Plan: | Natuurgebieden Veenweiden Krimpenerwaard, deelgebieden De Nesse en Oudeland |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1931.BP1508BG007-VG01 |
het bestemmingsplan Natuurgebieden Veenweiden Krimpenerwaard, deelgebieden De Nesse en Oudeland met identificatienummer NL.IMRO.1931.BP1508BG007-VG01 van de gemeente Krimpenerwaard;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een vlak, door aanduidingsgrenzen van andere vlakken gescheiden;
gevel van de achterkant van een gebouw;
een onderneming, geheel of overwegend gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen van producten door het telen van gewassen en/of het houden van dieren, waaronder wordt begrepen een productiegerichte paardenhouderij;
agrarisch gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de bestemming waarbinnen dit agrarisch gebruik is toegestaan;
een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne;
een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een woning die een functionele binding heeft met het bedrijf, de instelling of de inrichting, ten behoeve van beheer van en/of toezicht op het bedrijf, de instelling of de inrichting;
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouwdan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
een niet voor bewoning bestemd vrijstaand gebouw, dat ten dienste staat van en in bouwmassa ondergeschikt is aan de (bedrijfs)woning, waaronder in ieder geval begrepen een huishoudelijke bergruimte, garage of hobbyruimte;
grasland dat door inrichting en beheer geschikt is, dan wel wordt gemaakt voor plantensoorten die goed gedijen in voedselarme omstandigheden, zoals verschillende soorten orchideeën zegges, echte koekoeksbloem en dotterbloem. Botanisch grasland bestaat uit bloemrijk grasland, dotterbloemhooiland en nat schraalgrasland;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
het bedrijfsmatig te koop of te huur aanbieden, hieronder begrepen de uitstalling ten verkoop of verhuur, het verkopen, verhuren en/of leveren van goederen en diensten aan degenen die deze goederen en diensten kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
extensieve vorm van dagrecreatie, zoals wandelen, fietsen en paardrijden, inclusief naar de aard en omvang daartoe behorende voorzieningen, zoals picknicktafels, banken en informatieborden, waarbij de recreatievorm geen specifiek beslag legt op de ruimte;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
het op een bedrijfsvloeroppervlak van ten minste 250 m² houden van slacht-, fok-, leg-, of pelsdieren in gebouwen (bijna) zonder weidegang. Dit onafhankelijk van agrarische grond als productiemiddel;
eendenkooien, pestbosjes, blokboezems en moerassen;
gebouw met (schuinliggende) glasramen bedoeld voor het kweken/telen van groengewassen, niet zijnde een tuincentrum;
de autosport, de motorsport, de (model-)vliegsport, karting en soortgelijk geluidproducerende sporten;
het natuurvriendelijke beheer van een gebied of delen ervan met doel een hogere ecologische waarde te bereiken, zoals een bredere diversiteit van (autochtone) fauna en flora;
activiteit die uitsluitend uitgeoefend kan worden naast een feitelijk aanwezige hoofdfunctie en waarbij de gezamenlijke oppervlakte van het niet agrarische gebruik per agrarisch bedrijf in elk geval niet meer mag bedragen zoals aangegeven in bijlage 1 'Lijst van nevenactiviteiten agrarische bedrijven - bij recht', en wat betreft vloeroppervlak en inkomensvorming ondergeschikt is aan die hoofdfunctie;
een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten;
het gebruik van agrarische gronden ten behoeve van de productie van ruwvoedergewassen;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
niet-overdekte rijbaan voorzien van waterdoorlatend bodemmateriaal ten behoeve van (hobbymatig) paardrijden, waarvan de maatvoering niet meer mag bedragen dan 40 m bij 20 m;
het beheren van gronden als natuur, uitgevoerd door particulieren (agrariërs of privépersonen);
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, bestemd voor het bedrijfsmatig doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische aard en/of pornografische aard dan wel een gelegenheid waar seksuele handelingen worden verricht;
