direct naar inhoud van Aanwijzing 2, t.a.v. onvoldoende bescherming ecologische hoofdstructuur
Plan: Reactieve aanwijzing tav Buitengebied Woudrichem
Status: vastgesteld

Aanwijzing 2, t.a.v. onvoldoende bescherming ecologische hoofdstructuur

Voor de gebieden met de legenda-eenheid “Aanwijzing 2, t.a.v. onvoldoende bescherming ehs” treden de volgende onderdelen van de regels van het bestemmingsplan niet in werking:

  • a. artikel 5.1.2. i
  • b. 5.2.6 onder a sub 3 en 4,
  • c. 5.3.6,
  • d. 5.6.1. de zinsnede
    “zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden) de in het schema onder 5.6.4 opgenomen”,
    enkel ten aanzien van het onderdeel 'aanbrengen (tijdelijke) teeltondersteunende voorzieningen' in het schema in 5.6.4.


Deze gebieden zijn elektronisch vastgelegd in deze reactieve aanwijzing.

Motivering:

Een deel van de bestemming “Agrarische met waarden” valt samen met de ecologische hoofdstructuur zoals deze is opgenomen in de verordening. In alle in de aanwijzing genoemde bepalingen wordt direct of via een omgevingsvergunning het realiseren van teeltondersteunende voorzieningen mogelijk gemaakt, en dus ook binnen de ehs. Het toestaan van teeltondersteunende voorzieningen in deze gebieden, zoals gebieden met de (bestemmingsplan-)aanduiding natuurparel, moeras en griend is strijdig met het bepaalde in artikel 4.2 van de verordening. Deze voorzieningen zijn niet gericht op de beoogde doelstellingen voor de ecologische hoofdstructuur en kunnen leiden tot een aantasting van de ehs.

Ad a.

In artikel 5.1.2 onder i in zijn regels opgenomen voor het toestaan van teeltondersteunende voorzieningen binnen de bestemming 'agrarisch met waarden'. De regels maken hierop te beperkt uitzondering, zoals voor gebieden in het plan aangeduid als 'wro-zone – wijzigingsgebied ecologische verbindingszone' en 'wro-zone – wijzigingsgebied zoekgebied watersystemen'.

Binnen deze bestemming zijn echter ook ándere gebieden gelegen die in de verordening de aanduiding ecologische hoofdstructuur hebben en het realiseren van teeltondersteunende voorzieningen is daar nu onterecht niet uitgezonderd.

Ad b.

In artikel 5.2.6 onder a sub 3 en 4 zijn specifieke bouwregels opgenomen voor tijdelijke en overige teeltondersteunende voorzieningen buiten het bouwvlak. Ook voor deze regeling geldt dat deze voorzieningen voor zover deze zijn gelegen binnen gebieden met de aanduiding ecologische hoofdstrucuur strijdig zijn met het bepaalde in artikel 4.2 van de verordening.

Ad. c.

In artikel 5.3.6 zijn regels opgenomen voor het toestaan van teeltondersteunende voorzieningen met behulp van een omgevingsvergunning in afwijking van het bepaalde in artikel 5.1.2 onder i sub 2 en artikel 5.2.6 onder a, sub 3 en 4. Deze regeling achten wij om dezelfde redenen in strijd met artikel 4.2 van de verordening.

Ad d

De strekking van deze aanwijzing: voor het gebied waar de bestemming Agrarisch met waarden samenvalt met de aanwijzing tot ecologische hoofdstructuur in de verordening is voor het 'aanbrengen van (tijdelijke) teeltondersteunende voorzieningen' zoals opgenomen in het schema van 5.6.4 geen omgevingsvergunning vereist, maar geldt een geheel verbod voor de werken en werkzaamheden in kwestie.

Ook hier geldt, dat bij ongewijzigde inwerkingtreding het plan regels zou bevatten die het verlenen van een omgevingsvergunning voor teeltondersteunende voorzieningen in de ehs mogelijk zouden maken.

Voor alle duidelijkheid merken wij op dat de volledige tekst van 5.6.1. dus wel geldt voor:

  • het in deze reactieve aanwijzing opgenomen gebied voor alle andere onderwerpen die in het schema van 5.6.4 zijn opgenomen;
  • de overige gebieden met de bestemming Agrarisch met waarden, voor het volledige schema in 5.6.4.