direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Ingenieur Smedingplein 2 en Brinkweg 3
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1911.HZWieringerwerf001-va01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Op 3 april 2015 is door het concern Aldi Vastgoed BV (hierna initiatiefnemer) het principeverzoek ingediend voor het verplaatsen van de Aldi te Wieringerwerf van de Brinkweg 3 naar het Ingenieur Smedingplein 2. De initiatiefnemer heeft aangegeven om bedrijfstechnische redenen te willen verhuizen; op de nieuwe locatie kan voldaan worden aan de huidige Aldi-servicemaatstaven, zoals voldoende ruime gangpaden, voldoende parkeergelegenheid voor bezoekers en goede mogelijkheden voor bevoorrading. Op de locatie Brinkweg 3 is onvoldoende ruimte is om deze service te bieden.

Burgemeester en Wethouders hebben op 28 april 2015 besloten in principe medewerking te verlenen aan deze verplaatsing. Deze ontwikkeling is niet mogelijk binnen het vigerende bestemmingsplan. In eerste instantie is daarom een Wabo-procedure doorlopen. In het kader van het bieden van rechtszekerheid en het definitief vastleggen van de gewijzigde bestemming is besloten om voor deze ontwikkeling een bestemmingsplanprocedure op te starten. Het bestemmingsplan legt vervolgens het kader vast, waarbinnen de ontwikkeling gerealiseerd wordt en geeft een duidelijk beheerskader voor de toekomst.

Gedurende de Wabo-procedure is nagedacht over de invulling voor de locatie Brinkweg 3. Initiatiefnemer en de gemeente Hollands Kroon hadden reeds de wens voor deze locatie de aanduiding 'supermarkt' te verwijderen. In overleg is besloten de gehele functie detailhandel te verwijderen. Hiermee wordt voorkomen dat zich hier detailhandel in algemene zin en specifiek een nieuwe supermarkt kan vestigen. Om voldoende flexibiliteit te behouden voor een nieuwe invulling, is het wenselijk dat aan de locatie als extra functie maatschappelijke dienstverlening wordt toegekend. In het bestemmingsplan worden voor de locatie Brinkweg 3 dan ook de detailhandelsfuncties verwijderd en extra vervangende functies (maatschappelijke dienstverlening) toegevoegd.

1.2 Plangebied

Dit bestemmingsplan heeft betrekking op twee planlocaties in de kern Wieringerwerf. Het betreft deelgebied Brinkweg 3 en deelgebied Ingenieur Smedingplein 2 (zie figuur 1.1).

afbeelding "i_NL.IMRO.1911.HZWieringerwerf001-va01_0001.jpg"

Figuur 1.1: Locatie plangebied

Deelgebied 1 betreft de locatie Brinkweg 3. De Brinkweg maakt onderdeel uit van de noordelijke rand van het centrum van de kern Wieringerwerf. De bebouwing wordt ingesloten door omliggende bebouwing, bestaande uit winkels en kleinschalige centrumvoorzieningen. De openbare ruimte voor de ingang van de winkel is ingericht als parkeerplaats voor de gehele winkelstrip aan de Brinkweg. De ligging van het plangebied is weergegeven in figuur 1.2.

afbeelding "i_NL.IMRO.1911.HZWieringerwerf001-va01_0002.jpg"

Figuur 1.2: Locatie huidige vestiging Aldi.

Deelgebied 2 betreft de locatie Ingenieur Smedingplein 2. Deze locatie ligt aan de zuidrand van het winkelgebied van Wieringerwerf. De gebouwen staan momenteel leeg. Het plangebied betreft het terrein met een oppervlakte van circa 5000 m2 en de aanliggende groenstroken aan de zuid en oostzijde van het voormalig bedrijf. De ligging van het plangebied is weergegeven in figuur 1.3.

afbeelding "i_NL.IMRO.1911.HZWieringerwerf001-va01_0003.jpg"

Figuur 1.3: Locatie nieuwe vestiging Aldi.

1.3 Geldende planologische regeling

Beide deelgebieden liggen in het bestemmingsplan 'Wieringerwerf', dat door de gemeenteraad van Hollands Kroon is vastgesteld op 27 januari 2011 (zie figuur 1.4).

afbeelding "i_NL.IMRO.1911.HZWieringerwerf001-va01_0004.jpg"

Figuur 1.4: Uitsnede verbeelding vigerend bestemmingsplan

Deelgebied Brinkweg 3 heeft in het bestemmingsplan de bestemming 'Centrum' en de functieaanduiding 'supermarkt'. De bestemming Centrum geldt voor het hele centrumgebied van Wieringerwerf. Het gaat daarbij om winkels, horeca, kantoren, dienstverlening, bedrijven en daarbij behorende woningen. De functies zijn vrij uitwisselbaar met uitzondering van de horeca en supermarkt die alleen daar zijn toegestaan waar dat op de verbeelding is aangegeven door een aanduiding. Voor de vestiging van de Aldi is deze aanduiding 'supermarkt' opgenomen. In de bestemming is tevens een wijzigingsbevoegdheid (artikel 7.7 onder a) opgenomen voor het wijzigen/ vergroten/ verwijderen van de aanduiding 'supermarkt' onder voorwaarde dat er kan worden voorzien in de parkeerbehoefte. Van deze wijzigingsbevoegdheid wordt in dit bestemmingsplan gebruik gemaakt. Voor een uitsnede van de verbeelding ter plaatse van de Brinkweg, zie figuur 1.5.

Met een bouwvlak is aangegeven waarbinnen bebouwing mag worden gerealiseerd. Het bouwvlak waarbinnen het plangebied ligt, mag voor 100% worden bebouwd. Voor de bouwmogelijkheden is aangegeven dat: 'de toegestane hoogte, goothoogte, dakhelling en inhoud van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan de bestaande hoogte, goothoogte, dakhelling en inhoud van het hoofdgebouw ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit plan'. In dit nieuwe bestemmingsplan wordt afgeweken van deze bouwregels. Er wordt een maximum bouw- en goothoogte vastgesteld.

afbeelding "i_NL.IMRO.1911.HZWieringerwerf001-va01_0005.jpg"

Figuur 1.5: Uitsnede deelgebied Brinkweg 3

Voor het deelgebied Ingenieur Smedingplein 2 gelden de bestemmingen 'Bedrijf' en 'Groen'. Met de functieaanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2' in combinatie met de Staat van bedrijfsactiviteiten is aangegeven wat voor soort bedrijven zich hier mogen vestigen. Binnen de bestemming 'Bedrijf' is met een bouwvlak aangegeven waarin de bebouwing dient te worden gerealiseerd. Er is sprake van een strak bouwvlak met een maximum bebouwingspercentage van 100%. Binnen het bouwvlak gelden voor de goot- en bouwhoogte twee deelvlakken. Voor het lage gedeelte, aan de zijde van de Terp, geldt een maximum goot- en bouwhoogte van 4 meter. Voor de hoogbouw geldt een maximum goot- en bouwhoogte van 7 meter.

afbeelding "i_NL.IMRO.1911.HZWieringerwerf001-va01_0006.jpg"

Figuur 1.6: Uitsnede locatie Ingenieur Smedingplein 2

Voor beide deelgebieden geldt de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - straalpad'. Het straalpad loopt over Wieringerwerf vanaf het Robbenoordbos in zuidelijke richting midden over het dorp. Hiervoor geldt dat in het vigerende bestemmingsplan is uitgegaan van de bestaande bouwhoogtes, wat tot gevolg heeft dat nergens in het plan hoogtes zijn toegestaan die leiden tot hinder voor de straalverbinding.

Het initiatief is in strijd met de vigerende planologische regeling. De gemeente staat echter positief tegenover de beoogde ontwikkeling en biedt met het voorliggende bestemmingsplan een passend juridisch planologisch kader waarbinnen de ontwikkeling kan plaatsvinden.

1.4 Leeswijzer

De toelichting van dit bestemmingsplan is als volgt opgezet. In het volgende hoofdstuk volgt een beschrijving van de huidige en toekomstige situatie. Vervolgens is in het derde hoofdstuk een beschrijving van de relevante beleidskaders opgenomen. In hoofdstuk vier zijn verschillende omgevingsaspecten getoetst aan de wet- en regelgeving. Daarna is in het vijfde hoofdstuk ingegaan op de juridische regeling van het plan. Tot slot is in hoofdstuk zes de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid van het plan aan de orde gesteld.

Hoofdstuk 2 Huidige situatie en beschrijving initiatief

2.1 Huidige situatie

Het winkelcentrum van Wieringerwerf is op te splitsen in een noordelijk deel aan de Brinkweg en een zuidwestelijk deel, gelegen aan de Terpstraat. Het Ingenieur Smedingplein kan worden gezien als de zuidgrens van het winkelcentrum.

Momenteel is de Aldi gevestigd in het noordelijke deel van het winkelcentrum, aan de Brinkweg 3. Het winkelgebied aan de Brinkweg kan worden omschreven als een kleinschalig winkelgebied. Aan de zuidzijde van de Brinkweg zijn naast de Aldi onder andere een Hema, horeca voorzieningen (twee cafés, cafetaria en een pizzeria), een slager, een kapper, een videotheek en een bank gevestigd. De openbare ruimte tussen de winkels en de Brinkweg is ingericht als parkeerplaats. Aan de overzijde van de Brinkweg ligt woonbebouwing en meer naar het westen een groenstrook als afscheiding tussen het centrum- en woongebied. Zie figuur 2.1 voor een impressie van de omgeving van de huidige vestiging van Aldi.

De Aldi is gevestigd in een pand dat is opgericht in één bouwlaag. Behalve de entree zijn in het pand weinig gevelopeningen. Hierdoor heeft het pand een gesloten karakter. Het winkelvloeroppervlak bedraagt circa 705 m2 wvo. Dit is te klein om te voldoen aan de kwaliteitsstandaarden van Aldi. Doordat het bestaande pand aan 3 zijden wordt omsloten door bebouwing en aan de zijde van de Brinkweg niet kan uitbreiden is uitbreiding op de bestaande locatie niet mogelijk.

Om voor de toekomst een kwalitatief winkelaanbod te kunnen blijven garanderen, passend binnen het bedrijfsprofiel, is het dan ook noodzakelijk om de winkel te verhuizen naar een nieuw gebouw, waar een volwaardige hedendaagse discounter gerealiseerd kan worden.

afbeelding "i_NL.IMRO.1911.HZWieringerwerf001-va01_0007.jpg"

Figuur 2.1: Foto's omgeving plangebied aan de Brinkweg (bron: Google Earth)

De initiatiefnemer heeft een nieuwe locatie gevonden aan het Ingenieur Smedingplein 2 (zie figuur 2.2). Op deze bedrijfslocatie was voorheen het bedrijf Reckless Design gevestigd. Momenteel is de locatie echter ongebruikt. Het terrein heeft een oppervlakte van circa 5.000 m2. De bebouwing bestaat uit een hoofdgebouw van 2 lagen en een aanbouw aan de oostzijde van 1 bouwlaag. Het terrein is toegankelijk vanaf het Ingenieur Smedingplein, over een parkeerterrein, dat mede wordt gebruik door het restaurant Lotus Wokplaza. Op het terrein is aan de noordzijde van de bebouwing beperkte parkeerruimte aanwezig. Aan de zuidzijde van de bebouwing ligt een bedrijfstuin bestaande uit een grasveld en een groot terras. De tuin is omzoomd door openbaar groen.

afbeelding "i_NL.IMRO.1911.HZWieringerwerf001-va01_0008.jpg"

Figuur 2.2: Foto's omgeving plangebied aan het Ingenieur Smedingplein (bron: Google streetview)

Aan de zuidzijde wordt de locatie begrensd door de Schipperskade, een fietspad tussen de Schipperskade en de Terpweg en de bestaande historische vaart. De oostgrens van het plangebied wordt gevormd door de Terpweg. Ten westen van het plangebied liggen kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang 't Schippertje en jongerencentrum J.C. De Dukdalf.

De omgeving van het Ingenieur Smedingplein is aan te merken als een gemengd gebied. Aan de zuid en oostzijde ligt woonbebouwing, aan de westzijde liggen maatschappelijke voorzieningen en aan de noordzijde ligt het winkelcentrum, bestaande uit een combinatie van winkelvoorzieningen en sociaal maatschappelijke voorzieningen.

2.2 Beschrijving initiatief

Ingenieur Smedingplein

De initiatiefnemer heeft het voornemen om het terrein aan het Ingenieur Smedingplein 2 te gaan gebruiken voor het huisvesten van de Aldi in Wieringerwerf. De huidige bebouwing, terrein inrichting en toegang tot het gebied voldoen niet aan de wensen van de initiatiefnemer. In overleg met de gemeente is besloten om de bestaande bebouwing te slopen, het terrein opnieuw in te richten en een nieuwe toegang tot het terrein aan te leggen (zie figuur 2.3).

Na sloop van de bestaande bebouwing zal aan de westzijde van het perceel een nieuw gebouw met een oppervlakte van circa 1.275 m2 (bvo) en 5,5 m hoog worden gerealiseerd. Het gebouw zal worden georiënteerd naar de zuidzijde, met de entree van de winkel in de zuidoost hoek van het gebouw. Het laden en lossen is gesitueerd aan de westzijde van het gebouw, uit het zicht van klanten.

afbeelding "i_NL.IMRO.1911.HZWieringerwerf001-va01_0009.jpg"

Figuur 2.3: Schets inrichtingsvoorstel

Naast de realisatie van een nieuw gebouw zal ook de openbare ruimte opnieuw worden ingericht. De locatie krijgt zijn hoofdontsluiting aan de Schipperskade. Deze vooralsnog voor gemotoriseerd verkeer doodlopende weg zal worden verlengd tot de Terpweg. Hier zal een nieuwe aansluiting worden gemaakt. De discounter krijgt daardoor een snelle en directe verbinding met het hoofdwegennet van Wieringerwerf. De aansluiting van het plangebied aan het Ingenieur Smedingplein blijft aanwezig voor fietsers en voetgangers. Automobilisten kunnen van deze route geen gebruik maken. De huidige parkeersituatie blijft gehandhaafd. Door het plaatsen van paaltjes, hagen en een laag hekwerk wordt deze toegang voor automobilisten afgesloten. Door het openhouden van deze toegang voor fietsers en voetgangers zal er een logische verbinding ontstaan tussen het kern winkelgebied en de nieuwe discounter.

Het terrein aan de oostzijde van de nieuwe bebouwing zal primair worden ingericht als parkeerplaats. Ook worden nieuwe parkeerstroken aan gelegd aan de noordzijde van de bebouwing en direct aan de Schipperskade. De parkeerplaatsen aan de noordzijde kunnen tevens gebruikt worden door de bezoekers van het naastgelegen restaurant. De parkeerplaatsen aan de Schipperskade krijgen een informeel karakter en zijn vooral bedoeld als overloop gebied. Hier zullen geen parkeermarkeringen worden aangebracht. In totaal worden op eigen terrein 80 parkeerplaatsen aangelegd.