een agrarisch bedrijf dat naar aard en omvang en gelet op de arbeidsbehoefte als zodanig moet worden aangemerkt en waarvan de continuïteit voor een periode van ten minste 10 jaar redelijkerwijs is te verwachten. Het bedrijf dient te voorzien in het hoofdinkomen van het bedrijfshoofd. De arbeidsbehoefte en -omvang dienen ten minste één arbeidskracht te omvatten die qua tijdsbesteding volledig (voltijds) werkzaam is of zal zijn in het bedrijf;
de naar de weg of naar de openbare ruimte gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg of naar de openbare ruimte gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;
de lijn waarin de voorgevel van een gebouw is gelegen alsmede het verlengde daarvan;
de aan een bouwwerk, gebied of specifiek element in een gebied toegekende kenmerkende waarde op het gebied van cultuurhistorie, archeologie, geografie, aardkunde, natuur, landschap en/of ecologie;
natuur in de vorm van sloten, vaarten, plassen en poelen;
grasland dat door inrichting en beheer geschikt is dan wel wordt gemaakt voor weidevogelsoorten zoals de grutto en tureluur, alsmede het gebruik van de gronden voor extensief dagrecreatief medegebruik. Hier wordt een mozaiekbeheer gevoerd ten behoeve van de weidevogelsoorten zoals de grutto en tureluur;
een gebouw inclusief aan- en uitbouwen, dat bedoeld is voor één huishouding.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
bij het meten worden ondergeschikte bouwonderdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversiering, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 m bedraagt.
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Per bedrijf en per bouwvlak is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Het gestelde in lid 3.1, sub d, onder 3 ten behoeve van gebouwen binnen het bouwvlak is niet van toepassing in het geval dat een agrarisch bedrijf alle binnen het bouwvlak aanwezige gebouwen in het kader van de agrarische bedrijfsvoering heeft aangewend en dit door een advies van de Agrarische Beoordelingscommissie wordt aangetoond, waarbij de oppervlakte van de toe te voegen bebouwing ten hoogste 100 m² bedraagt tot een maximale inhoud van 300 m³, met dien verstande dat deze toe te voegen bebouwing binnen het bouwvlak moet worden gerealiseerd.
Het bepaalde in artikel 16 is van toepassing.
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 sub a van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming 'Agrarisch met waarden', ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied', wijzigen in de bestemming 'Natuur' ten behoeve van de realisering van natuur- en landschapsfuncties, mits wordt voldaan aan de voorwaarde dat het initiatief/voornemen en de wijze van aanleg en beheer van de nieuwe natuur is vastgelegd in een anterieure overeenkomst.
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het in lid 4.2 bepaalde ten behoeve van de bouw van een gebouw ten dienste van natuurbeheer, waarbij het oppervlak en de bouwhoogte niet meer mogen bedragen dan respectievelijk 25 m² en 3 m, met dien verstande dat per 50 ha natuurbeheer één gebouwtje is toegestaan.
Het bepaalde in artikel 16 is van toepassing.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Het bepaalde in artikel 16 is van toepassing.
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een ondergrondse gastransportleiding.
Op de gronden als bedoeld in lid 6.1 mogen in afwijking van het bepaalde voor de andere daar voorkomende bestemming(en) uitsluitend bouwwerken ten dienste van de leiding worden gebouwd.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het in lid 6.2 bepaalde ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de in lid 6.1 bedoelde andere daar voorkomende bestemming(en), indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning:
Het onder 6.5.1 opgenomen verbod geldt niet voor werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden:
Werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden als bedoeld in lid 6.5.1 zijn slechts toelaatbaar indien:
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bestaande bovengrondse hoogspanningsverbindingen.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het in lid 7.2 bepaalde ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de in lid 7.1 bedoelde andere daar voorkomende bestemming(en), indien daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de betreffende hoogspanningsverbinding en ter zake vooraf advies van de beheerder is ingewonnen.
