direct naar inhoud van Artikel 22 Wonen - 2
Plan: Sommelsdijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1924.SMDsommelsdijk2013-BP40

Artikel 22 Wonen - 2

22.1 Bestemmingsomschrijving
22.1.1 Algemeen

De voor Wonen - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. beroepsmatige activiteiten;
  • c. aan de functie onder a gebonden parkeervoorzieningen.

22.1.2 Garage

Ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' zijn de in lid 4.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor detailhandel.

Ter plaatse van de aanduiding 'garage' zijn de in 22.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor inpandige garageboxen.

22.1.3 Ondergeschikte functies
  • a. bed & breakfast activiteiten;
  • b. paden en wegen;
  • c. erven en tuinen;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

22.2 Bouwregels

Ten aanzien van de in lid 22.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:

22.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak.
  • b. Ter plaatse van de aanduidingen 'aaneengebouwd' en 'gestapeld' mogen hoofdgebouwen uitsluitend worden gebouwd in de aangegeven bebouwingstypologieën.
  • c. Binnen het bouwvlak mogen in totaal 134 woningen worden gebouwd.
  • d. Ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' mag de goothoogte van hoofdgebouwen niet meer bedragen dan is aangegeven.
  • e. Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' dient een vrije doorganghoogte van ten minste 3 meter te worden aangehouden.

22.2.2 Bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen

Voor het bouwen van bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. Het bebouwingspercentage van de gronden gelegen buiten het bouwvlak bedraagt maximaal 50%.
  • b. De gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen bedraagt niet meer dan 50 m2.
  • c. De bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen moeten op minimaal 3 m achter de voorgevelrooilijn worden gebouwd.
  • d. De goothoogte van aan- en uitbouwen bedraagt niet meer dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw tot een maximum van 4 m.
  • e. De goothoogte van een vrijstaand bijgebouw bedraagt niet meer dan 3 m.
  • f. Ter plaatse van de aanduiding 'garage' mogen inpandige garageboxen worden gerealiseerd.

22.2.3 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. De bouwhoogte van overige erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 m.
  • c. De bouwhoogte van overige andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan 5 m.

22.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.2 ten behoeve van het verbreden van het bouwvlak met maximaal 5 meter, het veranderen van de aangegeven bebouwingstypologieën voor hoofdgebouwen en het verhogen van de toegestane goothoogte voor hoofdgebouwen tot 12 meter, onder de voorwaarde dat sprake is van een stedenbouwkundige opzet die aansluit op de ruimtelijke karakteristieken van de omgeving.

22.4 Specifieke gebruiksregels

Het gebruik van hoofdgebouwen alsmede aan- en uitbouwen voor beroepsmatige activiteiten aan huis is toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:

  • a. De omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 35% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de (woon)bebouwing tot een maximum van 50 m2.
  • b. Het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken.
  • c. Detailhandel is niet toegestaan.
  • d. De activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.

22.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.1 ten behoeve van het gebruik van ruimten binnen hoofdgebouwen en bijgebouwen voor bedrijfsuitoefening aan huis als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:

  • a. Uitoefening van een aan huis verbonden bedrijfsactiviteit is toegestaan voor zover de activiteiten behoren tot maximaal categorie 1 en 2 zoals genoemd in Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten.
  • b. De activiteit mag geen onevenredige afbreuk van en hinder aan het woonmilieu veroorzaken.
  • c. De omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 35% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de (woon)bebouwing, tot een maximum van 50 m2.
  • d. Het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken.
  • e. Detailhandel is niet toegestaan.
  • f. De activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner(s).