direct naar inhoud van Artikel 11 Vrijwaringszone - molenbiotoop
Plan: Landelijk Gebied - Ruimte voor Ruimte 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1916.lgrvr2010-0010

Artikel 11 Vrijwaringszone - molenbiotoop

11.1 Bouwen en gebruik

Ter plaatse van de aanduiding Vrijwaringszone - molenbiotoop rondom molens mag de bouwhoogte van bouwwerkenen en hoogte van beplanting:

  • a. binnen 100 m tot de betreffende molen niet meer bedragen dan de hoogte van het onderste punt van de verticaal staande wiek van de betreffende molen;
  • b. tussen 100 m en 400 m tot de betreffende molen niet meer bedragen dan:
    • 1. 1/100 van de afstand tussen het btreffende bouwwerk en de btreffende molen,
    • 2. plus de hoogte van het onderste punt van de verticaal staande wiek van de betrefffende molen;
  • c. het bepaalde in lid 11.1 onder a en b is niet van toepassing op situaties waarin de vrije windvang en/of het zicht op de molen reeds beperkt zijn door betsaande bebouwing, mits de vrije windvang en het zicht op de molens niet verder wordt beperkt.
11.2 Verhouding vrijwaringszone en bestemming

Daar waar een bestemming samenvalt met de aanduiding Vrijwaringszone - molenbiotoop geldt primair het beplaaade van de aanduiding. De regels van de bestemming zijn uitsluitend van toepassing voorzover deze niet strijdig zijn met het bepaalde ten aanzien van de aanduiidng.

11.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn ter plaatse van de aanduiding Vrijwaringszone - molenbiotoopbevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:

  • a. de situering van bebouwing op een bouwperceel;
  • b. de nokrichting van de bebouwing;
  • c. de situering en dichtheid van beplanting tot op een (bouw)perceel;
  • d. de afstand van de bebouwing en beplanting tot de Molendriegang, met dien verstande dat de afstand van de dichtsbijzijnde bebouwing tot de Molendriegang tenminste 125 m zal bedragen.

Alvorens een ontheffing te verlenen, winnen burgemeester en wethouders advies in bij een deskundige op het gebied van cultuurhistorisch erfgoed, zoals de provinciale molenbiotoopdeskundige(n). In het kader van de belangenafweging kunnen burgemeester en wethouders een wind(vang)onderzoek verlangen van degene die binnen de aanduiding Vrijwaringszone - molenbiotoop wenst te bouwen en/of beplanting wenst te plaatsen.