Ten behoeve van de aankleding van de openbare ruimte zullen enkele nieuwe bomen worden geplant. De bestaande beplanting zal worden gesnoeid, waardoor de openbare ruimte een vriendelijk en open uitstraling zal krijgen.

Als gevolg van het planvoornemen om hier een nieuwe discounter te creëren wordt het winkelcentrum van Wieringerwerf verlengd tot voorbij het Ingenieur Smedingplein. Het leegstaande en verouderde pand aan het Ingenieur Smedingplein wordt gesloopt. De rommelige en weinig toegankelijke openbare ruimte van het plangebied wordt opengesteld voor de bewoners van Wieringerwerf. Hier krijgt de gehele omgeving van het plangebied een boost en kan zich gaan ontwikkelen tot een modern en toekomstbestendig centrum van Wieringerwerf.

Brinkweg

Hiervoor is beschreven dat de locatie Brinkweg qua oppervlakte is niet meer geschikt is om een discounter te huisvesten. Na de verplaatsing is hier ook geen marktruimte meer voor (zie ook 4.1). Daarom zal voor deze locatie een andere functie gezocht worden. Hierbij wordt gedacht aan de functies die nu in de omgeving van het plangebied aanwezig zijn. De vestiging van deze functies is mogelijk op basis van het vigerende bestemmingsplan. Wel is er interesse om hier een maatschappelijke voorziening (huisartsenpost) te vestigen. Met dit bestemmingsplan zal ter plaatse van Brinkweg 3 geen detailhandel meer mogelijk zijn. Wel wordt de mogelijkheid tot het vestigen van een maatschappelijke functie mogelijk gemaakt. Hiervoor worden in dit bestemmingsplan gewijzigde bouwmogelijkheden opgenomen. In de regels en verbeelding wordt een maximum bouwhoogte en een maximum goothoogte van 11 meter, respectievelijk 7 meter vastgesteld. Hierdoor wordt het mogelijk de eenlaagsbebouwing aan de Brinkweg 3 te vervangen door bebouwing bestaande uit twee bouwlagen met een kap. Deze hoogten zijn stedenbouwkundig aanvaardbaar en passen in het straatbeeld van de Brinkweg. De bebouwing aan de Brinkweg, bestaat, met uitzondering van de bebouwing Brinkweg 3, 5 en 11, uit twee bouwlagen met een kap. Door voor de locatie Brinkweg 3 de bouw- en goothoogte te wijzigen, wordt een kader geschept voor de toekomstige invulling van het plangebied, waarbij de stedenbouwkundige kwaliteiten en openbare ruimte van de Brinkweg worden versterkt.

2.3 Verkeer en parkeren

2.3.1 Ingenieur Smedingplein

Ontsluiting gemotoriseerd verkeer en langzaam verkeer

De locatie van de nieuwe vestiging van Aldi ligt aan de zuidrand van het Ingenieur Smedingplein. Beoogd is de locatie via een nieuwe in- en uitrit op de Schipperskade aan te sluiten. In de huidige situatie is hier wel een fietsontsluiting, maar geen ontsluiting voor gemotoriseerd verkeer. Deze weg wordt ten behoeve van de komst van de discountsupermarkt verlengd en krijgt daarbij een nieuwe aansluiting op de Terpweg. De Terpweg is een gebiedsontsluitingsweg binnen de bebouwde kom van Wieringerwerf met een verkeerscapaciteit tot 15.000 motorvoertuigen per etmaal (maximumsnelheid van 50 km/h). De Terpweg sluit naar het zuiden toe aan op de rotonde met de N240 en een aansluiting op de A7. Naar het noorden toe is het centrum van Wieringerwerf en naar het oosten zijn via de Professor Granpré Molièrestraat en via de Dokter Tamsmalaan de woonwijken van het dorp te bereiken.

Langs de Terpweg bevinden zich vrijliggende fietspaden en aan de Terpstraat in het noorden zijn fietsstroken aanwezig. Hiermee voldoet de inrichting aan de principes van Duurzaam Veilig.

Aan de Terpweg, ter hoogte van Lotus Wokplaza en het voetpad tussen de Terpweg en de Ingenieur Krijnstraat ligt de dichtstbijzijnde bushalte. Hierdoor zal de nieuwe ontwikkeling ook per openbaar vervoer goed verbonden zijn.

Verkeersgeneratie en afwikkeling

De verkeersgeneratie wordt bepaald op basis van de CROW-kencijfers uit publicatie 317 (CROW, oktober 2012).

Huidige situatie

Op de beoogde locatie staat momenteel bedrijfsbebouwing (bedrijfsverzamelgebouw) met een oppervlakte van circa 1400 m2 bvo. Dit pand wordt gesloopt. Op basis van CROW-publicatie 317 bedraagt de verkeersgeneratie van een bedrijfsverzamelgebouw 7 mvt/weekdagetmaal per 100 m2  bvo. De locatie heeft hierdoor een verkeersgeneratie van 98 mvt/weekdagetmaal.

Toekomstige ontwikkeling

Voor een discountsupermarkt wordt uitgegaan van gemiddeld 104,5 mvt/100 m² bvo (uitgangspunt: niet stedelijk, schil centrum). De beoogde ontwikkeling aan het Ingenieur Smedingplein heeft een oppervlakte van circa 1.275 m2 bvo (1000 m2 wvo). Hiervoor bedraagt de verkeersgeneratie 1.332 mvt/weekdagetmaal (exclusief vrachtverkeer). Gemiddeld vinden er 0,7 leveringen per vrachtwagen plaats per 100 m2 wvo plaats per week. (CROW publicatie 272, 2008). Voor de nieuwe ontwikkeling zou dit betekenen circa 10 vrachtwagens per week. Aldi gaat echter uit van bevoorrading met circa 15 vrachtwagens per week (= 30 mvt/week = 5 mvt/etm).

Per saldo zal de verkeersgeneratie als gevolg van de ontwikkeling toenemen met 1.239 mvt/weekdagetmaal ((1.332 + 5) - 98).

Op basis van de gemeentelijke plattegrond, de ligging van de woongebieden in de kern Wieringerwerf, de ligging van het winkelgebied (centrum), omliggende dorpen en kernen van de gemeente Hollands Kroon en de ligging van de belangrijkste gebiedsontsluitingswegen wordt aangenomen dat circa 70% (867 mvt/etm) van de verkeerstoename via de Terpweg naar het noorden wordt afgewikkeld. Circa 20% (248 mvt/etm) zal richting de zuidelijk gelegen woongebieden en het regionale wegennetwerk afgewikkeld worden. Circa 10% (124 mvt/etm) gaat naar het westen, richting het buitengebied over de Schipperskade.

De Terpweg (Dokter Tamsmalaan - Ingenieur Smedingplein) kent op basis van de in juli 2014 gehouden verkeerstelling een intensiteit van circa 5.250 mvt/etmaal. De gegevens voor deze verkeerstelling zijn gemaakt op een meetpunt op circa 50 meter van de toekomstige nieuwe aansluiting van de Terpweg op de Schipperskade. Op basis van een autonome verkeersgroei van jaarlijks 1% zijn dit in 2026 circa 5.915 mvt/etm. Dit betekent dat de verkeersintensiteit op de Terpweg in noordelijke richting ten gevolge van de planontwikkeling 6.782 mvt/etm bedraagt. Het wegprofiel van de Terpweg (gebiedsontsluitingsweg binnen de bebouwde kom) biedt voldoende capaciteit om deze verkeersintensiteit te verwerken. Dit verkeer zal zich vervolgens verspreiden over de Terpstraat en Professor Granpré Molièrestraat en opgaan in het reguliere verkeersbeeld.

Tevens zullen de Schipperskade en de Terpweg in zuidelijke richting de geringe verkeerstoename kunnen afwikkelen.

Parkeren

De gemeente Hollands Kroon heeft geen eigen parkeerbeleid met parkeerkencijfers, waardoor wordt aangesloten bij de landelijk geldende normen zoals vastgelegd in CROW publicatie 317 (Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie). Op basis van CBS gegevens geldt voor de kern Wieringerwerf de stedelijkheidsgraad 'niet stedelijk'. Ook dient uitgegaan te worden van de gemiddelde parkeerkencijfers. Het plangebied aan het Ingenieur Smedingplein is daarbij gelegen in de schil van het centrum van Wieringerwerf.

Voor de nieuwe supermarkt wordt aangesloten bij de parkeerkencijfers van de functie 'discountsupermarkt'.

Op basis van CROW publicatie 317 dient uitgegaan te worden van 5,8 parkeerplaatsen per 100 m2 bvo.

Benodigd aantal parkeerplaatsen op basis CROW

De supermarkt heeft een totaal oppervlak (bvo) van 1.275 m2. Voor de toekomstige situatie dienen minimaal (1.275/100) * 5.8 = 74 parkeerplaatsen (naar boven afgerond) aanwezig te zijn.

Bij de nieuwe vestiging zal een parkeerterrein met circa 80 parkeerplaatsen worden gerealiseerd. Hierdoor wordt op eigen terrein voldoende parkeergelegenheid aangelegd.

Het verkeer zal het parkeerterrein van de discountsupermarkt bereiken via een separate in- en uitrit vanaf de Schipperskade.

Conclusie

De bereikbaarheid van de nieuwe vestiging van Aldi aan het Ingenieur Smedingplein is goed. De verkeersgeneratie door de nieuwe ontwikkelingen kan worden afgewikkeld over de Terpweg Schipperskade en aansluitende wegen. Ten aanzien van parkeren kan worden voldoende parkeerplaatsen aangelegd op eigen terrein. Het aspect verkeer en parkeren staat de ontwikkeling niet in de weg.

2.3.2 Brinkweg

Ontsluiting gemotoriseerd verkeer en langzaam verkeer

De locatie Brinkweg ligt aan de noordrand van het winkelgebied van Wieringerwerf. De Brinkweg is verbonden met het Omtaplein aan de westzijde en het Loggersplein in het oosten. Vanaf het Loggersplein, is het plangebied middels de A.C. de Graafstraat, de Ingenieur Ovingestraat en de Sternstraat verbonden met de woonwijken aan respectievelijk de noord- oost- en zuidzijde van Wieringerwerf. Op het Omtaplein sluit de Brinkweg aan op de Terpstraat, een van de belangrijkere noord-zuid verbindingen van Wieringerwerf. Via de Terpstraat, de westzijde van het centrumgebied van Wieringerwerf, is de locatie verbonden met het Ingenieur Smedingplein. Voor de wegen in het centrumgebied geldt een maximum snelheid van 50 km/h.

Langs de Brinkweg bevinden zich vrijliggende voetpaden. Fietsers maken gebruik van de doorgaande weg. Hiervoor zijn geen fietsstroken aanwezig.

De locatie is per openbaar vervoer te bereiken middels een bushalte aan de Terpstraat bij het Omtaplein en een bushalte aan de Ingenieur Ovingestraat.

Verkeersgeneratie en afwikkeling

Bij het opstellen van het vigerend bestemmingsplan is besloten om supermarkten, in verband met markttechnische aspecten en de grote verkeersaantrekkende werking en parkeerbehoefte, enkel op een beperkt aantal plaatsen toe te staan. Middels de aanduiding ' supermarkt' op de verbeelding zijn deze locaties aan de Terpstraat 13, Terpstraat 21 en Brinkweg 3 vastgelegd. Hierdoor kunnen verkeers- en parkeerproblemen worden voorkomen.

Door de verplaatsing van de discountsupermarkt en het verdwijnen van de detailhandelsfunctie zal de verkeersgeneratie van de Brinkweg 3 afnemen. Waar een discountsupermarkt in een centrumgebied per 100 m2 (bvo) gemiddeld 69,6 mvt/etm genereert, genereert een centrumgebied zonder detailhandelsfunctie en discountsupermarkt gemiddeld maar 53 mvt/etm per 100 m2 (bvo). Dit is een afname in de verkeersgeneratie van ruim 20% (bron: CROW publicatie 317). De gewenste ontwikkeling zal dan ook een positief effect hebben op de verkeerssituatie aan de Brinkweg en omliggende wegen.

Parkeren

Gelijk aan de verkeersgeneratie zal ook de parkeersituatie verbeteren. De parkeervraag van een discountsupermarkt in een centrum is namelijk groter dan de nieuwe functies die zich hier zullen vestigen. Voor een discountsupermarkt dient te worden voorzien in gemiddeld 3,9 parkeerplaats per 100 m2 (bvo). Voor een centrumgebied dient per 100 m2 (bvo) te worden voorzien in 3,4 parkeerplaats. De parkeerdruk aan de Brinkweg zal door het voornemen worden verlaagd.

Conclusie

Als gevolg van de ontwikkelingen, het verplaatsen van de Aldi naar het Ingenieur Smedingplein zal de verkeers- en parkeersituatie aan de Brinkweg en omliggende wegen verbeteren.

Hoofdstuk 3 Beleidskader

3.1 Inleiding

Het beleid, wat voor het plangebied en de daarin beoogde ontwikkeling relevant is, komt in dit hoofdstuk aan de orde.

3.2 Rijksbeleid

3.2.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is op 22 november 2011 onder aanvaarding van een aantal moties door de Tweede Kamer aangenomen en is begin 2012 in werking getreden. Met de Structuurvisie zet het kabinet het roer om in het nationale ruimtelijke beleid. Om de bestuurlijke drukte te beperken brengt het Rijk de ruimtelijke ordening zo dicht mogelijk bij burgers en bedrijven, laat het meer over aan gemeenten en provincies en komen de burgers en bedrijven centraal te staan. Het Rijk kiest voor een selectievere inzet van rijksbeleid op slechts 13 nationale belangen. Voor deze belangen is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten boeken. Buiten deze 13 belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid.

3.2.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening

Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) stelt regels omtrent de 13 aangewezen nationale belangen zoals genoemd in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. Deze 13 nationale belangen zijn:

  • 1. Rijksvaarwegen
  • 2. Mainportontwikkeling Rotterdam
  • 3. Kustfundament
  • 4. Grote rivieren
  • 5. Waddenzee en waddengebied
  • 6. Defensie
  • 7. Hoofdwegen en hoofdspoorwegen
  • 8. Elektriciteitsvoorziening
  • 9. Buisleidingen van nationaal belang voor vervoer van gevaarlijke stoffen
  • 10. Ecologische hoofdstructuur
  • 11. Primaire waterkeringen buiten het kustfundament
  • 12. IJsselmeergebied (uitbreidingsruimte)
  • 13. Erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde

De ontwikkelingen binnen het plangebied raken geen van de bovenstaande rijksbelangen. Het beleid geeft geen uitgangspunten voor deze ruimtelijke onderbouwing.

