direct naar inhoud van Aanwijzing 9, t.a.v. Wonen in verband met generieke rechtstreekse vergroting
Plan: Reactieve aanwijzing tav Buitengebied Bernheze
Status: vastgesteld

Aanwijzing 9, t.a.v. Wonen in verband met generieke rechtstreekse vergroting

De bestemmingsvlakken met de aanduiding 'Wonen' die niet zijn aangeduid met 'specifieke vorm van wonen - Ruimte voor Ruimte' of 'specifieke vorm van wonen - beperkte inhoudsmaat' treden niet in werking.

Motivering:

Volgens de volgende artikelen mag de inhoud van woningen 750 m3 bedragen:
3.2.7 (bestemming 'Agrarisch'), 4.2.4 (bestemming 'Agrarisch - Landbouwontwikkelingsgebied', 5.2.7 (bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden'), 6.2.7 (bestemming bestemming 'Agrarisch met waarden -Leefgebied dassen'), 7.2.7. (bestemming 'Agrarisch met waarden -Leefgebied struweelvogels) en 9.2.5 (bestemming 'Natuur').

In het vigerend bestemmingsplan is een beperktere inhoudsmaat voor woningen opgenomen. Dit houdt in dat op basis van de planregels bestaande burgerwoningen in het buitengebied generiek (bij recht) uitgebreid mogen worden tot 750 m3. Het voorliggend bestemmingsplan voorziet aldus in het rechtstreeks recht tot vergroting van een of meer woningen.
Er worden geen voorwaarden gesteld aan de landschappelijke inpassing en ook is bij de vaststelling van het plan niet voorzien in kwaliteitsverbetering van het landschap. Hierop hebben wij in onze zienswijze gewezen. Het plan is ongewijzigd vastgesteld.

Hoofdstuk 2 verordening

De verordening kent geen specifieke regels over de maximale inhoudsmaat voor burgerwoningen in het buitengebied. Wij achten het opnemen van een generieke inhoudsmaat van 750m3 op zich aanvaardbaar. Wij constateren evenwel dat het bestemmingsplan een generieke ontwikkelingsmogelijkheid bevat voor het vergroten van woningen naar 750m3 zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 2.2. Vr.

Genoemde regels zijn daarom in strijd met hoofdstuk 2 van de verordening.
Hierin worden regels gesteld ten aanzien van een ruimtelijke ontwikkeling, ter behoud en bevordering van de ruimtelijke kwaliteit van het bij betrokken gebied en de naaste omgeving, in het bijzonder het principe van zorgvuldig ruimtegebruik (artikel 2.1).
Op grond van artikel 2.2 van de verordening moet bij een ruimtelijke ontwikkeling verantwoord worden op welke wijze het bestemmingsplan in dat geval voorziet in een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiƫle kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van de extensieve recreatieve mogelijkheden van het gebied waarop de ontwikkeling haar werking heeft (zogenaamde kwaliteitsverbetering van het landschap).
Nu het bestemmingsplan direct een vergroting van bestaande woningen toestaat dient ook aan bovenstaande verantwoordingsplicht inzake de kwaliteitsverbetering van het landschap conform artikel 2.2 te worden voldaan. Aangezien deze ontbreekt in het plan is het bestemmingsplan op dit punt in strijd met de verordening.

Hoofdstuk 11 verordening
Dit hoofdstuk bevat regels voor niet-agrarische activiteiten buiten bestaand stedelijk gebied.
Artikel 11.1, lid 5 vermeldt dat de toelichting bij een bestemmingsplan dat voorziet in de vergroting van een of meer woningen een verantwoording bevat waaruit blijkt dat het bestemmingsplan de nodige voorwaarden bevat om een goede landschappelijke inpassing van deze vergroting te verzekeren, overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.2 van de Vr in verband met de kwaliteitsverbetering van het landschap.
Een dergelijke verantwoording omtrent de landschappelijke inpassingen ontbreekt in het plan.

Onderwerp aanwijzing
Gelet op de opzet en bewoording van de bouwregels in genoemde artikelen is het niet mogelijk om de begrenzing op de verbeelding in stand te laten en enkel een aanwijzing te geven voor een deel van de regels. Het vervallen van de inhoudsmaat zou immers tot gevolg hebben dat de inhoud helemaal onbepaald wordt.
Vervolgens hebben wij overwogen of de bouwvlakken gehandhaafd zouden kunnen blijven, door enkel de aanduiding 'Wonen' onder de aanwijzing te brengen. Dit heeft echter tot gevolg dat er weer onbedoeld andere regels van toepassing zullen worden.

Wij zien ons dan ook genoodzaakt de bouwvlakken met de aanduiding Wonen niet in werking te laten treden teneinde generieke uitbreiding van woningen tot 750 m3 te voorkomen. Dit geldt niet voor de vlakken met een aanduiding 'specifieke vorm van wonen - Ruimte voor Ruimte' of 'specifieke vorm van wonen - beperkte inhoudsmaat' omdat daar een andere en conform de Vr aanvaardbare inhoudsmaat geldt.