direct naar inhoud van Artikel 12 Algemene ontheffingsregels
Plan: Landelijk Gebied - Ruimte voor Ruimte 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1916.lgrvr2010-0010

Artikel 12 Algemene ontheffingsregels

12.1 Algemene ontheffingen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van deze regels:

  • a. ten behoeve van het bouwen van niet voor bewoning bestemde bouwwerken voor nutsvoorzieningen, zoals gasdrukregelstations, wachthuisjes, telefooncellen en transformatorhuisjes, uitgezonderd verkooppunten voor motorbrandstoffen, van welke bouwwerken de oppervlakte niet meer dan 20 m2 en de goothoogte niet meer dan 3 m mag bedragen;
  • b. ten behoeve van het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, zoals duikers, keermuren en bruggen, mits deze om waterstaatkundige of verkeerstechnische redenen noodzakelijk zijn;
  • c. indien en voorzover afwijkingen ten aanzien van grens of richting van wegen en paden en ligging van bestemmings- en bebouwingsgrenzen en aanduidingen noodzakelijk zijn ter aanpassing van het plan aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein, mits die afwijkingen ten opzichte van hetgeen is aangegeven niet meer dan 5 m bedragen;
  • d. voor afwijkingen van bepalingen, gesteld ten aanzien van maten en percentages, mits die afwijkingen beperkt blijven tot ten hoogste 15% van de in het plan aangegeven maten en percentages;
  • e. ten behoeve van het bouwen van antennemasten tot een bouwhoogte van 20 m;
  • f. ten behoeve van paardenbakken voor het hobbymatig houden van paarden bij woningen en bedrijfswoningen tot een afmeting van 20 bij 60 m binnen een bouwvlak, mits voorzien van een goede landschappelijke inpassing.

12.2 Procedure bij ontheffing

Bij de voorbereiding van een besluit omtrent het verlenen van ontheffing als bedoeld in lid 12.1, wordt de procedure gevolgd, die is vervat in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.