3.2.3 Ladder voor duurzame verstedelijking

In het Bro (artikel 3.1.6 lid 2) is opgenomen dat een toelichting bij een ruimtelijk plan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, voldoet aan de volgende voorwaarden:

  • 1. er wordt beschreven dat de voorgenomen stedelijke ontwikkeling voorziet in een actuele regionale behoefte;
  • 2. indien uit de beschrijving, bedoeld in onderdeel a, blijkt dat sprake is van een actuele regionale behoefte, wordt beschreven in hoeverre in die behoefte binnen het bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio kan worden voorzien door benutting van beschikbare gronden door herstructurering, transformatie of anderszins;
  • 3. indien uit de beschrijving, bedoeld in onderdeel b, blijkt dat de stedelijke ontwikkeling niet binnen het bestaand stedelijke gebied van de betreffende regio kan plaatsvinden, wordt beschreven in hoeverre wordt voorzien in die behoefte op locaties die, gebruikmakend van verschillende middelen van vervoer, passend ontsloten zijn of als zodanig worden ontwikkeld.

Ingenieur Smedingplein

Aan het Ingenieur Smedingplein liggen de gronden en het gebouw van het voormalige Reckless Design. Met het verdwijnen van Reckless Design komt deze locatie vrij voor een nieuwe invulling. De komst van Aldi leidt tot herstructurering van de gronden en gebouwen, waarmee structurele leegstand van deze locatie wordt voorkomen.

De toetsing van het intitiatief aan de Ladder voor duurzame verstedelijking is opgenomen in paragraaf 4.1 Duurzame verstedelijking. Hieronder volgt de conclusie van de toetsing.

Conclusie

De beoogde ontwikkeling voldoet aan de eisen voor duurzame verstedelijking. De ontwikkeling voldoet aan de behoefte, omdat deze is gericht op het economisch-duurzaam behoud van een volledige voorzieningenstructuur in Wieringerwerf en omgeving. De locatie aan de Brinkweg 3 is namelijk niet (meer) geschikt als locatie voor de discounter, dus verplaatsing is noodzakelijk.

Van een onaanvaardbaar effect op het woon-, leef- en ondernemersklimaat in Wieringerwerf is geen sprake. De ontwikkeling betreft een beperkte uitbreiding die met name is gericht op het beter bedienen van de huidige klanten van Aldi, waardoor ook het effect beperkt is.

Tot slot wordt opgemerkt dat behoud van de discountvoorziening voor Wieringerwerf bijdraagt aan het woon-, en leefklimaat in de kern, maar ook voor de directe omgeving. Het bieden van passende ruimte aan ondernemers om te groeien is positief voor het ondernemersklimaat.

Brinkweg  

Het voornemen voorziet in de wijziging van de bestemming ter plaatse van de huidige vestiging van Aldi, door het verwijderen van de functie detailhandel en de aanduiding 'supermarkt' plus het toevoegen van maatschappelijke dienstverlening in de regels. Conform jurisprudentie (uitspraak Afdeling van 10 december 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:4421)), is in onderhavig geval geen sprake van een nieuwe stedelijke ontwikkeling aangezien de bebouwing al aanwezig is en er geen nieuw beslag op de ruimte plaatsvindt. Het plan voorziet slechts in een verruiming van de gebruiksmogelijkheden. Toetsing aan de ladder voor de locatie Brinkweg is dan ook niet aan de orde.

In het kader van een goede ruimtelijke ordening worden de treden van de ladder doorlopen om te laten zien dat de ontwikkeling passend is voor de kern Wieringerwerf.

De ontwikkeling voldoet aan de behoefte, omdat deze is gericht op het economisch-duurzaam behoud van een volledige voorzieningenstructuur in Wieringerwerf en omgeving. Het plan voor de locatie Brinkweg, voorziet niet in een fysieke toevoeging, er wordt geen nieuwe bebouwing gerealiseerd. Er wordt wel voorzien in extra vloeroppervlak te gebruiken voor maatschappelijke dienstverlening. De gewenste ontwikkeling sluit aan bij de Dorpsvisie Wieringerwerf (zie paragraaf 3.4.2). Hierin staat beschreven dat voor de toekomstige ontwikkeling van Wieringerwerf en de groei van het centrum er wordt ingezet op het toevoegen van maatschappelijke dienstverlening. Door de ligging binnen het stedelijk gebied en de goede ontsluiting van het plangebied aan de Brinkweg wordt ook voldaan aan deze onderdelen van de ladder.

Conclusie

De beoogde wijziging van de bestemming ter plaatse van de Brinkweg 3 voldoet aan de eisen voor duurzame verstedelijking. Er wordt voldaan aan de behoefte voor het toevoegen van maatschappelijke dienstverlening in het centrum van Wieringerwerf. Daarbij betreft de ontwikkeling stedelijk gebied en is de locatie goed ontsloten.

3.3 Provinciaal beleid

3.3.1 Structuurvisie Noord-Holland 2040

De sturingsfilosofie uit het streekplan Noord-Holland Noord van vrijheid - kwaliteit - samenwerking en de belangrijkste ruimtelijke uitgangspunten en inzichten zijn opgenomen in de Structuurvisie Noord-Holland 2040, Kwaliteit door veelzijdigheid (vastgesteld door Provinciale Staten op 21 juni 2010). De Provincie Noord-Holland zorgt dat Noord-Holland een mooie, veelzijdige en internationaal concurrerende provincie blijft door in te zetten op klimaatbestendigheid, ruimtelijke kwaliteit en duurzaam ruimtegebruik. Deze drie hoofdbelangen vormen gezamenlijk de ruimtelijke hoofddoelstelling van de provincie. De hoofdbelangen worden geborgd en uitgevoerd door instrumenten in te zetten vanuit twaalf onderliggende provinciale ruimtelijke belangen.

Detailhandel is een belangrijk onderdeel van de economie van Noord-Holland. Deze detailhandel draagt daarnaast bij aan de leefbaarheid en toeristische aantrekkelijkheid van Noord-Hollandse steden. De Provincie Noord-Holland hecht aan de instandhouding van de hoofdwinkelstructuur en wil stedelijke detailhandel behouden en versterken.

Detailhandel in de binnensteden is belangrijk voor de economie en draagt bij aan de leefbaarheid en toeristische aantrekkelijkheid van Noord-Hollandse steden. De Provincie Noord-Holland hecht aan het instandhouden van de hoofdwinkelstructuur en wil stedelijke detailhandel behouden en versterken. Zij beschouwt nieuwe vormen van detailhandel als een welkome aanvulling, indien deze de bestaande structuur niet aantasten. De Provincie Noord-Holland onderscheidt in haar detailhandelsstructuur hoofdwinkelcentra, bovenlokaal verzorgende centra, lokaal verzorgende centra, perifere locaties en thematische centra. Deze vormen hebben ieder hun eigen economische en sociale functies. Voor de provincie staat de versterking van de hoofdwinkelcentra, die ook voor het toerisme en het behoud van levendige binnensteden van belang zijn, centraal. De provincie zorgt voor monitoring en via regionale adviescommissies voor regionale afstemming van bovenlokale detailhandelsontwikkeling.

afbeelding "i_NL.IMRO.1911.HZWieringerwerf001-va01_0010.jpg"

Figuur 3.1: Uitsnede kaart Structuurvisie Noord Holland 2040

Beoogde ontwikkeling

De ontwikkeling zorgt ervoor dat de initiatiefnemer kan voorzien in een hoogwaardig winkelaanbod. Daarmee draagt het initiatief bij aan de leefbaarheid en toeristische aantrekkelijkheid van de kern Wieringerwerf.

3.3.2 Provinciale Ruimtelijke Verordening

Het provinciaal beleid uit de Structuurvisie is vertaald in de Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV, vastgesteld door Provinciale Staten op 3 februari 2014). In het bij de Structuurvisie behorende Uitvoeringsprogramma hebben Gedeputeerde Staten aangegeven op welke manier en met welke bestuurlijke en juridische instrumenten zij het beleid uit de Structuurvisie denken te realiseren. Eén van deze instrumenten is de Provinciale Ruimtelijke Verordening, die zich richt tot gemeenten en algemene regels geeft waaraan bestemmingsplannen moeten voldoen. Sinds de vaststelling is de verordening op onderdelen gewijzigd, bijvoorbeeld de begrenzing van de Ecologische Hoofdstructuur. Dit heeft geen directe doorwerking voor het plangebied.

Beoogde ontwikkeling

Volgens de PRV is detailhandelsontwikkeling toegestaan binnen het bestaand bebouwd gebied (BBG). Dit betreft alle gebieden behalve het landelijk gebied. Het plangebied ligt binnen het BBG. Geconcludeerd wordt dat de ontwikkeling in overeenstemming is met de regels uit de Provinciale Ruimtelijke Verordening. Verder zijn er geen provinciale belangen die concreet doorwerken op de projectlocatie.

3.3.3 Detailhandels - en leisurevisie Noord-Holland (2009)

Hierin geeft de provincie aan dat het haar opgave is om de juiste randvoorwaarden te scheppen die het mogelijk maken dat de sector en de daarbij behorende detailhandelsstructuur, zich verder kan ontwikkelen en versterken, afgestemd op regionale behoeftes. De provincie wil ruimte bieden aan de verdere ontwikkeling van detailhandel en leisure, om ook op langere termijn een vitale, dynamische en concurrerende structuur te huisvesten. De ambitie en het beleidsdoel is dat de markt onder voorwaarden de ruimte moet krijgen om in te kunnen spelen op nieuwe trends en ontwikkelingen en veranderende consumentenbehoeftes.

Op basis van dit beleid en overeenkomstig de provinciale Structuurvisie worden regionale detailhandelsvisies ontwikkeld. In 2011 is deze regionale visie vastgesteld.

3.3.4 Regionale Detailhandelsvisie Kop van Noord-Holland (2011)

De gemeenten in de Kop van Noord-Holland hebben samen een regionale visie voor de detailhandel opgesteld. De visie heeft twee doelen: de consument moet ook in de toekomst naar aantrekkelijke winkelgebieden kunnen gaan en ondernemers moeten de ruimte hebben voor nieuwe ontwikkelingen.

De visie pleit voor gericht investeren in de kwaliteit van de bestaande winkelgebieden.

Om de aantrekkelijkheid van winkelgebieden te versterken, moeten nieuwe plannen in principe bij al bestaande en geplande gebieden ontwikkeld worden. De regio wil er geen nieuwe winkelgebieden bij.

Beoogde ontwikkeling

Binnen de regio is er een regionale afstemming van de realisatie van detailhandel op basis van omvang. De verplaatsing van de Aldi naar de nieuwe locatie aan het Ingenieur Smedingplein zorgt voor een toevoeging kleiner dan 1.500 m² wvo, regionale afstemming is bij deze omvang niet noodzakelijk. Ten aanzien van aansluiten op het bestaand winkelgebied wordt verwezen naar paragraaf 4.1 Duurzame verstedelijking. In deze paragraaf wordt uitvoerig ingegaan op deze aspecten.

3.4 Gemeentelijk beleid

3.4.1 "Ruimte voor Rust én Dynamiek" Strategische visie gemeente Hollands Kroon (2013)

Per 1 januari 2012 is de gemeente Hollands Kroon gevormd uit de voormalige gemeenten Anna Paulowna, Niedorp, Wieringen en Wieringermeer. Een gemeente van circa 47.000 inwoners met veel ruimtelijke, economische en maatschappelijke kwaliteiten en potenties. De nieuwe gemeente heeft besloten tot het opstellen van een strategische visie; "Ruimte voor Rust en Dynamiek" (vastgesteld 26 september 2013). De strategische visie bevat richtinggevende uitspraken voor de komende 8 jaar. Daarbij wordt ingegaan op de ambities van de gemeente, onder meer op het vlak van Economie, Werkgelegenheid en Recreatie & Toerisme.

De gemeente Hollands Kroon hecht belang aan het behouden van de bestaande winkelgebieden / winkelcentra en waar mogelijk deze te versterken. Het hebben van winkelvoorzieningen is in het kader van leefbaarheid en levendigheid van onschatbare waarde. De gemeente Hollands Kroon onderzoekt in samenwerking met de detailhandel en binnen de beleidskaders van de regionale detailhandelstructuur, welke maatregelen nodig zijn voor een volwaardig, gevarieerd en levensvatbaar aanbod. De bereikbaarheid speelt hier ook een belangrijke rol bij. De gemeente richt zich in het algemeen op het bieden van ontwikkelingsmogelijkheden voor bestaande bedrijven.

Beoogde ontwikkeling

Het verplaatsen van de Aldi binnen de kern Wieringerwerf, waardoor voor de initiatiefnemer de mogelijkheden ontstaan om voor de toekomst te voorzien in een hoogwaardig winkelaanbod, past binnen de strategische doelstellingen van de gemeente Hollands Kroon.

3.4.2 Dorpsvisie Wieringerwerf

In de Dorpsvisie Wieringerwerf, vastgesteld augustus 2007 door de toenmalige gemeente Wieringerwerf, zijn de diverse beleidskaders die voor de kern Wieringerwerf van belang zijn met elkaar in samenhang gebracht. Aanvullend zijn de kwaliteiten en diskwaliteiten van de kern in beeld gebracht. Op basis hiervan is een visie gevormd, welke aansluit bij de ambities uit het Structuurplan Wieringermeer 2006-2016 (en ook andere beleidskaders).

De kansen voor Wieringerwerf worden gezien in de verbetering van het winkelgebied en uitbreiding van de woningvoorraad. Hiervoor zal allereerst worden ingezet op herstructurering en inbreiding. Vervolgens zal ook uitbreiding plaatsvinden. Een verbetering van het voorzieningenniveau moet worden bewerkstelligd door de huidige voorzieningen met elkaar in samenhang te brengen.

De dorpsvisie tracht een antwoord te geven op de vraag hoe de verwachte ontwikkelingen op samenhangende wijze kunnen worden ingepast in Wieringerwerf. Essentieel is dat de sterke punten van het dorp zoveel mogelijk behouden blijven dan wel uitgangspunt vormen. Tevens is ingezet op het opheffen van negatieve ruimtelijke en functionele aspecten die zich in het dorp voordoen. In een Visiekaart zijn de hoofdlijnen van de voorgestelde ruimtelijke en functionele ontwikkeling getoond, waarmee de koers voor verdere uitwerkingen is uitgezet. Op de visiekaart komen enkele locaties tot uitdrukking waar in de toekomst herstructurering plaats kan vinden.

