkeninventarisatie in 2008.

De gemeente geeft in bijlage 9 van de plantoelichting (“Retrospectieve toets”) aan dat alle planologisch-juridische relevante wijzigingen, die tussen de vaststelling van het vigerende plan in 1998 en de huidige herziening al via de provincie zijn doorgevoerd, niet zijn opgenomen in het overzicht van de retrospectieve toets.
In onze zienswijze hebben wij erop gewezen dat bijlage 9 geen onderbouwing bevat van de planologische aanvaardbaarheid van deze opgenomen wijzigingen die niet eerder in een planologische procedure aan ons zijn voorgelegd. Meer in het bijzonder hebben wij aan de orde gesteld de lijst met bouwblokvergrotingen waarbij niet is aangegeven of deze voldoen aan de Vr en de vereiste kwaliteitsverbetering van het landschap conform artikel 2.2 Vr, met name omdat er ook sprake is van ruime bouwblokvergrotingen (veelal meer dan 5.000m2 – 10.000m2).

Uit de Nota van Zienswijze blijkt dat de gevraagde inzichten c.q. afweging niet wordt verstrekt omdat veel ontwikkelingen al zijn gerealiseerd en het de verantwoordelijkheid van de gemeente is om de veranderingen te beoordelen op ruimtelijke aanvaardbaarheid en een keuze te maken voor de bestemming.
Wij merken hierover op dat dit laatste weliswaar in beginsel juist is, maar dat de gemeente hierin niet alle vrijheid heeft nu zij daarbij ook rekening dient te houden met onze belangen zoals vastgelegd in de instructieregels in deVr. Juist voor die gevallen waarin, zoals de gemeente zelf aangeeft, geen procedure is gevolgd waarbij wij zijn betrokken, mag een betere motivering van het besluit worden gevergd dan de enkele opmerking dat dit is gebaseerd op een inventarisatie van 4 jaar oud.

Bij het ambtelijk overleg over de voorgenomen reactieve aanwijzing hebben wij ook geen materiaal ontvangen dat het rechtstreeks toekennen van deze uitbreiding rechtvaardigt.
Nu er geen andersluidende informatie naar voren is gebracht, constateren wij dat dit bestemmingsplan de planologisch-juridische procedure vormt voor het vastleggen van deze nieuwe ruimtelijke ontwikkeling en stellen daarbij het volgende vast:

Hoofdstuk 2 Verordening ruimte

In hoofdstuk 2 van de verordening.worden regels gesteld ten aanzien van een ruimtelijke ontwikkeling, ter behoud en bevordering van de ruimtelijke kwaliteit van het bij betrokken gebied en de naaste omgeving. In artikel 2.1 is het principe van zorgvuldig ruimtegebruik opgenomen waarbij in ieder geval sprake moet zijn van een noodzaak tot uitbreiding.
Op grond van artikel 2.2 van de verordening moet verder bij een ruimtelijke ontwikkeling verantwoord worden op welke wijze het bestemmingsplan in dat geval voorziet in een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van de extensieve recreatieve mogelijkheden van het gebied waarop de ontwikkeling haar werking heeft (zogenaamde kwaliteitsverbetering van het landschap).


Nu het bestemmingsplan een aanzienlijke vergroting van het bouwvlak bevat dient ook aan bovenstaande verantwoordingsplicht inzake zorgvuldig ruimtegebruik conform artikel 2.1 en de kwaliteitsverbetering van het landschap conform artikel 2.2 te worden voldaan. Aangezien deze beide ontbreken in het plan is het bestemmingsplan op dit punt in strijd met de verordening.

Overigens merken wij op dat wij de omvang van het bouwvlak zoals dat is opgenomen in het ontwerpplan ca 1,5 ha bedraagt en dus afwijkt van de gegevens in bijlage 9 bij de toelichting.

Nu bovendien op relatief recente luchtfoto's een aanzienlijk deel van het bouwvlak nog ongebruikt is, ligt de vraag of hier sprake is van een bouwvlak op maat voor de hand en wordt een antwoord in de vorm van de onderbouwing van zorgvuldig ruimtegebruik extra gemist.

Hoofdstuk 8 Verordening ruimte

In de Vr, is in artikel 8.3 lid 1 onder c., bepaald dat een bestemmingsplan kan voorzien in een uitbreiding van een grondgebonden agrarisch bedrijf mits uit de toelichting blijkt dat deze uitbreiding noodzakelijk is voor de agrarische bedrijfsvoering.
Nu niet is aangetoond dat de uitbreiding noodzakelijk is voor de agrarische bedrijfsvoering, bestaat strijdigheid met artikel 8.3 lid 1 onder c. van de Vr.