Verordening Romte Fryslân

2.2 Ad. 2

Voor een uitbreidingslocatie voor woningbouw geldt eveneens dat de gemeente eerst de inpassing van de woningbehoefte in het woonplan verantwoord (artikel 2.2.1, sub a). Op die manier is gewaarborgd, dat de voorgenomen woningbouw past in de regionale woningbouwafspraken. Vervolgens beoordeelt de gemeente in hoeverre de woningbehoefte in het bestaand stedelijk gebied van de kern kan worden opgevangen. In vergelijking met de toepassing van de SER-ladder voor bedrijven en kantoren, ligt hierbij meer nadruk op de gemeentelijke afweging en verantwoording. Gemeenten hoeven niet alle mogelijke of denkbare woningbouwlocaties te onderzoeken. Voldoende is dat de mogelijkheid van het bestaand stedelijk gebied voor de opvang van de woningbehoefte in de afweging wordt betrokken. Wij vinden gewenst dat aan dit aspect al in het woonplan of een structuurvisie aandacht is besteed. De onderliggende ruimtelijke plannen kunnen voor de onderbouwing dan verwijzen naar het woonplan of de structuurvisie.