Beoogde ontwikkeling

De dorpsvisie geeft een goed beeld van de gewenste ontwikkelingen voor de kern Wieringerwerf. Het verplaatsen van de Aldi, waardoor het winkelgebied wordt uitgebreid en een kwalitatieve impuls, krijgt sluit aan bij de uitgangspunten van de visie. Voor de locatie aan de Brinkweg zal het verdwijnen van de Aldi een positief effect hebben op de parkeersituatie ter plaatse. Middels een nieuwe invulling wordt het mogelijk om een samenhangend geheel aan voorzieningen te realiseren aan de Brinkweg en rond en nabij het Loggerplein. Tevens kan er door het beperkt wijzigen van de bestemming worden voorzien in een uitbreiding van de maatschappelijke dienstverlening in het centrumgebied.

Aldi is beoogd in de omgeving Schipperskade. Ten aanzien van dit gebied wordt rekening gehouden met verandering van invulling waarbij woningbouw, maatschappelijke en commerciële functies denkbaar zijn. Detailhandel is hier niet aan de orde. De beoogde verplaatsing van Aldi naar dit gebied wordt om de volgende, samenhangende overwegingen als aanvaardbaar gezien:

  • de ontwikkeling betreft uitsluitend één harddiscountsupermarkt, welke door consumenten wordt bezocht als aanvulling op de reguliere supermarkten (zie ook paragraaf 4.1);
  • het betreft geen nieuwe detailhandel, maar de verplaatsing van een bestaande winkel elders uit de kern;
  • de ontwikkeling is gericht op het behoud van de harddiscountvoorziening voor het verzorgingsgebied als onderdeel van de voorzieningenstructuur, want op de locatie aan de Brinkweg is geen economisch-duurzame toekomst voor deze voorziening;
  • tot slot bevindt de Schipperskade zich aansluitend aan het centrumgebied, waardoor een samenhangend gebied ontstaat waar

Geconcludeerd wordt dat het gemeentelijke beleid de beoogde ontwikkeling niet in de weg staat.

3.4.3 Welstandsnota Hollands Kroon

De Welstandsnota van de Gemeente Hollands Kroon is op 28 december 2013 vastgesteld. In de Welstandsnota wordt gewerkt met drie verschillende soorten welstandsgebieden:

  • welstandsvrij;
  • welstandsluw;
  • welstandsintensief.

Beoogde ontwikkeling

Het plangebied van de nieuwe vestiging van Aldi ligt aan het Ingenieur Smedingplein in een welstandsluw gebied. Hiervoor geldt dat een licht preventief welstandstoezicht van toepassing is en een plan moet voldoen aan globale welstandsregels. De welstandsregels waar het bouw- of verbouwplan aan moet voldoen zijn:

  • geen grove ontkenning of vernietiging van architectonische bijzonderheden bij aanpassing van een initiatief;
  • geen grove inbreuk op wat in de omgeving gebruikelijk is;
  • geen materiaalgebruik wat in de omgeving ongebruikelijk is;
  • geen toepassing van felle of contrasterende kleuren;
  • geen toepassing van opdringerige reclames.

De initiatiefnemer is zelf grotendeels verantwoordelijk voor de uiterlijke verschijningsvorm van het bouw- of verbouwplan.

Het bouwplan van de nieuwe vestiging van Aldi aan het Ingenieur Smedingplein wordt getoetst conform bovenstaande.

Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

4.1 Duurzame verstedelijking

Bij een nieuwe stedelijke ontwikkeling, zoals een detailhandelsontwikkeling, is duurzame verstedelijking het uitgangspunt. Hiertoe wordt de ladder voor duurzame verstedelijking gevolgd die is vastgelegd in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.1.6. lid 2 Bro). Deze ladder bestaat uit de volgende drie treden:

  • 1. Is er een actuele regionale behoefte aan de beoogde ontwikkeling?
  • 2. Kan de actuele regionale behoefte worden opgevangen binnen bestaand stedelijk gebied?
  • 3. Kan een nieuwe locatie worden gevonden die passend multimodaal is ontsloten?

Aan de tweede trede van de ladder voor duurzame verstedelijking wordt voldaan, omdat de ontwikkeling plaatsvindt door herontwikkeling en intensivering binnen bestaand stedelijk gebied in Wieringerwerf. Omdat wordt voldaan aan trede 2, hoeft niet naar een nieuwe locatie buiten bestaand stedelijk gebied te worden gezocht (trede 3). In deze paragraaf wordt daarom onderbouwd dat de ontwikkeling voldoet aan de eerste trede van de ladder.

Behoefte aan een moderne harddiscountsupermarkt

Het supermarktaanbod in Wieringerwerf is, zeker gelet op het inwonertal van de plaats, compleet te noemen, de consument kan terecht bij supermarkten in verschillende segmenten. Het gemeentebestuur wil dit complete aanbod graag voor haar inwoners behouden door bestaande ondernemers de mogelijkheid te geven om zijn/haar ondermening duurzaam te exploiteren en zo nodig op een geschikte locatie te faciliteren.

Harddiscounters, zoals Aldi, verkopen een specifiek assortiment met hoofdzakelijk eigen merken tegen de allerlaagste prijzen. Vergeleken met reguliere fullservice-supermarkten (zoals Deen en Deka) is het assortiment klein – nog geen 1.000 afzonderlijke producten tegenover gemiddeld 15.000 afzonderlijke producten in reguliere fullservice-supermarkten. De specifieke functie van discountsupermarkten voor de consument blijkt uit gemeten consumentengedrag. De Nederlandse consument bezoekt per maand namelijk gemiddeld 2,9 verschillende supermarkten om verschillende motieven (Deloitte, 2014). Zo worden fullservice-supermarkten primair bezocht voor de grote week/weekendboodschappen. Deze supermarkten kenmerken zich door een breed en diep productaanbod in alle prijsklassen met een ruim en divers versaanbod. Hard-discountsupermarkten worden vervolgens aanvullend (secundair/tertiair) bezocht. De bezoekfrequentie ligt met eenmaal in de week of per twee weken lager dan bij fullservice-supermarkten. Ook komen de klanten relatief vaak met de auto. Het aandeel fietsbezoekers is laag.

Binnen de Nederlandse supermarktstructuur is Aldi de enige hard-discountsupermarkt. De supermarktketen Lidl wordt steeds meer primair bezocht en ontwikkelt daarom steeds meer tot een goedkope fullservice-supermarkt.

Net als bij de overige supermarktketens, wensen ook de bezoekers van Aldi meer service en comfort in de winkel. Om hieraan tegemoet te komen – en de concurrentie bij te blijven – wordt door Aldi niet zozeer de typische harddiscountopstelling (sobere productenpresentatie) losgelaten, maar worden wel de gangpaden breder, de schappen ruimer en het assortiment met verse en gekoelde producten uitgebreid.

Draagvlak discountsupermarkt

Bij discounters doen consumenten vooral aanvullende discountaankopen bovenop de boodschappen die bij de reguliere (full-service) supermarkten en speciaalzaken worden gekocht. In het kader van de ladder voor duurzame verstedelijking moet de actuele regionale behoefte worden aangetoond. De begrenzing van de regio is afhankelijk van de soort ontwikkeling. In dit geval is de regio gedefinieerd als minimaal Wieringerwerf en de omliggende kernen Kreileroord, Slootdorp en Middenmeer, in het middendeel van de gemeente Hollands Kroon (figuur 4.1). Omdat consumentengedrag redelijk voorspelbaar is, kan worden nagegaan of ook vanuit de overige plaatsen rond Wieringerwerf behoefte bestaat aan de beoogde ontwikkeling van Aldi.

Als de Aldi aan de Ingenieur Smedingplein 2 in Wieringerwerf wordt gerealiseerd, is deze vanuit de regio via de A7 en de N240 goed bereikbaar, door de ligging nabij de op- en afrit. Voor inwoners van Wieringerwerf en omgeving blijft Aldi de eerste keuze voor de discountaankopen. De overige kernen in de gemeente Hollands Kroon liggen geografisch verspreid en beschikken over discountsupermarkten. Een ruime mate van koopkrachttoevloeiing is daarom uit deze gebieden niet te verwachten. Ook de kernen aan de rand van de gemeente (Schagen, Medemblik e.d.) beschikken over voldoende supermarktaanbod.

afbeelding "i_NL.IMRO.1911.HZWieringerwerf001-va01_0011.png"

Figuur 4.1 Supermarktstructuur gemeente Hollands Kroon

Conclusie

Er wordt geconcludeerd dat de consumenten in Wieringerwerf en omgeving behoefte hebben aan een volwaardige hard-discountsupermarkt op een goed bereikbare locatie met voldoende parkeerruimte. Door de ligging in Wieringerwerf kan de Aldi hieraan voldoen. In het navolgende wordt echter onderbouwd dat Aldi op de huidige locatie geen economisch-duurzame toekomst heeft.

Aanleiding project en huidige locatie

Winkelomvang

De huidige winkel van Aldi aan de Brinkweg 3 heeft een omvang van 705 m2 winkelvloeroppervlak (wvo: uitsluitend het voor consumenten toegankelijke/zichtbare deel van de winkel).

Aldi voert een landelijk formulebeleid, waarbij ieder filiaal hetzelfde assortiment heeft, ondanks dat er grotere en kleinere filialen zijn. Om aan de eerder beschreven consumentenwens te voldoen streeft Aldi ernaar alle filialen te vergroten naar een vaste maatvoering van circa 1.000 m² wvo. De Aldi in Wieringerwerf wenst van de huidige 705 m² wvo te groeien naar uiteindelijk circa 1.000 m² wvo. Deze groei van 300 m2 wvo is vooral gericht op het bieden van het extra comfort aan de klanten. De huidige locatie Brinkweg 3 in Wieringerwerf is te klein om dit comfort te bieden. Met dit bestemmingsplan wordt overigens de mogelijkheid voor detailhandel van deze locatie verwijderd.

Bereikbaarheid en parkeren

Consumenten bezoeken de Aldi doorgaans aanvullend voor de aanschaf van specifieke discountproducten - al dan niet in bulk. Relatief vaak bezoeken zij Aldi met de auto. Uit recent onderzoek door Rho adviseurs blijkt dat meer dan driekwart van de bezoekers aan Aldi met de auto komt, tegenover minder dan de helft bij reguliere supermarkten (Deloitte, 2015). De consument wenst daarom te beschikken over een goed bereikbare discountsupermarkt met ruim parkeren-voor-de-deur. De Aldi aan de Brinkweg 3 kan slechts gedeeltelijk aan deze wensen voldoen.

Wieringerwerf ligt weliswaar aan de rijksweg A7 en de provinciale weg N240 en is hierdoor goed bereikbaar binnen de gemeente, maar de parkeersituatie op de huidige locatie is niet optimaal. Parkeren voor de deur is wel mogelijk, maar er zijn circa 65 parkeerplaatsen die gedeeld worden met andere functies. Hierdoor is sprake van een relatief hoge parkeerdruk.

Conclusie

De Aldi aan de Brinkweg 3 in Wieringerwerf voldoet niet meer aan de eisen van de moderne consument. Hierdoor loopt het bezoekersaantal van Aldi terug, omdat consumenten in de regio naar alternatieven zoeken voor de specifieke discountaankopen (bijvoorbeeld in Schagen, Nieuwe Niedorp, Medemblik en Hoogwoud). De verzorgingsfunctie voor Wieringerwerf en omliggende kernen van de discountsupermarkt staat dan ook onder druk. Aldi wil echter graag in Wieringerwerf gevestigd blijven en is daarom op zoek gegaan naar mogelijkheden om te komen tot een volwaardige hedendaagse discountsupermarkt. In het navolgende wordt ingegaan op de overwegingen bij een economisch-duurzame toekomst van Aldi in Wieringerwerf en de gemeente Hollands Kroon.

Huidige leegstand Wieringerwerf

Bij een zorgvuldige ruimtelijke afweging is het van belang dat wordt onderzocht of de nieuwe stedelijke ontwikkeling kan worden ingepast binnen de bestaande winkelstructuur.

In tabel 1 is de leegstand weergegeven voor Wieringerwerf ten opzichte van de benchmark voor kernen met een vergelijkbaar inwonertal (Locatus, 26 juni 2015). De omvang van de leegstand in Wieringerwerf is gemiddeld ten aanzien van het aantal winkels.

De leegstand naar winkelomvang is groter dan gemiddeld in de benchmark. In beginsel biedt deze omvang voldoende ruimte voor inpassing van de beoogde ontwikkeling. De twee leegstaande ruimten binnen het centrumgebied zijn echter te klein om de ontwikkeling van Aldi in te passen. De grootste leegstaande ruimte (1.425 m² wvo) bevindt zich op grote afstand van het centrumgebied. Het is daarom onwenselijk de beoogde ontwikkeling daar in te passen.

Tabel 1 Benchmark leegstand Wieringerwerf (Locatus, 26 mei 2015)

afbeelding "i_NL.IMRO.1911.HZWieringerwerf001-va01_0012.png"

Beoogde locatie Wieringerwerf

In het voorgaande is geconcludeerd dat Aldi de secundair bezochte supermarkt voor consumenten is. Bezoekers zijn afkomstig uit een relatief groot gebied, bestaande uit de kern Wieringerwerf, maar ook omliggende kernen. Daarom stelt Aldi voor nieuwe vestigingen hoge eisen aan de bereikbaarheid. Een ligging nabij een doorgaande N-weg of uitvalsweg is voor de Aldi van primair belang. De nabijheid van de N240 en de A7 voorziet Wieringerwerf in een optimale bereikbaarheid.

Naast de bereikbaarheid is het wenselijk de detailhandel in het centrumgebied van Wieringerwerf te vestigen. De locatie Ingenieur Smedingplein 2 in Wieringerwerf is een locatie die aansluit op het centrumgebied. De locatie kent momenteel leegstand die met de komst van Aldi een nieuwe invulling krijgt.

De beoogde locatie heeft voldoende toekomstperspectief voor Aldi (figuur 4.2). De locatie voldoet aan de eisen ten aanzien van oppervlakte, bereikbaarheid en ontsluiting. De beoogde projectlocatie heeft voldoende fysieke ruimte voor de realisatie van een gebouw van circa 1.000 m² wvo (circa 1.275 m² bruto vloeroppervlak).

afbeelding "i_NL.IMRO.1911.HZWieringerwerf001-va01_0013.png"

Figuur 4.2 Beoogde locatie Ingenieur Smedingplein 2

Effect beoogde ontwikkeling en duurzame ontwrichting

De beoogde ontwikkeling van Aldi is gericht op het duurzaam behoud van een Aldi-vestiging in Wieringerwerf. Om te onderzoeken of de beoogde vergroting en verplaatsing van de Aldi onaanvaardbare effecten kan hebben op de detailhandelsstructuur in Wieringerwerf is allereerst inzichtelijk gemaakt hoe de ontwikkeling zich verhoudt tot de omvang van de detailhandel in Wieringerwerf.

