Plan: | Groot-Ammers Zuidoost |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1927.BPGrootAmmersZOLSV-OH01 |
Beleid
Verdrag van Malta
Het Verdrag van Malta is in 1992 ondertekend en in 1995 in werking getreden. Doelstelling van het Verdrag van Malta is de bescherming en het behoud van archeologische waarden. Als gevolg van dit Verdrag wordt in het kader van de ruimtelijke ordening het behoud van het archeologisch erfgoed meegewogen zoals alle andere belangen die bij de voorbereiding van het plan een rol spelen.
De inhoud van het Verdrag van Malta is neergelegd in de Wet op de Archeologische Monumentenzorg die op 1 september 2007 van kracht is geworden en een wijziging van de Monumentenwet 1988 tot gevolg heeft gehad. Op grond van deze aangescherpte regelgeving stellen Rijk en provincie zich op het standpunt dat in het ruimtelijk beleid zorgvuldig met het archeologische erfgoed moet worden omgegaan. Voor gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar reële verwachtingen bestaan dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn, dient voorafgaand aan bodemingrepen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek dienen vervolgens volwaardig in de belangenafweging te worden betrokken.
Het Rijk heeft deze beleidsuitgangspunten neergelegd in onder meer de Cultuurnota 2005 - 2008, de Nota Belvedère, het Structuurschema Groene Ruimte 2, de Nota Ruimte, de Wijziging van de Monumentenwet 1988 en diverse publicaties van het Ministerie van OC&W.
Onderzoek
In oktober 2010 is een archeologisch bureau- en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd door middel van boringen (zie Bijlage 4). Uit het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied in de Gelkenes-polder achter Groot-Ammers ligt waar de bodem uit een pakket van klei en veenlagen bestaat. Hieronder komen restanten van diverse oude begraven rivierlopen voor die actief waren in het Mesolithicum en Neolithicum, bestaande uit bedding- en oeverafzettingen en hierlangs gelegen donken. Op de donken kon in deze periodes bewoning voorkomen. Volgens de gemeentelijke archeologische verwachtings- en beleidskaart komen er in het plangebied twee van deze rivierlopen voor. Deze hebben een middelhoge en hoge verwachting op archeologische waarden uit het Mesolithicum en Neolithicum. De rest van het plangebied heeft een lage verwachting en is niet onderzocht bij het booronderzoek. Voor het bureauonderzoek is wel het gehele plangebied onderzocht. Volgens andere kaarten liggen deze begraven rivierlopen buiten het plangebied. Nabij het plangebied zijn alleen archeologische waarden uit het Mesolithicum, Neolithicum en de Late Middeleeuwen bekend. Groot-Ammers is waarschijnlijk in de 13e eeuw gesticht. In het plangebied is geen historische bebouwing of ander landgebruik dan weiland bekend. De verwachting in de gebieden met een middelhoge/hoge verwachting geldt alleen voor het Mesolithicum en Neolithicum. De verwachte waarden liggen enkele meters onder maaiveld.
Tijdens het veldonderzoek bleek dat er in het plangebied geen oude rivierlopen of donken voorkomen in de onderzochte delen van het plangebied binnen 8 m onder maaiveld. De bodem bestaat alleen uit een pakket van veen- en kleilagen. In de boringen zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. De kans op aanwezigheid van archeologische waarden uit alle perioden is klein, ook uit het Mesolithicum en Neolithicum.
Conclusie
Op basis van de resultaten van het inventariserend veldonderzoek kan worden geconcludeerd dat het aspect archeologie de vaststelling van het bestemmingsplan niet in de weg staat.