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de (mogelijk) aanwezige hoge archeologische waarden.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 8.2 met in achtneming van de voor deze gronden geldende overige bouwregels, onder de volgende voorwaarden:
Onverminderd het in de Monumentenwet 1988 bepaalde is het verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren dieper dan 30 cm onder het bestaande maaiveld:
Het onder 8.4.1 opgenomen verbod geldt niet:
Het bevoegd gezag kan de vergunning als bedoeld in artikel 8.4.1 onder beperkingen verlenen en de volgende voorschriften aan de vergunning verbinden:
Alvorens het bevoegd gezag besluit om af te wijken met een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 8.4.1 kunnen zij schriftelijk advies inwinnen bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast, en welke voorschriften aan de vergunning moeten worden verbonden.
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de (mogelijk) aanwezige hoge archeologische waarden.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 9.2 met in achtneming van de voor deze gronden geldende overige bouwregels, onder de volgende voorwaarden:
Onverminderd het in de Monumentenwet 1988 bepaalde is het verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren dieper dan 30 cm onder het bestaande maaiveld:
Het onder 9.4.1 opgenomen verbod geldt niet:
Het bevoegd gezag kan de vergunning als bedoeld in artikel 9.4.1 onder beperkingen verlenen en de volgende voorschriften aan de vergunning verbinden:
Alvorens het bevoegd gezag besluit om af te wijken met een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 9.4.1 kunnen zij schriftelijk advies inwinnen bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast, en welke voorschriften aan de vergunning moeten worden verbonden.
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de (mogelijk) aanwezige hoge archeologische waarden.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 10.2 met in achtneming van de voor deze gronden geldende overige bouwregels, onder de volgende voorwaarden:
Onverminderd het in de Monumentenwet 1988 bepaalde is het verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren dieper dan 30 cm onder het bestaande maaiveld:
Het bevoegd gezag kan de vergunning als bedoeld in artikel 10.4.1 onder beperkingen verlenen en de volgende voorschriften aan de vergunning verbinden:
Alvorens het bevoegd gezag besluit om af te wijken met een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 10.4.1 kunnen zij schriftelijk advies inwinnen bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast, en welke voorschriften aan de vergunning moeten worden verbonden.
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de (mogelijk) aanwezige hoge archeologische waarden.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 11.2 met in achtneming van de voor deze gronden geldende overige bouwregels, onder de volgende voorwaarden:
Onverminderd het in de Monumentenwet 1988 bepaalde is het verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren dieper dan 200 cm onder het bestaande maaiveld:
Het bevoegd gezag kan de vergunning als bedoeld in artikel 11.4.1 onder beperkingen verlenen en de volgende voorschriften aan de vergunning verbinden:
Alvorens het bevoegd gezag besluit om af te wijken met een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 11.4.1 kunnen zij schriftelijk advies inwinnen bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast, en welke voorschriften aan de vergunning moeten worden verbonden.
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de (mogelijk) aanwezige hoge archeologische waarden.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 12.2 met in achtneming van de voor deze gronden geldende overige bouwregels, onder de volgende voorwaarden:
Onverminderd het in de Monumentenwet 1988 bepaalde is het verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren dieper dan 400 cm onder het bestaande maaiveld:
Het bevoegd gezag kan de vergunning als bedoeld in artikel 12.4.1 onder beperkingen verlenen en de volgende voorschriften aan de vergunning verbinden:
Alvorens het bevoegd gezag besluit om af te wijken met een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 12.4.1 kunnen zij schriftelijk advies inwinnen bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast, en welke voorschriften aan de vergunning moeten worden verbonden.
De voor 'Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de (mogelijk) aanwezige hoge archeologische waarden.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 13.2 met in achtneming van de voor deze gronden geldende overige bouwregels, onder de volgende voorwaarden:
Onverminderd het in de Monumentenwet 1988 bepaalde is het verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren dieper dan 300 cm onder het bestaande maaiveld:
Het bevoegd gezag kan de vergunning als bedoeld in artikel 13.4.1 onder beperkingen verlenen en de volgende voorschriften aan de vergunning verbinden:
Alvorens het bevoegd gezag besluit om af te wijken met een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 13.4.1 kunnen zij schriftelijk advies inwinnen bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast, en welke voorschriften aan de vergunning moeten worden verbonden.
