Plan: | Groot-Ammers Zuidoost |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1927.BPGrootAmmersZOLSV-OH01 |
Normstelling en beleid
Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan rekening te worden gehouden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vastgesteld of er sprake is van een saneringsnoodzaak. In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd.
Ten behoeve van ruimtelijke plannen dient ten minste het eerste deel van het verkennend bodemonderzoek, het historisch onderzoek, te worden verricht. Indien uit het historisch onderzoek wordt geconcludeerd dat op de betreffende locatie sprake is geweest van activiteiten met een verhoogd risico op bodemverontreiniging dient het volledig verkennend bodemonderzoek te worden verricht.
Onderzoek
In het vigerende bestemmingsplan Groot-Ammers Zuidoost (1995) is ter plaatse van het plangebied de bestemming 'Woongebied' opgenomen. Omdat het vigerende bestemmingsplan de functiewijziging naar wonen mogelijk heeft gemaakt, is ten behoeve van dat bestemmingsplan onderzoek uitgevoerd naar de bodemkwaliteit. De resultaten van deze onderzoeken zijn opgenomen in de toelichting bij dat plan. Er zijn destijds geen ernstige verontreinigingen aangetoond. Ook is er geen sprake van verhoogde gehaltes aan stoffen die aanleiding geven tot verder onderzoek, anders dan het al uitgevoerde onderzoek.
In december 2009 is ter plaatse van de geplande vrije kavels een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is opgenomen in Bijlage 3 van dit bestemmingsplan. Uit dit onderzoek blijkt dat er ten aanzien van de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem en het grondwater geen belemmeringen aanwezig zijn voor het beoogde gebruik.
Conclusie
Geconcludeerd wordt dat het aspect bodemkwaliteit de uitvoering van het plan niet in de weg staat.