direct naar inhoud van Inleiding
Plan: Reactieve aanwijzing tav Buitengebied Woudrichem
Status: vastgesteld

Inleiding

Op 23 juni 2011 hebben wij het besluit van 21 juni 2011 met betrekking tot de vaststelling van het bestemmingsplan ' Buitengebied Woudrichem ' ontvangen.
Gelet op de provinciale belangen die in het geding zijn, vinden wij het noodzakelijk overeenkomstig artikel 3.8 lid 6 Wet ruimtelijke ordening een aanwijzing te geven tegen dit plan. De aan dit besluit ten grondslag liggende feiten, omstandigheden en overwegingen die ons beletten het betrokken provinciaal belang met inzet van andere aan ons toekomende bevoegdheden te beschermen, geven wij hieronder weer.

Dit aanwijzingsbesluit strekt ertoe dat het onderdeel van het bestemmingsplan waartegen van onze zijde bezwaren bestaan geen deel blijft uitmaken van het bestemmingsplan zoals het is vastgesteld. In verband hiermee dienen burgemeester en wethouders het besluit van 21 juni 2011 tot vaststelling van het bestemmingsplan met uitsluiting van het onderdeel waarop de aanwijzing betrekking heeft samen met dit aanwijzingsbesluit bekend te maken. Ons besluit treedt op het moment van de bekendmaking in werking. Zodra ons aanwijzingsbesluit onherroepelijk is geworden, vervalt het vaststellingsbesluit voor dat onderdeel van het bestemmingsplan.

Inzet aanwijzingsbevoegdheid

Conform het bepaalde in de wet is een afweging vereist waarom het provinciaal belang niet met de inzet van andere aan ons toekomende instrumenten is beschermd.

In dit verband heeft de provincie de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid tot 2025 vast gelegd in de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening en de te beschermen provinciaal ruimtelijke belangen in de Verordening ruimte Noord-Brabant 2011 (hierna: de verordening). De verordening is op 17 december 2010 door Provinciale Staten vastgesteld en is op 1 maart 2011 in werking getreden.

Voor de inhoudelijke afweging of er provinciale belangen in het geding zijn, baseren wij ons op deze documenten.

Daarbij zien wij de 'reactieve aanwijzing' als een slagvaardig en effectief middel om inwerkingtreding van een bestemmingsplan(onderdeel) tegen te houden wegens strijdigheid met een of meer regels van de verordening.

Wij achten ons bevoegd om, indien het provinciaal belang dat vergt, de reactieve aanwijzing in te zetten voor die zaken die in de verordening zijn beschreven.

Wij vinden het ook van belang dat bij het gebruik van dit instrument voor een ieder via www.ruimtelijkeplannen.nl direct kenbaar is waar plandelen niet in werking zijn getreden en welke overwegingen daarbij een rol spelen.

De provinciale belangen zijn ook specifiek voor dit bestemmingsplan uiteengezet en aan u kenbaar gemaakt. Onze directie Ruimtelijke Ontwikkeling en Handhaving (ROH) heeft daartoe bij brief van 3 augustus 2009, kenmerk 1556057/1568766, een vooroverlegreactie uitgebracht over het voorontwerp voor dit bestemmingsplan. Vervolgens hebben wij een zienswijze tegen het ontwerp bestemmingsplan ' Buitengebied Woudrichem 'ingediend bij brief van 21 december 2010, kenmerk C2003334/2381222.

Overigens is er tijdens de totstandkoming van het bestemmingsplan regelmatig ambtelijk en/of bestuurlijk overleg gevoerd omtrent de provinciale belangen die in het Bestemmingsplan in het geding zijn, zoals blijkt uit de verslaglegging van deze besprekingen van 4 maart 2011.

Gelet op voorgaande zijn wij van mening dat de inzet van andere aan ons toekomende bevoegdheden in dit geval niet mogelijk was en dat de in het geding zijnde provinciale belangen genoegzaam bij de gemeenteraad bekend zijn.

Ons is gebleken dat bij de vaststelling van het bestemmingsplan (op onderdelen) desondanks onvoldoende rekening is gehouden met provinciale belangen en dat bij een ongewijzigde inwerkingtreding van het bestemmingsplan deze belangen worden geschaad.