Momenteel heeft de dagelijkse goederensector in Wieringerwef een omvang van 4.035 m2 wvo. Met de netto uitbreiding van Aldi (circa 300 m2 wvo) leidt de beoogde verplaatsing van Aldi tot een procentuele toename van circa 7,5% van de winkelmeters in de dagelijkse goederensector van Wieringerwerf (Locatus, 2016). Een dergelijk beperkte uitbreiding heeft in beginsel nauwelijks effect op de concurrentieverhoudingen in Wieringerwerf. Voor de overige winkels in de dagelijkse goederensector blijft immers voldoende omzet te behalen om economisch-duurzaam te kunnen functioneren. Er hoeven dan ook geen winkels te sluiten als gevolg van de beoogde ontwikkeling. Hieraan wordt nog toegevoegd dat de uitbreiding vooral is gericht op het beter bedienen van de huidige klanten, waardoor geen sprake is van een evenredige groei van de omzet. Ook gaat het om een bestaande aanbieder binnen de kern. Het bieden van ontwikkelingsmogelijkheden voor bestaande aanbieders heeft een positief effect op het ondernemersklimaat binnen Wieringerwerf.

Geconcludeerd wordt dat er als gevolg van de ontwikkeling van de discounter geen supermarkten in Wieringerwerf de deuren moeten sluiten, waarmee de ontwikkeling aanvaardbaar is ten aanzien van het woon-, leef- en ondernemersklimaat. De inwoners van Wieringerwerf en omgeving kunnen op aanvaardbare afstand blijven voorzien in hun eerste levensbehoeften.

Mogelijkheden tot herinvulling locatie Brinkweg

Door de verhuizing van Aldi van Brinkweg 3 naar Ingenieur Smedingsplein 2 komt een winkelunit vrij. Gezien het onderstaande is het onwaarschijnlijk dat de unit langdurig leeg zal blijven staan.

De winkelunit aan de Brinkweg 3 kan prima ingevuld worden met een andere functie binnen de gewijzigde bestemming. Een invulling met woningen, kantoren, dienstverlening, bedrijven of een combinatie hiervan is mogelijk. Dit betekent dat de unit niet langdurig leeg hoeft te komen te staan. Er bestaat een initiatief voor een huisartsenpraktijk aan de Brinkweg 3 en ook dit initiatief past binnen de bestemming.

De huidige locatie van de Aldi, aan de Brinkweg zal als gevolg van de verplaatsing van de discounter vrij komen te staan. Na verplaatsing van de Aldi zal op deze plek geen nieuwe supermarkt of andere winkel terugkomen; de winkelmeters worden dus uit de markt genomen.

Geen duurzame ontwrichting

Naast de toets aan de ladder voor duurzame verstedelijking heeft jurisprudentie tot gevolg dat in de onderbouwing van bestemmingsplannen voor de ontwikkeling van winkels in 'eerste levensbehoeften' (supermarkten en versspeciaalzaken), naast het behoefteonderzoek, ook aangetoond moet worden dat er geen sprake is van een duurzame ontwrichting van de detailhandelsstructuur in eerste levensbehoeften.

Gezien het voorgaande, hoeven als gevolg van de beoogde ontwikkeling geen winkels de deuren te sluiten. Omdat inwoners van Wieringerwerf en de regio daarom op aanvaardbare afstand kunnen blijven voorzien in hun eerste levensbehoeften, is er geen sprake van duurzame ontwrichting van de detailhandelsstructuur.

Conclusie

De beoogde ontwikkeling voldoet aan de eisen voor duurzame verstedelijking. De ontwikkeling voldoet aan de behoefte, omdat deze is gericht op het economisch-duurzaam behoud van een volledige voorzieningenstructuur in Wieringerwerf en omgeving. De locatie aan de Brinkweg 3 is namelijk niet (meer) geschikt als locatie voor een discountsupermarkt, dus verplaatsing is noodzakelijk.

Van een onaanvaardbaar effect op het woon-, leef- en ondernemersklimaat in Wieringerwerf is geen sprake. De ontwikkeling betreft een beperkte uitbreiding die vooral is gericht op het beter bedienen van de huidige klanten van Aldi, waardoor ook het effect beperkt is. De detailhandelsmogelijkheden van de bestaande locatie vervallen met dit bestemmingsplan.

Tot slot wordt opgemerkt dat behoud van de discountvoorziening voor Wieringerwerf bijdraagt aan het woon-, en leefklimaat in de kern, maar ook voor de directe omgeving. Het bieden van passende ruimte aan ondernemers om te groeien is positief voor het ondernemersklimaat.

4.2 Milieuzonering

Beleid en normstelling

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang dat bij de aanwezigheid van bedrijven in de omgeving van milieugevoelige functies zoals woningen:

  • ter plaatse van de woningen een goed woon- en leefmilieu kan worden gegarandeerd;
  • rekening wordt gehouden met de bedrijfsvoering en milieuruimte van de betreffende bedrijven.

Om in de bestemmingsregeling de belangenafweging tussen bedrijvigheid en woningen in voldoende mate mee te nemen, wordt in dit plan gebruikgemaakt van de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (editie 2009). In deze publicatie is een lijst opgenomen waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gerangschikt naar mate van milieubelasting. Voor elke bedrijfsactiviteit is de maximale richtafstand ten opzichte van milieugevoelige functies aangegeven op grond waarvan de categorie-indeling heeft plaatsgevonden. De richtafstanden gelden ten opzichte van het omgevingstype 'rustige woonwijk'. Bij een gemengd gebied kunnen de richtafstanden met één afstandsstap worden verlaagd.

Onderzoek en conclusies

Ingenieur Smedingplein

In de omgeving van het plangebied aan het Ingenieur Smedingplein zijn woningen, horeca, een jongerencentrum en een kinderopvang aanwezig. Tevens is sprake van de Rijksweg A7, waardoor het plangebied binnen de geluidzone van rijksinfrastructuur is gelegen. Hierdoor kan het gebied gezien worden als 'gemengd gebied' op basis van de VNG-publicatie. Voor een discounter geldt een richtafstand van 0 m in een gemengd gebied (en 10 m in een rustige woonwijk). Op basis van ervaring uit eerdere plannen en jurisprudentie blijkt echter dat geluidhinder niet uit te sluiten is op basis van de richtafstand. Dit heeft vooral te maken met het laden- en lossen. Daarom is akoestisch onderzoek uitgevoerd, om aan te tonen dat er sprake is van een acceptabel woon- en leefklimaat ter plaatse van omliggende woningen. In bijlage 1 is het akoestisch onderzoek opgenomen.

Uit dit akoestisch onderzoek blijkt dat indien maatregelen in de vorm van relatief kleine geluidschermen gerealiseerd worden om alle omliggende woningen, en op de naastgelegen school voldaan wordt aan de normen uit de VNG-brochure. Daarmee kan gesteld worden dat er sprake is van een acceptabel woon- en leefklimaat.

Bij de nieuwe inrichting van het plangebied is rekening gehouden met omliggende functies, voorzieningen en woningen. De meest dichtstbijzijnde woningen zijn gelegen op circa 35 m afstand. Hierdoor wordt voldaan aan de genoemde richtafstanden. Ter plaatse van de aanwezige woningen zal dan ook sprake zijn van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Het aspect bedrijven en milieuhinder staat de beoogde ontwikkeling niet in de weg.

Brinkweg

De omgeving van de Brinkweg is tevens aan te wijzen als een gemengd gebied. Op basis van de bestemming is het mogelijk om deze locatie verschillende nieuwe invullingen te geven. Door het beperkt verbreden van gebruiksmogelijkheden zal er ten aanzien van het aspect bedrijven en milieuzonering niet veranderen. Er worden geen bedrijven en of voorzieningen toegestaan met een hogere milieubelasting.

4.3 Wegverkeerslawaai

Toetsingskader: Wet geluidhinder

De Wet geluidhinder bepaalt dat het bevoegd gezag bij vaststelling van een bestemmingsplan de wettelijke grenswaarden in acht moet nemen. Langs alle wegen - met uitzondering van 30 km/h-wegen en woonerven- bevinden zich geluidszones waarbinnen de geluidhinder vanwege de weg getoetst moet worden. De breedte van de geluidszone is afhankelijk van het aantal rijstroken en van een binnen- of buitenstedelijke ligging.

Het geluidsniveau ten gevolge van het wegverkeer moet in de geluidszone van een weg voldoen aan de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting (voorheen: voorkeursgrenswaarde). Als dit geluidsniveau wordt overschreden kan de gemeente een hoger geluidsniveau toestaan: de zogenaamde 'Hogere waarde'. Een hogere waarde mag alleen worden verleend wanneer toepassing van maatregelen, gericht op het terugbrengen van de geluidsbelasting onvoldoende doeltreffend zal zijn dan wel overwegende bezwaren ontmoet van stedenbouwkundige, verkeerskundige, landschappelijke of financiële aard.

Industrielawaai

Op basis van artikel 40 van de Wet geluidhinder kunnen (delen van) industrieterreinen worden aangewezen als gezoneerd industrieterrein met een zonegrens. Dit betreft industrieterreinen waarop zich gronden bevinden die zijn aangewezen voor mogelijke vestiging van zogenaamde 'zware lawaaimakers' als genoemd in artikel 41 lid 3 van de Wet geluidhinder en artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht. Buiten de zonegrens mag de geluidbelasting vanwege het industrieterrein de waarde van 50 dB(A) niet te boven gaan. De op 1 januari 2007 geldende ten hoogste toelaatbare geluidsbelastingen voor woningen, andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen – vastgelegd in eerder genomen besluiten – blijven gelden.

Toetsing en conclusie

Algemeen

Het plan voorziet niet in het toevoegen van extra woningen. Ook worden geen andere geluidsgevoelige functies mogelijk gemaakt. Voor de locatie aan de Brinkweg verandert er ten aanzien van het aspect Wegverkeerslawaai niets. Onderzoek of toetsing voor deze locatie is dan ook niet aan de orde. Voor de locatie aan het Ingenieur Smedingplein voorziet het voornemen in de aanleg van een nieuwe aansluiting op de Terpweg.

Ingenieur Smedingplein

Ten behoeve van de komst van de Aldi aan de Ingenieur Smedingplein in Wieringerwerf wordt een nieuwe ontsluiting op de Terpweg gerealiseerd. Hiertoe vinden fysieke wijzigingen aan de Terpweg plaats en wordt er tevens een nieuwe weg gerealiseerd in het verlengde van de voor gemotoriseerd verkeer doodlopende weg de Schipperskade.

In het kader van de Wet geluidhinder (Wgh) dient bij fysieke wijzigingen aan een weg met aanliggende geluidgevoelige bestemmingen (zoals woningen) een zogenaamd reconstructie onderzoek te worden uitgevoerd.

Het nieuw aan te leggen wegdeel van de Schipperskade wordt gezien als nieuwe weg in het kader van de Wgh. Echter, deze weg zal een maximumsnelheid van 30 km/h krijgen waardoor deze weg niet gezoneerd is. Wel dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening aangetoond te worden dat sprake is van een aanvaardbaar akoestisch klimaat. Om de effecten op de bestaande geluidsgevoelige functies in beeld te brengen dient akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd.

Het akoestisch onderzoek dat is uitgevoerd, is opgenomen in bijlage 2.

Onderzoek en conclusie

Uit het onderzoek blijkt dat ten gevolge van de fysieke wijziging aan de Terpweg geen reconstructiesituaties ingevolge de Wgh optreden. Er blijft sprake van een aanvaardbaar akoestisch klimaat aan de gevels van de bestaande woningen.

Ten gevolge van het verkeer op het nieuwe weggedeelte van de Schipperskade geldt dat eveneens sprake is van een aanvaardbaar akoestisch klimaat, aangezien de richtwaarde van 48 dB niet wordt overschreden.

4.4 Water

Waterbeheer en watertoets

De initiatiefnemer dient in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over een ruimtelijk planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. De initiatiefnemer heeft het Hoogheemraadschap geïnformeerd over het plan door gebruik te maken van de Digitale Watertoets. Deze is uitgevoerd op 10-07-2015. Hieruit blijkt dat het plan enige invloed heeft op de belangen van het Hoogheemraadschap.

Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer

Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's, waarbij het beleid van het hoogheemraadschap nader wordt behandeld.

Europa:

  • Kaderrichtlijn Water (KRW)

Nationaal:

  • Nationaal Waterplan (NW)
  • Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW)
  • Waterwet

Provinciaal:

  • Provinciaal Waterplan 2010-2015

Waterschapsbeleid

In het Waterbeheersplan 2010-2015 beschrijft het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier de doelstellingen voor de periode 2010-2015 voor de drie kerntaken: veiligheid tegen overstromingen, droge voeten en schoon water. Hiermee wil het hoogheemraadschap anticiperen op de voorspelde extra wateroverlast, droogte en het verhoogde overstromingsrisico en het bewerkstelligen van een betere waterkwaliteit.

De Keur van het Waterschap is een vastgestelde verordening waar gedoogplichten, geboden en verboden in staan. In dit kader is het van belang te weten dat langs hoofd- en overige watergangen een zone ligt van respectievelijk 5 m en 2 m ter bescherming van het profiel en onderhoud. Ook langs waterkeringen ligt een (variabele) zone voor bescherming en onderhoud van de waterkeringen, voor het realiseren van bouwwerken en het uitvoeren van werken binnen deze zone dient ontheffing van de Keur te worden aangevraagd.

Beoogde ontwikkeling

De vestiging van Aldi aan de Brinkweg zal worden verplaatst naar een nieuwe vestiging aan het Ingenieur Smedingplein. Aan de Brinkweg vinden geen bouwkundige ingrepen plaats. Aan het Ingenieur Smedingplein zal de bestaande bebouwing worden gesloopt en een nieuwe vestiging worden gerealiseerd. Ook zal de openbare ruimte worden heringericht, waarbij wordt voorzien in een parkeerplaats, verlegging van voet- en fietspad en zal een nieuwe aansluiting op de Terpweg worden gerealiseerd.

Deze paragraaf zal zich verder richten op de locatie aan het Ingenieur Smedingplein.

Huidige situatie

Algemeen

Het plangebied bestaat uit bedrijfsbebouwing met daaromheen deels verharding en deels onverhard gebied in de vorm van grasveldjes.