De voor 'Waterstaat - Kade van landschappelijke waarde' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Op de voor 'Waterstaat - Kade van landschappelijke waarde' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning:
Het onder 14.3.1 opgenomen verbod geldt niet voor werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden:
Werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden als bedoeld in lid 14.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in de hierna genoemde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
a | b | c | d | e | ||||
Gronden met de bestemming | ||||||||
Agrarisch met waarden | X | X | X | X | - | |||
Natuur | X | X | X | X | X | |||
Water | - | - | X | - | - |
X omgevingsvergunning vereist
- omgevingsvergunning niet vereist
N niet toegestaan in verband met bestemmingsomschrijving
werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 16.1 mag alleen worden verleend indien door de uitvoering van het werk, geen bouwwerk zijnde en/of de werkzaamheid dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en/of functies die het plan beoogt te beschermen, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in lid 16.1 is vereist voor:
Indien de bestaande bebouwing afwijkt van de in de bestemmingsregels gegeven regels ten aanzien van:
zijn de bestaande maten dan wel afstanden eveneens toegestaan.
Onder strijdig gebruik met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan:
Voor de gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - stiltegebied' geldt, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, de volgende regel:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - stiltegebied' zijn bestemd voor het voorkomen en beperken van geluidhinder.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels van het plan:
Omgevingsvergunning voor het afwijken van de regels als bedoeld in dit artikel kan alleen worden verleend:
Voor elke wijziging geldt in zijn algemeenheid dat in de afweging in ieder geval de agrarische, landschappelijke, verkeerstechnische en milieuhygiënische belangen worden betrokken. Met het oog daarop worden in elk geval de volgende criteria in acht genomen:
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 sub a van de Wet ruimtelijke ordening binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden' de situering van de bouwgrens dan wel het uitbreiden van de oppervlakte van een bouwvlak tot een oppervlakte van ten hoogste 1,5 ha wijzigen, indien zulks voor een doelmatige bedrijfsuitoefening van het doeleind als bedoeld in artikel 3 lid 3.1 onder b noodzakelijk is, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 sub a van de Wet ruimtelijke ordening de binnen de bestemmingen 'Agrarisch met waarden' voor de als 'bouwvlak' aangeduide gronden wijzigen in de functie wonen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 sub a van de Wet ruimtelijke ordening binnen de bestemmingen 'Agrarisch met waarden' en 'Natuur' medewerking verlenen aan de bouw van een gebouw buiten het bouwvlak, uitsluitend ten dienste van de doelmatige bedrijfsuitoefening van beheerboerderijen ten behoeve van natuurbeheer, indien zulks voor een doelmatige bedrijfsuitoefening noodzakelijk is, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Een beslissing omtrent het stellen van nadere eisen wordt niet genomen nadat belanghebbenden gedurende twee weken, na publicatie van het voornemen tot het stellen van nadere eisen in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk zienswijzen tegen de voorgenomen nadere eisen bij burgemeester en wethouders in te dienen.
Bij een verwijzing naar andere wettelijke regelingen is bedoeld de desbetreffende wet zoals die luidt op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.
Ten aanzien van de onderlinge relatie tussen de dubbelbestemmingen geldt dat, in geval van strijdigheid tussen dubbelbestemmingen onderling, dubbelbestemmingen gericht op het beschermen van personen voorgaan boven dubbelbestemmingen ter bescherming van de archeologische- en cultuurhistorische waarden in de ondergrond. In concreto wordt in afnemende mate prioriteit verleend aan de dubbelbestemming:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Natuurgebieden Veenweiden Krimpenerwaard, deelgebieden De Nesse en Oudeland.