direct naar inhoud van Bijlagen
vastgesteld

Bijlagen

Door de geboden en benutte vrijheid van handelen worden op hoofdlijnen de gestelde ambities, het realiseren van het NNB en de KRW gehaald. Daarnaast zijn er gaande het proces enkele mogelijkheden ontstaan die verschillen van de oorspronkelijke ambitie. Zo zijn er enkele varianten onder invloed van inzichten van partners in overleg bijgesteld. Er is een aanpassing van de grens van het NNB bij de Goudberg toegevoegd om nadelige invloed van agrarische activiteiten op de Strijbeekse heide en het waardevolle Goudbergven te voorkomen in goed overleg met de eigenaar. En een aanpassing van de grens bij Daasdonk op verzoek van een eigenaar.

Met deze plannen wordt een robuust systeem gerealiseerd, met een hydrologie die leidend is bij de inrichting en het gehele beekdal als één systeem benaderd. Met behoud en versterking van bestaande gradiënten. Deze voorwaarden leveren condities voor een in ecologisch opzicht goed functionerend beekdal met de daarbij horende natuurwaarden.

Bijlage 1 Realisatie Natuur Netwerk Brabant en Kaderrichtlijn Water

Door de geboden en benutten vrijheid van handelen worden op hoofdlijnen de gestelde ambities, het realiseren van het NNB en de KRW gehaald. Daarnaast zijn er gaande het proces enkele pragmatische mogelijkheden ontstaan die verschillen van de oorspronkelijke ambitie. Zo zijn er enkele varianten onder invloed van inzichten van partners in overleg bijgesteld. Er is een aanpassing van de grens bij de Goudberg toegevoegd om nadelige invloed van agrarische activiteiten op de Strijbeekse heide en het waardevolle Goudbergven te voorkomen in goed overleg met de eigenaar. En een aanpassing van de grens bij Daasdonk op verzoek van een eigenaar.

Met deze plannen wordt een robuust systeem gerealiseerd, met een hydrologie die leidend is bij de inrichting en het gehele beekdal als één systeem benaderd. Met behoud en versterking van bestaande gradiënten. Deze voorwaarden leveren condities voor een in ecologisch opzicht goed functionerend beekdal met de daarbij horende natuurwaarden.

Hoofdstuk 1 Robuust systeem

Uitgangspunt bij het opstellen van de plannen om in het Markdal tot uitvoering van de KRW en het NNB te komen, is het vestigen van een systeem dat aan de bestaande en te ontwikkelen natuur in het plangebied een robuuste structuur mee geeft, waarbij robuust gekenmerkt wordt door adequate verbindingen die leefgebieden, klein en groot, in functionaliteit moeten vergroten. Daartoe dienen de verbindingen goed benutbaar te zijn en een juiste samenhang te vertonen. Deze zijn vooral gewenst op plaatsen waar ruimtelijke knelpunten liggen. In het Markdal doen die zich vooral voor op plaatsen waar zijbeken, moerasgebieden en bos- en heidesystemen aangetakt dienen te worden aan de structuur van het Natuurnetwerk Brabant (NNB), zodanig dat zowel oostwest als noord-zuid en visa versa verbindingen ontstaan die uitwisseling mogelijk maken. Bepalend voor de mate van robuustheid zal met name zijn de geschiktheid om aan toekomstige veranderingen o.a. door klimaatverandering het hoofd te bieden.

Hoofdstuk 2 Hydrologie leidend

Voor het ecologisch goed functioneren van het Markdal als natuurlijk geheel zijn de bestaande waterlopen bepalend, met de Mark als hoofdader van het watersysteem. Het watersysteem van de Mark, inclusief het stelsel van beken, zijbeekjes en brongebied vormt de basis van een robuust beekdalsysteem.

Het Markdal neemt in vergelijking met andere Brabantse beekdalen een aparte, wellicht unieke positie in omdat het gekenmerkt wordt door doorsnijding van een hoge diluviale zandwal waardoor het dal in het zuiden smal is en naar het noorden verbreed. Daarbij is het dal reliëfrijk en vertoont typische donken, die doen denken aan rivierduinen elders, maar afwijken door hun relatief spitse vorm.

