| Plan: | Reactieve aanwijzing tav Buitengebied Bernheze |
|---|---|
| Status: | vastgesteld |
In de volgende artikelleden treedt onder 1. de tekst "aansluitend op het bouwvlak, dan wel" niet in werking:
Motivering
De regels van de artikelen 3, 4, 5, 6 en 7 laten in de genoemde onderdelen toe dat er rijbakken buiten bouwvlakken worden gerealiseerd, mits deze gesitueerd zijn aansluitend aan een bouwvlak of aansluitend aan de aanduiding 'wonen'. Ondanks onze zienswijze is deze bouwmogelijkheid gehandhaafd in de planregels. De gemeente heeft overwogen dat zij het niet gewenst acht bouwvlakken of de aanduiding 'Wonen' te vergroten ten behoeve van rijbakken, omdat daarmee ook andere bouwwerken en zelfs gebouwen op de locatie in kwestie kunnen worden opgericht.
Voor zover het woonfuncties betreft, kunnen wij ons in deze overweging vinden. Dat ligt echter anders voor bouwvlakken voor bedrijven:
Hoofdstuk 6 Vr
Voor zover genoemde bestemmingen samenvallen met de aanduiding 'Groenblauwe mantel' in de Vr is het toelaten van schuilgelegenheden buiten het bouwblok ook in strijd met hoofdstuk 6van de Vr. In artikel 6.4, lid 1 onder d is namelijk bepaald dat gebouwen, bijbehorende bouwwerken en voorzieningen ten behoeve van het agrarisch bedrijf worden geconcentreerd binnen het bouwblok.
Het gegeven dat alle voorzieningen binnen een bestemmingsvlak dienen te worden ondergebracht is ook relevant voor de bepalingen in artikel 6.5. Hierin zijn immers regels opgenomen voor de maximum omvang van een bestemmingsvlak voor overige niet-grondgebonden agrarische bedrijven in de groenblauwe mantel. Door het toelaten van deze bouwwerken buiten het bestemmingsvlak krijgen overig niet-grondgebonden agrarische bedrijven indirect extra bouwmogelijkheden.
Hoofdstuk 8 Verordening ruimte
Voor zover genoemde bestemmingen samenvallen met de aanduiding 'Agrarisch gebied' in de Vr is het toelaten van genoemde bouwwerken en voorzieningen buiten het bouwblok ook in strijd met hoofdstuk 8 van de verordening. In artikel 8.3, lid 1 onder d is namelijk bepaald dat gebouwen, bijbehorende bouwwerken en voorzieningen ten behoeve van het agrarisch bedrijf worden geconcentreerd binnen het bouwblok.
Het gegeven dat alle voorzieningen binnen een (detail-)bestemmingsvlak dienen te worden ondergebracht is ook relevant voor de bepalingen in artikel 8.4. Hierin zijn immers regels opgenomen voor de maximum omvang van een bestemmingsvlak voor overige niet-grondgebonden agrarische bedrijven in het agrarisch gebied. Door het toelaten van deze bouwwerken buiten het bestemmingsvlak krijgen overig niet-grondgebonden agrarische bedrijven indirect extra bouwmogelijkheden.
Hoofdstuk 9 Vr
Het gegeven dat alle voorzieningen binnen een bestemmingsvlak dienen te worden ondergebracht is ook relevant voor de bepalingen in artikel 9.4. Hierin zijn immers regels opgenomen voor de maximum omvang van een bestemmingsvlak voor een intensieve veehouderij. Door het toelaten van deze bouwwerken buiten het bestemmingsvlak worden intensieve veehouderijen krijgen indirect bouwmogelijkheden geboden. Wij achten ook dit in strijd met de Vr.
Hoofdstuk 11 Vr
Het gegeven dat alle voorzieningen binnen een bestemmingsvlak dienen te worden ondergebracht is ook relevant voor diverse bepalingen in hoofdstuk 11. Zo zijn in 11.6, 11.7 en 11.8 regels opgenomen voor de maximum omvang van een bestemmingsvlak voor niet-agrarische bedrijven. Door het toelaten van deze bouwwerken buiten het bestemmingsvlak krijgen deze bedrijven indirect extra bouwmogelijkheden. Wij achten ook dit in strijd met de Vr.
Onderwerp van de aanwijzing
Gelet op het bovenstaande is de aanwijzing alleen gericht op het onderdeel van de regels dat het realiseren van een rijbak aansluitend aan een bouwvlak mogelijk maakt. Hierdoor resteert een bepaling die nog mogelijkheden biedt voor een rijbak bij de aanduiding 'wonen'. Onder aanwijzing 9 hebben wij ten aanzien van de bouwvlakken voor 'Wonen' weliswaar bepaald dat deze niet in werking treden, maar dit hangt enkel samen met de inhoudsbepaling in de regels. Omdat wij verwachten dat hiervoor een herziening komt waarbij de bouwvlakken weer worden opgenomen achten wij het zinvol de bepaling op deze manier te handhaven.