direct naar inhoud van Regels
Plan: Paraplubestemmingsplan covergisting en mono-mestvergisting
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1970.BpVergisting-VA01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Paraplubestemmingsplan covergisting en mono-mestvergisting met identificatienummer NL.IMRO.1970.BpVergisting-VA01 van de gemeente Noardeast-Fryslân;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 bestaand:

het gebruik dat en/of de bebouwing die ten tijde van de inwerkingtreding van het plan legaal plaatsvindt, respectievelijk aanwezig is, dan wel bebouwing die kan worden gebouwd krachtens een verleende omgevingsvergunning;

1.4 vergisting:

toepassing van (proces)technieken gericht op het opwekken van energie uit mest of andere organische stoffen;

1.5 covergisting:

een vorm van vergisting waarbij energie voor ten minste 50% wordt opgewekt uit dierlijke mest, aangevuld met plantaardige biomassa;

1.6 mono-mestvergisting:

een vorm van vergisting waarbij energie voor 100% wordt opgewekt uit mest.

Artikel 2 Van toepassing verklaring

Het voorliggende paraplubestemmingsplan is van toepassing op de in bijlage 1 genoemde bestemmingsplannen. Eerdere regels met betrekking tot vergisting inclusief de daarbij behorende relevante begrippen komen te vervallen en/of worden met de begrippen uit dit plan aangevuld/aangepast. Overige regels binnen de bedoelde bestemmingsplannen blijven onverkort van toepassing.

Hoofdstuk 2 Algemene regels

Artikel 3 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 4 Algemene bouwregels

4.1 Bouwregels

Het is verboden om te bouwen, indien het bouwen leidt tot vergisting, mono-mestvergisting en/of covergisting.

4.2 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.1 voor een verandering van de bebouwing voor vergisting, mono-mestvergisting en/of covergisting, mits:

  • a. sprake is van een verbetering van de milieukwaliteit, waaronder in ieder geval wordt begrepen een verbetering van de
  • geur-;
  • geluid-; en
  • verkeerssituatie.
  • b. de oppervlakte en de bouwhoogte van de bebouwing voor vergisting, mono-mestvergisting en/of covergisting ten hoogste de bestaande oppervlakte en bouwhoogte bedraagt.

Artikel 5 Algemene gebruiksregels

5.1 Specifieke gebruiksregels
5.1.1 Verbod

Het is verboden om gronden en bouwwerken te gebruiken voor vergisting, mono-mestvergisting en/of covergisting.

5.1.2 Uitzondering op verbod

Mits geen sprake is van het veranderen en/of vergroten van het gebruik voor vergisting, mono-mestvergisting en/of covergisting is het in lid 5.1.1 genoemde verbod om gronden en bouwwerken te gebruiken voor vergisting, mono-mestvergisting en/of covergisting niet van toepassing indien sprake is van:

  • a. een bestaande situatie; en/of
  • b. vergisting, mono-mestvergisting en/of covergisting die op grond van een specifieke aanduiding is toegestaan.
5.2 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.1.2 aanhef en onder sub a en b voor een verandering van het gebruik voor vergisting, mono-mestvergisting en/of covergisting, mits sprake is van een verbetering van de milieukwaliteit waaronder in ieder geval wordt begrepen een verbetering van de:

  • geur-;
  • geluid-; en
  • verkeerssituatie.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 6 Overgangsrecht

6.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  • c. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
6.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

Artikel 7 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan  Paraplubestemmingsplan covergisting en mono-mestvergisting

van de gemeente Noardeast-Fryslân .