Hoofdstuk 3 Beekdal als systeem

Voor het Markdal wordt daarom gekozen voor ecologisch goed functionerende beken. Deze worden gekenmerkt door een goede balans tussen chemie, hydrologie en hydromorfologie. De aquatische component wordt gevormd door de beek, het beekdal vormt een semi-aquatische component en het overige, terrestrische stroomgebied is onlosmakelijk daarop van invloed. Ook de aanwezigheid van biotische factoren als vegetatie, zowel water- als oevervegetatie naast organische materiaal (zoals dood hout) dragen bij aan de kwaliteit en stabiliteit van het systeem. De hydrologische (water gestuurde) processen zijn verantwoordelijk voor de aan- en afvoer, met bij behorende dynamiek. Daarnaast stuurt het water (de hydrologie) de vorm (hydro-morfologie) van het stroomgebied. Deze combinatie is op zijn beurt sturend voor ecologische processen. Terwijl deze, in de vorm van begroeiing, ook zelf weer invloed uitoefent op de haar sturende processen.

Door het samenspel van alle factoren ontstaat de beekbedding, een mozaïek van substraten en begroeiing die aan veranderingen onderhevig blijven maar gezamenlijk het scala, kenmerkend voor beken en beekdalen vormen. Het is een mengeling van verschillende habitats die bijdragen aan het functioneren van het geheel. Het weer goed laten functioneren van het ecologisch complexe systeem in een beekdal is gebaat bij hermeandering, omdat dit de variatie in stroomsnelheid vergroot en extra capaciteit biedt voor water opslag. Maar aan het goed functioneren van een stroomgebied liggen natuurlijke processen ten grondslag met ruimte voor natuurlijk gevormde oevers. Een ecologisch herstel met een duurzaam perspectief vraagt om een benadering van het systeem als geheel. Dit betekent herstel en optimalisatie van deze natuurlijke processen, de daarbij behorende ecologische waarden blijven daarop als vanzelf niet achter. Dit vraagt om voldoende ruimte om de diverse processen hun werk te laten doen. De antropogene invloed in de vorm van belasting door milieuvreemde stoffen dient geminimaliseerd en de functionaliteit van het stroomgebied moet men bij te maken keuzen laten prefereren.

Hoofdstuk 4 Gradiënten in het plangebied

Het Markdal is rijk aan gradiënten. Gradiënten zijn geleidelijke overgangen tussen twee uitersten, in dit geval tussen de natte beekdaloever en de droge beekdalflanken. De uitwerking van de plannen is erop gericht deze gradiënten te versterken. In het landschap bieden gradiënten de meest gevarieerde milieus. Met het hoogste aantal soorten planten en dieren tot gevolg. En tevens dragen zij de meest verschillende landschappelijke verschijningsvormen. Gradiënten zijn de dragers van een hoge (bio)diversiteit, en dat geldt niet enkel voor de variabelen van biotische (flora en fauna) of abiotische aard, als nat/droog, hoog/laag, open/ begroeid, voedselarm/voedselrijk en zand/klei. Maar ook de cultuur heeft zich historisch naar dit landschap gevormd en manifesteert zich in gradiënten, overgangen tussen intensief of extensief agrarisch gebruik, overgangen van landelijk naar stedelijk gebied, al zijn de grenzen onder invloed van een toename aan technische mogelijkheden zich hier steeds harder af gaan tekenen. Gradiënten omvatten ook een bijzondere ruimtelijke kwaliteit.