Bodem en grondwater

Volgens de Bodemkaart van Nederland bestaat de bodem ter plaatse uit lichte klei met homogeen profiel. Er is sprake van grondwater trap IV. Dat wil zeggen dat de gemiddelde hoogste grondwaterstand meer dan 0,4 m beneden het maaiveld ligt en de gemiddeld laagste grondwaterstand varieert tussen de 0,8 en 1,2 m beneden het maaiveld.

Waterkwantiteit

Binnen het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig. In de directe omgeving is ten westen en ten zuiden van het plangebied wel oppervlaktewater aanwezig. Dit betreft primair oppervlaktewater.

Veiligheid en waterkeringen

Het plangebied is niet gelegen binnen de kern- of beschermingszones van een waterkering.

Afvalwaterketen en riolering

Het plangebied is aangesloten op de gemeentelijke riolering.

Toekomstige situatie

Algemeen

De reeds aanwezige bebouwing in het plangebied wordt gesloopt. Ten behoeve van de beoogde ontwikkeling wordt er 2.695 m2 verharding toegevoegd. Het hoogheemraadschap hanteert een ondergrens van 800m2. Wanneer er meer dan 800 m2 en maximaal 2000 m2 aan verharding wordt toegevoegd, dient 10% van de toename in verharding gecompenseerd te worden. Bij een verhardingstoename van meer dan 2000 m2 berekent het hoogheemraadschap aan de hand van diverse gebiedspecifieke kenmerken het te hanteren compensatiepercentage. In dit geval is dit berekend op 14%. Dit betekent dat 14% van het extra oppervlak verharding dat versnelt tot afvoer in het oppervlaktewater komt gecompenseerd moet worden. Voor de beoogde ontwikkeling zijn watercompenserende maatregelen dan ook noodzakelijk waarbij circa 380 m2 extra open water gegraven dient te worden binnen het plangebied, maar in ieder geval binnen hetzelfde peilgebied.

Watersysteemkwaliteit en ecologie

Het plangebied vormt geen onderdeel van een grondwaterbeschermingsgebied. Ter voorkoming van diffuse verontreinigingen van water en bodem is het van belang om duurzame, niet-uitloogbare materialen te gebruiken, zowel gedurende de bouw- als de gebruiksfase.

Afvalwaterketen en riolering

Conform de Leidraad Riolering en vigerend waterschapsbeleid is het voor nieuwbouw gewenst een gescheiden rioleringsstelsel aan te leggen zodat schoon hemelwater niet bij een rioolzuiveringsinstallatie terecht komt. Afvalwater wordt aangesloten op de bestaande gemeentelijke riolering. Voor hemelwater wordt de volgende voorkeursvolgorde aangehouden:

  • hemelwater vasthouden voor benutting,
  • (in-) filtratie van afstromend hemelwater,
  • afstromend hemelwater afvoeren naar oppervlaktewater,
  • afstromend hemelwater afvoeren naar AWZI.

Waterbeheer

Voor aanpassingen aan het bestaande watersysteem dient bij het hoogheemraadschap vergunning te worden aangevraagd op grond van de "Keur". Dit geldt dus bijvoorbeeld voor het graven van nieuwe watergangen, het aanbrengen van een stuw of het afvoeren van hemelwater naar het oppervlaktewater. In de Keur is ook geregeld dat een beschermingszone voor watergangen en waterkeringen in acht dient te worden genomen. Dit betekent dat binnen de beschermingszone niet zonder ontheffing van het hoogheemraadschap gebouwd, geplant of opgeslagen mag worden. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit, het profiel en/of de veiligheid wordt aangetast, de aan- of afvoer en/of berging van water wordt gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd. Ook voor het onderhoud gelden bepalingen uit de "Keur". Het onderhoud en de toestand van de (hoofd)watergangen worden tijdens de jaarlijkse schouw gecontroleerd en gehandhaafd.

Overleg Hoogheemraadschap

Na aanleiding van de digitale watertoets (zie bijlage 3) en het ingediende plan is aanvullend advies van het hoogheemraadschap ontvangen. Dit advies is al bijlage 4 bij deze ruimtelijke motivering gevoegd. Momenteel loopt er overleg tussen hoogheemraadschap, gemeente en initiatiefnemer. De uitkomsten van dit overleg worden bij de aanvraag omgevingsvergunning gevoegd.

Conclusie

De ontwikkeling van een nieuwe vestiging van Aldi aan het Ingenieur Smedingplein heeft geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse.. Conform het beleid van het Hoogheemraadschap wordt de benodigde watercompensatie (compenserende maatregelen) gerealiseerd binnen hetzelfde peilvak.

4.5 Bodemkwaliteit

Beleid en Normstelling

Op grond van het Bro dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan rekening te worden gehouden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vastgesteld of er sprake is van een saneringsnoodzaak. In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Voor een nieuw geval van bodemverontreiniging geldt, in tegenstelling tot oude gevallen (voor 1987), dat niet functiegericht maar in beginsel volledig moet worden gesaneerd. Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur te worden gerealiseerd op bodem die geschikt is voor het beoogde gebruik.

Onderzoek en conclusie

In opdracht van Rho Adviseurs is een verkennend milieukundig bodemonderzoek (bijlage 5) verricht op de locatie Smedingplein 2 te Wieringerwerf.

Aanleiding en doelstelling onderzoek

Het onderzoek is uitgevoerd in verband met het opstellen van een bestemmingsplanwijziging en de daaruit (voortvloeiende) aanvraag van een omgevingsvergunning (activiteit bouwen). In het kader van de Woningwet/Gemeentelijke Bouwverordening dient een omgevingsvergunningaanvraag (activiteit bouwen) vergezeld te gaan van een rapportage inzake de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem.

Doel van het onderzoek is vast te stellen of het voormalige, dan wel het huidige, gebruik van de onderzoekslocatie heeft geleid tot een verontreiniging van de bodem. Het verkennend bodemonderzoek beoogt het verkrijgen van inzicht in aard, plaats van voorkomen en concentraties van eventueel aanwezige verontreinigende stoffen in de bodem.

Conclusies

Aan de hand van de resultaten van het onderzoek kan het volgende worden geconcludeerd:

Bovengrond

  • in de bovengrond zijn plaatselijk bijmengingen met bodemvreemde materialen waargenomen. Op het maaiveld en in het opgeboorde bodemmateriaal zijn zintuiglijk geen asbestverdachte materialen waargenomen;
  • de bovengrond is plaatselijk licht verontreinigd met kwik en is niet verontreinigd met de overige onderzochte zware metalen, PCB’s, PAK en minerale olie.

Ondergrond

  • in de ondergrond zijn plaatselijk bijmengingen met bodemvreemde materialen waargenomen. In het opgeboorde bodemmateriaal zijn zintuiglijk geen asbestverdachte materialen waargenomen;
  • de ondergrond is niet verontreinigd met de onderzochte zware metalen, PCB’s, PAK en minerale olie.

Grondwater

  • het grondwater is niet verontreinigd met de onderzochte zware metalen, vluchtige aromaten, VOCl en minerale olie.

Ter plaatse van de vermoedelijke (voormalige) tanklocatie is geen tank aangetroffen en zijn geen olie gerelateerde waarnemingen gedaan. De lichte restverontreiniging met minerale olie die na sanering zou zijn achtergebleven (locatie onbekend) is niet teruggevonden.

Beperkingen inzake het verlenen van een eventuele omgevingsvergunning (activiteit bouwen) worden op basis van de onderzoeksresultaten uit milieuhygiënisch oogpunt niet voorzien.

Beperkingen inzake de voortzetting van het huidige bodemgebruik van de onderzoekslocatie worden op basis van de onderzoeksresultaten uit milieuhygiënisch oogpunt niet voorzien.

Aanbevelingen

Indien op de onderzoekslocatie ten gevolge van graafwerkzaamheden grond vrijkomt en buiten de locatie wordt hergebruikt, vindt hergebruik veelal plaats binnen het kader van het Besluit bodemkwaliteit. In dat geval dient de chemische kwaliteit van de grond te worden getoetst aan de kwaliteitsnormen die door het Besluit bodemkwaliteit aan de betreffende toepassing worden verbonden.

4.6 Cultuurhistorie

De rol van cultuurhistorie in de ruimtelijke ordening is de laatste jaren sterk toegenomen. Bij het opstellen van plannen moeten cultuurhistorische waarden tijdig in beeld worden gebracht. Het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) stelt in dat verband specifieke eisen aan het opstellen van plannen. Waar mogelijk moeten cultuurhistorische waarden worden behouden of versterkt. Cultuurhistorie is daarmee veelal een sturend onderdeel geworden in de ruimtelijke ordening.

De provincie Noord-Holland heeft de Informatiekaart Landschap en Cultuurhistorie vastgesteld. De kaart is een geografische uitwerking van de Leidraad landschap en cultuurhistorie - die deel uitmaakt van de verordening - en een herziening van de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW). De Informatiekaart Landschap en Cultuurhistorie geeft onder andere informatie over landschapstypen, aardkundige waarden, cultuurhistorische objecten.

Bouwkundige waarden

Een groot deel van de dorpskern van Wieringerwerf is aangewezen als gebied van hoge waarde. Wieringerwerf is gepland als een belangrijke nederzetting binnen het stedenbouwkundige concept van de Wieringermeer. Het dorp is gelegen op een kruispunt van wegen en waterwegen. Ten opzichte van de oorspronkelijke planvorming zijn de stedenbouwkundige structuren nog kenmerkend en gaaf aanwezig. De vaart ten zuiden van het plangebied maakt onderdeel uit van het kruispunt van wegen en watergangen en de Schipperskade is van historische betekening doordat van hieruit de materialen voor de eerste huizen van Wieringerwerf zijn aangevoerd.

Geografische waarden

De regelmatige verkaveling is zeer kenmerkend voor de landschapsgenese van de Wieringermeerpolder en is goed herkenbaar. Er bestaat een genetische samenhang tussen de verkaveling, de dijken, watergangen en het wegenpatroon in de polder. De verkaveling is aangewezen als ‘van hoge waarde’ en het wegen- en afwateringspatroon is ‘van zeer hoge waarde’.

Hoewel gelegen binnen het stedelijk netwerk van bouwkundige en geografische waarden van de kern Wieringerwerf is er binnen het plangebied van beide locaties geen sprake van specifieke cultuurhistorische waarden. Het initiatief doet geen afbreuk aan deze bestaande waarden.

De nieuwe inrichting aan het Ingenieur Smedingplein voegt zich in de bestaande structuren van het stedelijk gebied. De nieuwe ontwikkeling voorziet in het verwijderen van een bedrijfslocatie uit het centrum van Wieringerwerf. De nieuwe Aldi zorgt voor verlenging van het winkelgebied en versterking van het winkelcentrum. De nieuwe inrichting van de openbare ruimte zorgt er daarbij voor dat het plangebied weer toegankelijk, zowel visueel als fysiek.

Ook ligt het plangebied niet in een aardkundig waardevol gebied.

4.7 Archeologie

Voor de bescherming van archeologische waarden is de Monumentenwet van toepassing. De bedoeling is dat, wanneer de bodem wordt verstoord, archeologische resten intact moeten blijven (in situ). Wanneer dit niet mogelijk is, worden archeologische resten opgegraven en elders bewaard (ex situ).

Het archeologisch beleid van de gemeente Hollands Kroon is vastgelegd in de 'Beleidsnota Archeologie gemeente Hollands Kroon' 2013'. In deze nota is verwoord hoe het behoud van archeologische waarden of het onderzoek daarnaar worden zeker gesteld. Op basis van de beleidskaart Archeologie is aangegeven welke gebieden een hoge archeologische waarden hebben en waar onderzoek is vereist.

Het plangebied van beide locaties is gelegen in een zone met een lage archeologische waarde. Enkel aan de zuidzijde van Wieringerwerf is een gebied van archeologische waarde aanwezig.

Archeologisch onderzoek is niet aan de orde.

4.8 Ecologie

Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan dient onderzocht te worden of de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en het beleid van de provincie ten aanzien van het Natuurnetwerk Nederland (NNN) de uitvoering van het plan niet in de weg staan.

Huidige situatie

Het plangebied is gedeeltelijk verhard. Deze verharding bestaat uit bebouwing en bestrating. Het onverharde deel bestaat uit overwegend Engels raaigras en wordt intensief gemaaid.

Beoogde ontwikkelingen

De beoogde ontwikkeling betreft de realisatie van een Aldi aan het Ingenieur Smedingplein. Hiervoor moeten de volgende werkzaamheden worden uitgevoerd:

  • verwijderen beplanting en bomen;
  • sloopwerkzaamheden;
  • bouwrijp maken;
  • bouwwerkzaamheden.

Aan de Brinkweg worden geen werkzaamheden uitgevoerd. Deze paragraaf zal zich verder richten op de locatie aan het Ingenieur Smedingplein.

Normstelling

Provinciale Ruimtelijke Verordening

De provincie Noord-Holland werkt aan de aanleg van het Noord-Hollandse deel van het Natuurnetwerk Nederland (NNN) (voorheen bekend als Ecologische Hoofdstructuur, EHS). Dit doet zij samen met natuurbeherende organisaties, particuliere terreineigenaren zoals agrariërs, gemeenten en waterschappen. Door het NNN hebben dieren meer ruimte om zich te verspreiden, voedsel te zoeken en soortgenoten te vinden. Hierdoor nemen hun overlevingskansen toe. De ligging van het NNN is vastgelegd in de Structuurvisie. De ecologische ambitie van het NNN is opgenomen in het natuurbeheerplan. Ruimtelijke ontwikkelingen die de wezenlijke kenmerken en waarden van het Natuurnetwerk Nederland, natuurverbindingen en weidevogelleefgebieden aantasten, staat de provincie in beginsel niet toe. Hierop kan de provincie een uitzondering maken wanneer de ontwikkeling een groot openbaar belang dient en er geen reële alternatieven zijn. Dit staat toegelicht in artikel 19 en 25 van de Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV). Als een ingreep wordt toegestaan, moet de initiatiefnemer de (potentiële) natuurwaarden die verloren gaan, op eigen kosten compenseren. Dit uitgangspunt wordt 'natuurcompensatie' genoemd.

Flora- en faunawet

Voor de soortenbescherming is de Flora- en faunawet (hierna Ffw) van toepassing. Deze wet is gericht op de bescherming van dier- en plantensoorten in hun natuurlijke leefgebied. De Ffw bevat onder meer verbodsbepalingen met betrekking tot het aantasten, verontrusten of verstoren van beschermde dier- en plantensoorten, hun nesten, holen en andere voortplantings- of vaste rust- en verblijfsplaatsen. De wet maakt hierbij een onderscheid tussen 'licht' en 'zwaar' beschermde soorten en soorten waarvoor een vrijstelling geldt als volgens een door de minister goedgekeurde gedragscode wordt gewerkt en de activiteit te karakteriseren is als bestendig beheer, onderhoud of gebruik of ruimtelijke inrichting of ontwikkeling. Voor zover deze vrijstelling niet van toepassing is, bestaat de mogelijkheid om van de verbodsbepalingen ontheffing te verkrijgen van het Ministerie van Economische Zaken. Voor de zwaar beschermde soorten wordt deze ontheffing slechts verleend, indien:

  • er sprake is van een wettelijk geregeld belang;
  • er geen alternatief is;
  • geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort.

Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient in het geval van zwaar beschermde soorten of broedende vogels overtreding van de Ffw voorkomen te worden door het treffen van maatregelen, aangezien voor dergelijke situaties geen ontheffing kan worden verleend.

Met betrekking tot vogels hanteert het Ministerie van Economische Zaken de volgende interpretatie van artikel 11:

  • De verbodsbepalingen van artikel 11 beperken zich bij vogels tot alleen de plaatsen waar gebroed wordt, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te doen zijn, én slechts gedurende de periode dat er gebroed wordt. Er zijn hierop echter verschillende uitzonderingen, te weten:

Nesten die het hele jaar door zijn beschermd

Op de volgende categorieën gelden de verbodsbepalingen van artikel 11 van de Ffw het gehele seizoen.

  • 1. Nesten die, behalve gedurende het broedseizoen als nest, buiten het broedseizoen in gebruik zijn als vaste rust- en verblijfplaats (voorbeeld: steenuil).
  • 2. Nesten van koloniebroeders die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing of biotoop. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en limitatief beschikbaar (voorbeeld: roek, gierzwaluw en huismus).
  • 3. Nesten van vogels, zijnde geen koloniebroeders, die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak specifiek en limitatief beschikbaar (voorbeeld: ooievaar, kerkuil en slechtvalk).
  • 4. Vogels die jaar in jaar uit gebruikmaken van hetzelfde nest en die zelf niet of nauwelijks in staat zijn een nest te bouwen (voorbeeld: boomvalk, buizerd en ransuil).

Nesten die niet het hele jaar door zijn beschermd

In de 'aangepaste lijst jaarrond beschermde vogelnesten' worden de volgende soorten aangegeven als categorie 5. Deze zijn buiten het broedseizoen niet beschermd.

  • 5. Nesten van vogels die weliswaar vaak terugkeren naar de plaats waar zij het hele jaar daarvoor hebben gebroed of de directe omgeving daarvan, maar die wel over voldoende flexibiliteit beschikken om, als de broedplaats verloren is gegaan, zich elders te vestigen. De soorten uit categorie 5 vragen soms wel om nader onderzoek, ook al zijn hun nesten niet jaarrond beschermd. Categorie 5-soorten zijn namelijk wel jaarrond beschermd als zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden dat rechtvaardigen.

De Ffw is voor dit plan van belang, omdat bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan moet worden onderzocht of deze wet de uitvoering van het plan niet in de weg staat.

Natuurbeschermingswet 1998

Uit het oogpunt van gebiedsbescherming is de Natuurbeschermingswet 1998 van belang. Deze wet onderscheidt drie soorten gebieden, te weten:

  • a. door de minister van EZ (voormalig Ministerie van EL&I/LNV) aangewezen gebieden, zoals bedoeld in de Vogel- en Habitatrichtlijn;
  • b. door de minister van EZ (voormalig Ministerie van EL&I/LNV) aangewezen beschermde natuurmonumenten;
  • c. door Gedeputeerde Staten aangewezen beschermde landschapsgezichten.

De wet bevat een zwaar beschermingsregime voor de onder a en b bedoelde gebieden (in de vorm van verboden voor allerlei handelingen, behoudens vergunning van Gedeputeerde Staten of de Minister van EZ). De bescherming van de onder c bedoelde gebieden vindt plaats door middel van het bestemmingsplan. De speciale beschermingszones (a) hebben een externe werking, zodat ook ingrepen die buiten deze zones plaatsvinden verstoring kunnen veroorzaken en moeten worden getoetst op het effect van de ingreep op soorten en habitats. Hetzelfde geldt voor de ecologische doelen van de beschermde natuurmonumenten (b), voor zover deze gebieden niet overlappen met Natura 2000.

Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan moet worden onderzocht of het plan effecten heeft op de gebieden beschermd onder de Natuurbeschermingswet 1998. Indien significant negatieve effecten niet kunnen worden uitgesloten moet worden gezocht naar oplossingen in de vorm van mitigerende maatregelen of aanpassingen van het plan. Zijn na verwerking hiervan significant negatieve effecten nog steeds niet uit te sluiten dan kan het plan alleen doorgang vinden als:

  • sprake is van dwingende redenen van groot openbaar belang met inbegrip van redenen van sociale of economische aard;
  • geen alternatieven voorhanden zijn;
  • resterende effecten worden gecompenseerd.

Onderzoek

Gebiedsbescherming

Het plangebied vormt geen onderdeel van een natuur- of groengebied met een beschermde status, zoals Natura 2000. Het plangebied (locatie Ingenieur Smedingplein) maakt ook geen deel uit van het Natuurnetwerk Nederland (NNN) en weidevogelleefgebieden en –kerngebieden zijn in de ruime omgeving niet aanwezig. Het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied is het IJsselmeer, op circa 5,4 km afstand. Het dichtstbijzijnde gebied dat deel uitmaakt van het Natuurnetwerk Nederland is gelegen op circa 4,6 km afstand ten noord- oosten van het plangebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.1911.HZWieringerwerf001-va01_0014.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.1911.HZWieringerwerf001-va01_0015.png"

Figuur 7: Ligging plangebied (rode cirkel) t.o.v. beschermde natuurgebieden (bron: geo-web provincie Noord-Holland)

De natuurgebieden liggen op grote afstand van het plangebied en worden niet beïnvloed door de kleinschalige ontwikkeling in de kern van Wieringerwerf. De Natuurbeschermingswet 1998 en het beleid van de provincie staan de uitvoering van het plan dan ook niet in de weg.

Soortenbescherming 

De huidige ecologische waarden zijn vastgesteld aan de hand van een quick scan (zie bijlage 5). In tabel 2 staat aangegeven welke beschermde soorten er binnen het plangebied (naar verwachting) aanwezig zijn en onder welk beschermingsregime deze vallen.

Op basis van de quick scan is bepaald dat het plangebied, locatie   Ingenieur Smedingplein mogelijk van waarde is voor beschermde vleermuizen die door de wijziging negatief kunnen worden beïnvloedt. Naar aanleiding hiervan is een gericht veldonderzoek uitgevoerd naar het voorkomen van beschermde vleermuizen (zie bijlage 7).

 

Tabel 2: Naar verwachting aanwezige beschermde soorten binnen het plangebied en het beschermingsregime (niet limitatief)

 
Vrijstellingsregeling Ffw   tabel 1     mol, bosmuis, rosse woelmuis, huisspitsmuis, groene- en bruine kikker, gewone pad  
Ontheffingsregeling Ffw   tabel 2     -  
  tabel 3   bijlage 1 AMvB   -  
    bijlage IV HR   Vleermuizen (gewone en ruige dwergvleermuizen)  
  vogels   cat. 1 t/m 4   -  

Daarnaast komen er algemene broedvogels (onder andere merel, houtduif, zanglijster en winterkoning) voor. In verband met het voorkomen van deze algemene broedvogels wordt aangeraden om te werken buiten het broedseizoen of op een manier dat de vogels niet tot broeden komen. Het plangebied is niet geschikt voor broedvogels met vaste nesten en verblijfplaatsen van vleermuizen.

Er is vastgesteld dat er algemene kleine grondgebonden zoogdieren en amfibieën kunnen voorkomen in en direct rond het plangebied. Deze soorten komen in lage tot zeer lage dichtheid voor. Voor deze soorten bestaat een algemene vrijstelling van de Flora- en faunawet (tabel 1).

Uit de resultaten van het gerichte veldonderzoek naar het voorkomen van beschermde vleermuizen komt naar voren dat in het gebied gewone en ruige dwergvleermuizen foerageren. Gedurende en na realisatie van de plannen kunnen deze soorten er blijven vliegen. Effecten op vleermuizen worden derhalve uitgesloten.

Conclusie

De voorgenomen ontwikkeling leidt niet tot negatieve effecten op beschermde natuurgebieden of beschermde soorten. Het aspect ecologie vormt dan ook geen belemmering voor de uitvoering van het plan.

4.9 Externe veiligheid

Beleid en normstelling

Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk:

  • bedrijven waar activiteiten plaatsvinden die gevolgen hebben voor de externe veiligheid;
  • vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of door buisleidingen.

Voor zowel bedrijvigheid als vervoer van gevaarlijke stoffen zijn twee aspecten van belang, te weten het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon dodelijk wordt getroffen door een ongeval, indien hij zich onafgebroken (dat wil zeggen 24 uur per dag gedurende het hele jaar) en onbeschermd op een bepaalde plaats zou bevinden. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting dan wel infrastructuur. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als direct gevolg van een ongeval waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. De norm voor het GR is een oriëntatiewaarde. Het bevoegd gezag heeft een verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt.

Onderzoek

Uit de professionele risicokaart (zie figuur 4.4) blijkt dat er in de directe omgeving van het plangebied van beide locaties geen risicovolle inrichtingen zijn gelegen. Tevens blijkt dat er in de directe omgeving geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt over het spoor, het water of door buisleidingen. Wel is er sprake van vervoer van gevaarlijke stoffen over de A7: afrit 13 (Wieringerwerf) - afrit 14 (Den Oever).

afbeelding "i_NL.IMRO.1911.HZWieringerwerf001-va01_0016.jpg"

Figuur 4.4: Uitsnede professionele risicokaart

Vervoer van gevaarlijke stoffen over de A7

Ten westen van beide locaties vindt vervoer gevaarlijke stoffen plaats over de A7: afrit 13 (Wieringerwerf) - afrit 14 (Den Oever). Volgens het Basisnet Weg is er geen sprake van een PR 10-6 risicocontour en plasbrandaandachtsgebied. Door het vervoer van brandbare gassen bedraagt het maatgevende invloedsgebied 355 m. Het plangebied aan het Ingenieur Smedingplein ligt op circa 120 m afstand en de locatie aan de Brinkweg ligt op circa 350 m afstand. Beide locaties liggen dus binnen het invloedsgebied. Voor de locatie Brinkweg wijzigt er ten opzichte van de huidige situatie niets. Als gevolg van het verdwijnen van de Aldi zal hier het groepsrisico afnemen. Voor de locatie aan het Ingenieur Smedingplein geldt dat gezien de afstand van het plangebied tot de rijksweg, de beperkte toename in personen en de relatief korte verblijfsduur van personen het groepsrisico niet berekenbaar zal toenemen.

Het groepsrisico van de weg vormt dan ook geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling, wel is vanwege de ligging binnen het invloedsgebied een verantwoording van het groepsrisico nodig.

Verantwoording groepsrisico

Hierboven is reeds aangegeven dat het plangebied is gelegen binnen het invloedsgebied van de A7: afrit 13 (Wieringerwerf) - afrit 14 (Den Oever). Omdat door de ontwikkeling de personendichtheid binnen het invloedsgebied aan het Ingenieur Smedingplein beperkt toeneemt en het plangebied binnen 200 m vanaf de transportroute ligt, is een verantwoording van het groepsrisico nodig. Dit is niet nodig voor de locatie aan de Brinkweg. Onderstaande verantwoording heeft dan ook alleen betrekking op de locatie aan het Ingenieur Smedingplein.

Scenario

Voor transport van brandbaar gas is het maatgevende scenario een BLEVE (Boiling Liquid Expanding Vapour Explosion). Door een incident op de weg ontstaat een brand waarbij een tankwagen met LPG is betrokken. Vanwege oplopende temperaturen neemt de druk in de tank toe. Binnen circa 20 minuten leidt het vrijkomen en het ontsteken van de inhoud tot overdrukeffecten en een grote vuurbal, een BLEVE. De hittestraling is kort en hevig en kan secundaire branden in de omgeving veroorzaken.

Hittestraling is, in combinatie met de blootstellingsduur (12 seconden), bepalend voor de gevolgen voor mensen en objecten. De optredende drukeffecten zijn secundair. De effecten zijn doden, gevonden (zeer zwaar gewond T1 tot lichtgewond T3), schade aan objecten en brandoverslag (secundaire branden).

Groepsrisico

In de huidige situatie is er op de planlocatie een bedrijf aanwezig. In de plaats van dit bedrijf zal de discounter gerealiseerd worden. Hierdoor is er een beperkte toename in het aantal personen. Gezien de afstand, ca. 120 m vanaf de transportroute, de beperkte toename in personen en de relatief korte verblijfsduur van personen zal het groepsrisico niet berekenbaar toenemen.

Zelfredzaamheid

Een beginnende brand is zichtbaar voor de aanwezigen. Desondanks zullen zij een aanstaande ontploffing met effectafstanden tot 400 m niet voorzien, tenzij ze adequaat gealarmeerd worden en het aanstaande scenario ontvluchten.

Tot een afstand van 140 m vanaf de tankwagen, waarbinnen het plangebied ligt, zullen hierbij 20% dodelijke slachtoffers vallen wanneer zij buiten zijn. Wanneer op eenzelfde afstand de mensen zich binnen bevinden zullen hierbij 1% dodelijke slachtoffers vallen. Op een afstand tot 140 is, in het geval van een BLEVE, schuilen in een gebouw in beginsel de beste manier om de calamiteit te overleven.

In het plangebied is een discounter beoogd. De aanwezige personen zijn over het algemeen zelfredzaam. Omdat de projectlocatie is gelegen op meer dan 120 m afstand van de transportroute is schuilen in het gebouw de beste mogelijkheid om de calamiteit te overleven.

Maatregelen

Er zijn verschillende maatregelen mogelijk om de zelfredzaamheid te vergroten. Het gaat hierbij enerzijds om bouwkundige maatregelen en anderzijds om het zorgdragen voor een goede voorlichting en instructie van de aanwezige personen zodat men weet hoe te handelen tijdens een calamiteit.

Conclusie

Het plangebied aan het Ingenieur Smedingplein is gelegen binnen het invloedsgebied van de A7: afrit 13 (Wieringerwerf) - afrit 14 (Den Oever). Omdat de hoogte van het groepsrisico niet berekenbaar toeneemt door de beoogde ontwikkeling, het plangebied is gelegen buiten de 100%-letaliteitscontour (90 m), de zelfredzaamheid door de ontwikkeling niet verslechterd en er verschillende maatregelen mogelijk zijn om de zelfredzaamheid te vergroten wordt geconcludeerd dat het plan voldoet aan het beleid en de normstelling ten aanzien van externe veiligheid. Het aspect externe veiligheid staat de uitvoering van het plan niet in de weg.

