direct naar inhoud van Planregels
Plan: Wijzigingsplan Buitengebied 2009, Beetserweg 55
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1950.WZ2202-vs01

Planregels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 moederplan

Het bestemmingsplan "Buitengebied 2009, gedeeltelijke herziening 2015, geconsolideerde versie, mei 2016", zoals vastgesteld op 22-03-2016 met nummer NL.IMRO.0048.BP1602-gc01 en het bestemmingsplan "Buitengebied 2009, gedeeltelijke herziening 2015", zoals vastgesteld op 31-01-2017 met nummer NL.IMRO.0048.BP1401-vs04 door de voormalige gemeente Vlagtwedde (opgegaan in de gemeente Westerwolde )

1.2 laden en lossen

het onmiddellijk nadat het voertuig tot stilstand is gebracht bij voortduring in- of uitladen van goederen van enige omvang of enig gewicht gedurende de tijd die daarvoor nodig is.

1.3 parkeren

het laten stilstaan van een voertuig anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van passagiers of voor het onmiddellijk laden of lossen van goederen;

1.4 wijzigingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1950.WZ2202-vs01 met bijbehorende regels en bijlagen;

1.5 verbeelding

de plankaart met daarop aangegeven het plangebied en de bestemmingen, met het nummer NL.IMRO.1950.WZ2202-vs01 van het wijzigingsplan "Wijzigingsplan Buitengebied 2009, Beetserweg 55" van de gemeente Westerwolde.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 2 Van toepassing verklaring

De verbeelding behorende bij het moederplan voor het perceel Beetserweg 55 te Sellingen is als volgt gewijzigd:

  • Het agrarisch bouwvlak is vergroot. Een en ander is aangegeven op de bij dit plan behorende verbeelding met nummer NL.IMRO.1950.WZ2202-vs01.
  • Voor het overige blijven de regels behorende bij het moederplan, de regels van het "Paraplubestemmingsplan Geitenhouderijen 2020" zoals vastgesteld op 16-12-2020 met nummer NL.IMRO.1950.BP2002-vs01 en de regels van het "Facetbestemmingsplan Parkeren Westerwolde" zoals vastgesteld op 20-09-2022 met nummer NL.IMRO.1950.BP2201-vs01 door de gemeente Westerwolde voor zover relevant onverkort van toepassing.

Artikel 3 Voorwaardelijke verplichting watercompensatie

3.1 Voorwaardelijke verplichting
  • a. Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen het gebruik van en het in gebruik laten nemen van gronden en bouwwerken overeenkomstig de in artikel "Artikel 3 Agrarisch - 1" van het moederplan opgenomen bestemmingsomschrijving zonder de aanleg en instandhouding van de watercompensatie in overeenstemming met het in Bijlage 1 opgenomen Situatieschets watercompensatie.
  • b. In afwijking van het bepaalde onder sub a mogen gronden en bouwwerken overeenkomstig de in artikel "Artikel 3 Agrarisch - 1" van het moederplan opgenomen bestemmingsomschrijving worden gebruikt, uitsluitend indien en voor zover binnen een termijn van twaalf maanden na het verlenen van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen uitvoering wordt gegeven aan de aanleg en instandhouding van de watercompensatie in overeenstemming het in Bijlage 1 opgenomen Situatieschets watercompensatie.

3.2 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 3.1 voor zover dat vanuit het oogpunt van doelmatige watercompensatie nodig is.

Artikel 4 Voorwaardelijke verplichting landschappelijke inpassing

4.1 Voorwaardelijke verplichting
  • a. Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen het gebruik van en het in gebruik laten nemen van gronden en bouwwerken overeenkomstig de in artikel "Artikel 3 Agrarisch - 1" van het moederplan opgenomen bestemmingsomschrijving zonder de aanleg en instandhouding van de landschapsmaatregelen in overeenstemming met het in Bijlage 2 opgenomen Landschappelijk inrichtingsplan, teneinde te komen tot een goede landschappelijke inpassing.
  • b. In afwijking van het bepaalde onder sub a mogen gronden en bouwwerken overeenkomstig de in artikel "Artikel 3 Agrarisch - 1" van het moederplan opgenomen bestemmingsomschrijving worden gebruikt, uitsluitend indien en voor zover binnen een termijn van twaalf maanden na het verlenen van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen uitvoering wordt gegeven aan de aanleg en instandhouding van de landschapsmaatregelen in overeenstemming het in Bijlage 2 opgenomen Landschappelijk inrichtingsplan, teneinde te komen tot een goede landschappelijke inpassing.
  • c. Onder landschapsmaatregelen bedoeld in lid a en b wordt niet bedoeld de locatie van gebouwen en bouwwerken.

4.2 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 4.1 en het erfinrichtingsplan op het punt van de erfbeplanting te wijzigen onder dezelfde aanplant- en instandhoudingsverplichtingen in het volgende geval:

  • als dat vanwege onvoorziene omstandigheden nodig is en;
  • als de goede ruimtelijke ordening wordt onderbouwd.

 

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 5 Overige regels

5.1 Parkeerregelgeving

Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan parkeerplaatsen wordt de omgevingsvergunning slechts verleend indien;

  • a. in voldoende mate op eigen terrein wordt voorzien in ruimte voor parkeren;
  • b. de beoordeling of in voldoende mate wordt voorzien in ruimte voor het parkeren of stallen van auto's bij, in, op of onder het gebouw, zoals gesteld onder sub a., wordt op basis van de door de CROW vastgestelde richtlijnen (publicatie 381 - december 2018, of de meest actuele uitgave), dan wel aan de hand van de van toepassing zijnde beleidsregels van de gemeente Westerwolde ten aanzien van parkeren bepaald.
5.2 Laden of lossen

Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan laad- en losvoorzieningen wordt een omgevingsvergunning voor het bouwen of voor een gebruiksverandering slechts verleend indien;

  • a. in voldoende mate wordt voorzien in ruimte voor het laden en lossen van goederen, aan, bij, in, of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort, onverminderd het bepaalde elders in de regels van dit plan;
  • b. van voldoende mate van laad- en losvoorzieningen voor het laden en lossen van goederen zoals bedoeld in sub a. is sprake indien is voldaan aan de normen zoals opgenomen in het ASVV 2021 (uitgave van het CROW), dan wel het geldende ASVV (uitgave van het CROW) zoals dat geldt op het tijdstip van indiening van de aanvraag als bedoeld in sub a. voor het bouwen en/of voor een gebruiksverandering en/of afwijking of het uitwerken of het wijzigen.

5.3 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de leden 5.1 en 5.2:

  • a. indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit, of
  • b. voor zover op andere wijze in de benodigde parkeer- of stallingsruimte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien.

5.4 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken van de regels, als bedoeld in de leden 5.1 en 5.2 is slechts mogelijk, indien;

  • a. het verlenen van de omgevingsvergunning niet leidt tot aantasting van de samenhang in het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. het verlenen van de omgevingsvergunning niet leidt tot verkeersonveilige situaties;
  • c. bij de aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 5.3 een parkeeronderzoek wordt overgelegd dat aantoont dat kan worden voorzien in het benodigde aantal parkeerplaatsen. Voor het parkeeronderzoek worden de richtlijnen van het CROW gehanteerd.


Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 6 Overgangsrecht

6.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig afwijken van het bepaalde onder a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
  • c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
6.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  • c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  • d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 7 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het wijzigingsplan 'Wijzigingsplan Buitengebied 2009, Beetserweg 55'.