Hoofdstuk 5 Ecologische potenties - te verwachten natuurwaarden van het beekdal

Een beekdal is een belangrijke drager van een aantal typische habitats met een grote soorten rijkdom. Deze rijkdom wordt niet enkel uitgedrukt in aanwezige plantensoorten, maar zeker ook door de begeleidende fauna. De aquatische fauna van beken is rijk in samenstelling en kent karakteristieke soorten die sterk aan dit milieu gebonden zijn doordat uitwijkmogelijkheden naar andere milieus niet of nauwelijks bestaan. Beken zijn bijzonder rijk aan en van groot belang voor een aantal soortgroepen die elders nauwelijks gevonden worden. Laaglandbeken als de Mark werden gekenmerkt door typische begroeiing van fonteinkruiden, drijvende waterweegbree, waterranonkels of teer vederkruid en zijn zelfs in internationaal opzicht belangrijk. Herstel van de Mark biedt zeker potenties voor deze kenmerkende soorten. Wat de vegetatie betreft ligt er in beekdalen een speciale verantwoordelijkheid voor het behoud van vochtig tot nat schraalland. Onder invloed van basenrijk grondwater, kunnen afwijkende en bijzondere vormen van nat schraalland voorkomen. In beekdalen staat dit type vaak onder invloed van toestromend grondwater. De vegetatie is rijk aan kruiden en zeggen. Nat schraalland is door de rijkdom aan zeldzame soorten van groot Europees en nationaal belang. Blauwgraslanden zijn beperkt tot een klein gebied aan de Atlantische kust van Europa, met in deze een speciale verantwoordelijkheid voor Nederland. Een kans die meerwaarde levert en realiseerbaar is bij de inrichting van het Markdal. Bij de inrichting van het Markdal moet steeds afgewogen worden bij welke locatie een bepaalde ecologische functionaliteit het beste past. Zodanig dat een ruim scala aan inrichtingsvormen ontstaat wat maximaal kansen biedt aan de specifieke beek en beekdal gerelateerde leefgemeenschappen. In het rapport staan deze varianten beschreven.

Daarbij wordt gedetailleerd gekeken naar het aanbod van plaatselijke eigenschappen alsmede de samenhang van het geheel (hydrologische studie). Met deze plannen is geprobeerd een antwoord te formuleren naar inzichten zoals die de laatste 20 jaar zijn ontwikkeld, ten aanzien van zowel de functionaliteit van een beeksysteem als haar ecologische potenties. Daarbij past het realiseren van bepaalde inrichtingsvarianten met een omvang die levensvatbaarheid moet garanderen. Een proces wat nog in volle gang is en waarbij wij gaandeweg proberen van elk voortschrijdend inzicht waar dit potenties heeft, een optimaal gebruik te maken.

Hoofdstuk 6 Natuur Netwerk Brabant en Markdal/verbindingen

Om het Markdal te verweven met de aanwezige natuurgebieden op de hogere oevergronden is gekozen om bij verbindingen een voorkeur voor bestaande waterlopen te hanteren. Dit wordt uiteraard gemotiveerd door soorten die direct aan het water dan wel een vochtig milieu gebonden zijn, als ook terrestrische soorten waarvoor een waterloop een barrière vormt, en hier van een natuurlijke geleiding ondervinden. Deze kan benut worden bij het veilig passeerbaar maken van knelpunten met de veelal parallel aan het beekdal verlopende antropogene infrastructuur.

In de plannen zijn een tiental ecologische verbindingszones voorzien met een verantwoorde ruimtelijke spreiding. Ook zijn in de omgeving aanwezige NATURA 2000 gebieden (de Elsakker in Vlaanderen en het Ulvenhoutse bos) van een ecologische verbindingszone met het plangebied voorzien. Deze ecologische verbindingen zijn: EVZ Strijbeek - N2000 Elsakker, EVZ Heerstaaien, EVZ Kerselsebeek, EVZ Koerijt, EVZ Galderse beek, EVZ Bosloop, EVZ Chaamse beek, EVZ Reeptiend, EVZ met N2000 gebied Ulvenhoutse bos, EVZ Bavelse Leij. Het belang van de Koerijt heeft een speciale dimensie vanwege de in het Perspectief van het Markdal deel V genoemde belang om Landgoed Luchtenburg in de NNB-begrenzing op te nemen. Landgoed Luchtenburg als brongebied van deze Rijt werd al eerder als verdroogd aangemerkt en als hoge prioriteit genoemd als deel van een natte natuurparel. Luchtenburg is binnen het Plangebied opgenomen om de reden van brongebied.