4.10 Luchtkwaliteit

Beleid en Normstelling

In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een ruimtelijk plan uit het oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens rekening gehouden met de luchtkwaliteit.

Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd, Wlk). Dit onderdeel van de Wet milieubeheer (Wm) bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in de volgende tabel 3 weergegeven.

Tabel 3 Grenswaarden maatgevende stoffen Wm

Stof   Toetsing van   Grenswaarde  
Stikstofdioxide (NO2)   jaargemiddelde concentratie   40 µg/m³  
  Uurgemiddelde concentratie   Max. 18 keer p.j. meer dan 200 µg/m³  
Fijn stof (PM10)   jaargemiddelde concentratie   40 µg/m³  
  24-uurgemiddelde concentratie   max. 35 keer p.j. meer dan 50 ìg / m³  
Fijn stof (PM2,5)   jaargemiddelde concentratie   25 µg/m³  

Op grond van artikel 5.16 van de Wm kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit onder andere uitoefenen indien de bevoegdheden/ontwikkelingen niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden of de bevoegdheden/ontwikkelingen niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht.

NIBM

In dit Besluit niet in betekenende mate is bepaald in welke gevallen een project vanwege de gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Hierbij worden 2 situaties onderscheiden:

  • een project heeft een effect van minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde NO2 en PM10 (= 1,2 µg/m³);
  • een project valt in een categorie die is vrijgesteld aan toetsing aan de grenswaarden; deze categorieën betreffen onder andere woningbouw met niet meer dan 1.500 woningen bij één ontsluitingsweg en 3.000 woningen bij twee ontsluitingswegen, kantoorlocaties met een bruto vloeroppervlak van niet meer dan 100.000 m2 bij één ontsluitingsweg en 200.000 m2 bij twee ontsluitingswegen.

Onderzoek

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is een indicatie van de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied aan het Ingenieur Smedingplein gegeven. Doordat de Brinkweg op grotere afstand ligt van de maatgevende doorgaande weg langs het plangebied en omdat als gevolg van het voornemen hier de verkeersintensiteit zal afnemen is toetsing voor deze locatie niet aan de orde.

De indicatie van de luchtkwaliteit is gedaan aan de hand van de NSL-monitoringstool 2014 (www.nsl-monitoring.nl) die bij het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit hoort. Hieruit blijkt dat in 2015 de jaargemiddelde concentraties stikstofdioxide en fijn stof direct langs de A7 ter hoogte van het plangebied (maatgevende doorgaande weg langs het plangebied, zie figuur 4.5) ruimschoots onder de grenswaarden uit de wetgeving liggen. De concentraties luchtverontreinigende stoffen bedragen 14,6 µg/m³ voor NO2, 18,1 µg/m³ voor PM10 en 10,8 µg/m³ voor PM2,5. Het aantal overschrijdingsdagen van de 24-uur gemiddelde concentratie PM10 bedraagt 6,5 dag.

afbeelding "i_NL.IMRO.1911.HZWieringerwerf001-va01_0017.jpg"

Figuur 4.5: uitsnede kaart nsl-monitoring

Door de ontwikkeling aan het Ingenieur Smedingplein is er een toename van verkeer van 1.239 mvt/etmaal (weekdaggemiddelde) rondom het plangebied. Hierbij wordt uitgegaan van een aandeel vrachtverkeer van 0,2%. Uit de Nimb-tool blijkt dat deze verkeerstoename zorgt voor een toename van het gehalte stikstof in de lucht van 1,19 µg/m³ en van fijn stof van 0,23 µg/m³. De toename van stikstof is kleiner dan 1,2 µg/m³. Het project draagt dus in niet- betekenende mate bij aan de toename van de hoeveelheid stikstofdioxide in de lucht. Hierdoor is er ter plaatste van het plangebied sprake van een aanvaardbaar leefklimaat.

afbeelding "i_NL.IMRO.1911.HZWieringerwerf001-va01_0018.jpg"

Figuur 4.6: uitsnede NIBM-tool

Conclusie

Er wordt geconcludeerd dat het aspect luchtkwaliteit de uitvoering van het plan niet in de weg staat. Uit het oogpunt van luchtkwaliteit is sprake van een aanvaardbaar woon- en leefmilieu ter plaatse. Dit geldt zowel voor de locatie aan het Ingenieur Smedingplein als aan de Brinkweg. Bij de Brinkweg, zal als gevolg van het verdwijnen van de Aldi en het afnemen van de verkeersintensiteit een betere situatie ontstaan.

4.11 Kabels, leidingen en zoneringen

Afwegingskader 

Planologisch relevante leidingen en hoogspanningsverbindingen dienen te worden gewaarborgd. Tevens dient rond dergelijke leidingen rekening te worden gehouden met zones waarbinnen mogelijke beperkingen gelden. Planologisch relevante leidingen zijn leidingen waarin de navolgende producten worden vervoerd:

  • gas, olie, olieproducten, chemische producten, vaste stoffen/goederen;
  • aardgas met een diameter groter of gelijk aan 18”;
  • defensiebrandstoffen;
  • warmte en afvalwater, ruwwater of halffabrikaat voor de drink- en industriewatervoorziening met een diameter groter of gelijk aan 18”.

Onderzoek 

Over beide locaties van het plangebied is een straalpad aanwezig. Straalpaden zijn bedoeld voor de bescherming van telecommunicatieverbindingen. Binnen deze gebieden gelden beperkingen voor bouwhoogten. De hoogte van het beoogde nieuwe gebouw aan het Ingenieur Smedingplein zal niet hoger zijn dan omliggende bebouwing en zal hierdoor niet leiden tot hinder voor de straalverbinding. Voor de locatie aan de Brinkweg zijn geen bouwwerkzaamheden voorzien. Er wordt geconcludeerd dat het aspect kabels en leidingen de uitvoering van het plan niet in de weg staat.

4.12 Duurzaamheid

Nieuwbouw biedt kansen voor energiebesparing en –opwekking. Alle inwoners uit Noord-Holland-Noord kunnen voor vragen en onafhankelijk advies over duurzaam (ver)bouwen, energiebesparing of energie opwekken, maar ook over het nieuwe energielabel voor woningen, terecht bij het Duurzaam Bouwloket. De gemeenten zijn hiervoor een samenwerking aangegaan; zie www.duurzaambouwloket.nl.

Bij de ontwikkeling van de nieuwe vestiging aan het Ingenieur Smedingplein is rekening gehouden met het aspect duurzaamheid. Dit komt vooral terug ten aanzien van de gebruikte materialen en isolatie.

Hoofdstuk 5 Juridische planopzet

5.1 Inleiding

Het voorliggende bestemmingsplan is gericht op de ontwikkeling van een vestiging van Aldi aan het Ingenieur Smedingplein en het wijzigen van de gebruiksmogelijkheden voor de locatie aan de Brinkweg. Dit bestemmingsplan biedt een directe bouwtitel voor de beoogde ontwikkeling.

5.2 Opzet regels en planverbeelding

Wettelijke vereisten

De Wro bepaalt dat ruimtelijke plannen digitaal en analoog beschikbaar moeten zijn. Dit brengt met zich mee dat bestemmingsplannen digitaal uitwisselbaar en op vergelijkbare wijze gepresenteerd moeten worden. Met het oog hierop stellen de Wro en de onderliggende regelgeving eisen waaraan digitale en analoge plannen moeten voldoen. Zo bevat de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) bindende afspraken waarmee bij het maken van bestemmingsplannen rekening moet worden gehouden. De SVBP kent (onder meer) hoofdgroepen van bestemmingen, een lijst met functie- en bouwaanduidingen, gebiedsaanduidingen en een verplichte opbouw van de planregels en het renvooi.

Opbouw planregels

De regels van het plan bestaan uit de volgende onderdelen:

  • inleidende regels;
  • bestemmingsregels;
  • algemene regels;
  • overgangs- en slotregel.

5.3 Inleidende regels

Begrippen

Dit artikel definieert de begrippen die in het bestemmingsplan worden gebruikt. Dit wordt gedaan om interpretatieverschillen te voorkomen.

Wijze van meten

Dit artikel maakt duidelijk hoe de lengte, breedte, hoogte, diepte en oppervlakte en dergelijke van gronden en bouwwerken worden gemeten of berekend. Alle begrippen waarin maten en waarden voorkomen worden in dit artikel verklaard. Hierin is ook gesteld dat ondergeschikte bouwdelen voor wat betreft bouwen buiten beschouwing worden gelaten, mits de overschrijding van bouw- of bestemmingsgrenzen niet meer bedraagt dan 1 m. Het gaat hierbij dus niet om overschrijdingen van goot- en bouwhoogte in de verticale richting.

Verbeelding (plankaart)

Met de digitalisering van ruimtelijke plannen is het lezen en interpreteren van de verbeelding (voorheen plankaart) een nieuwe aangelegenheid. Via de website www.ruimtelijkeplannen.nl kunnen bestemmingsplannen (ook in voorbereiding zijnde plannen voor zover deze ter inzage zijn gelegd) worden ingezien. Alhoewel de digitale verbeelding het uitgangspunt vormt, blijft het mogelijk het bestemmingsplan analoog in te zien. Op de verbeelding zijn alle functies zodanig bestemd, dat het mogelijk is om met behulp van het renvooi direct te zien welke bestemmingen aan de gronden binnen het plangebied zijn gegeven en welke regels daarbij horen. Uitgangspunt daarbij is dat de verbeelding zoveel mogelijk informatie geeft over de in acht te nemen maten en volumes.

Bestemmingsvlak en bouwvlak

De in het plan voorkomende bestemmingen bestaan ofwel uit één vlak: een bestemmingsvlak, ofwel uit twee vlakken: een bestemmingsvlak én een bouwvlak. Het bestemmingsvlak geeft aan waar een bepaald gebruik is toegestaan. Het bouwvlak is een gebied dat op de verbeelding is aangeduid waarvoor de mogelijkheden om gebouwen te bouwen in de regels zijn aangegeven. Bouwvlakken worden op de verbeelding doorgaans voorzien van aanduidingen die betrekking hebben op de maatvoering. Soms komt het voor dat het bestemmingsvlak en het bouwvlak met elkaar samenvallen. Op de verbeelding is dan uitsluitend een bouwvlak te zien (het bestemmingsvlak ligt hieronder).

Aanduidingen

Op de verbeelding is een onderscheid gemaakt in de volgende verschillende aanduidingen:

  • functieaanduidingen: hiermee wordt nader gespecificeerd welk gebruik in de verschillende deelgebieden is toegestaan; in het bestemmingsplan wordt gebruikgemaakt van verschillende functieaanduidingen, deze functie aanduidingen zullen in de onderstaande paragraaf per bestemming worden toegelicht;
  • maatvoeringaanduidingen: deze aanduidingen die betrekking hebben op afmetingen, percentages en oppervlakten, zowel ten aanzien van het bouwen als ten aanzien van het gebruik; op de verbeelding is onder meer sprake van maatvoeringaanduidingen ten behoeve van de maximale bouwhoogte en bebouwingspercentages;
  • bouwaanduidingen: de bouwaanduiding heeft in het algemeen betrekking op de wijze van bouwen en de verschijningsvorm van bouwwerken. Middels de bouwaanduiding worden specifieke bebouwingsvarianten aangeduid, zoals een onderdoorgang, overkraging of aan het bouwen gerelateerde regels.

5.4 Bestemmingsregels

Detailhandel

De bestemming Detailhandel is opgenomen voor de nieuwe vestiging van Aldi aan het Ingenieur Smedingplein. Bebouwing is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak volgens de op de verbeelding opgenomen bouwregels. Binnen het bouwvlak is het toegestaan bebouwing te realiseren tot een maximaal oppervlak van 1.275 m2 bvo. met een maximum hoogte van 6 meter. De voorziening voor laden en lossen en de luifel aan de voorzijde van de winkel vallen buiten deze m2. De gezamenlijke oppervlakte van aan,- uit en bijgebouwen, overkappingen en luifels bedraagt maximaal 150 m2. Buiten het bouwvlak is ruimte voor verharding, ontsluiting, parkeren, manoeuvreren, laden en lossen e.d. Binnen de bestemming 'Detailhandel' zijn geen bedrijfswoningen toegestaan.

Centrum

Binnen deze bestemming Centrum zijn diverse voorzieningen mogelijk. Het gaat daarbij om horeca, kantoren, maatschappelijke dienstverlening, dienstverlening, bedrijven en daarbij behorende woningen. De functies zijn vrij uitwisselbaar. Ten opzichte van de vigerende regeling is de functie detailhandel (en supermarkt) niet meer mogelijk en is de functie maatschappelijke dienstverlening toegevoegd.

De centrumfuncties worden veelal uitgeoefend binnen de eerste bouwlaag (begane grond verdieping) met daarboven eventueel de woonfunctie. Centrumfuncties kunnen in specifieke gevallen, zoals voor kantoren, maatschappelijke en algemene dienstverlening ook op de verdieping plaatsvinden. De bouw- en goothoogte is met de aanduiding maximum bouwhoogte (m), maximum goothoogte (m) op de verbeelding aangegeven. De bebouwingsmogelijkheden bieden daarbij ruime mogelijkheden voor het realiseren van aan-, uit- en bijgebouwen en bedrijfsgebouwen.

Verkeer

De bestemming Verkeer is opgenomen ter plaatse van het nieuwe weggedeelte van de Schipperskade en de aansluting met de Terpweg. Binnen deze bestemming zijn ook voorzieningen, zoals geluidswerende voorzieningen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, reclame-uitingen en water toegestaan.

5.5 Algemene regels

In dit onderdeel van de regels komen algemene regels aan de orde die gelden voor alle bestemmingen in het bestemmingsplan. De algemene regels bestaan uit de volgende artikelen:

Antidubbeltelregel

Een antidubbeltelregel wordt opgenomen om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein niet nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.

De formulering van de antidubbeltelregel wordt bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.4 Bro).

Algemene aanduidingsregels

In het bestemmingsplan is een gebiedsaanduiding opgenomen.

Straalpad

In het bestemmingsplan is een gebiedsaanduiding straalpad opgenomen. Over Wieringerwerf loopt een straalpad, dat vanaf het Robbenoordbos in zuidelijke richting midden over het dorp. In het bestemmingsplan is uitgegaan van de bestaande bouwhoogtes, wat tot gevolg heeft dat nergens in het plan hoogtes zijn toegestaan die leiden tot hinder voor de straalverbinding.

Algemene bouwregels

De op de verbeelding aangegeven bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen worden overschreden met kleine bouwdelen. In dit artikel is geregeld hoe groot de overschrijding mag zijn en onder welke voorwaarden. Voorts zijn in dit artikel regels opgenomen voor bestaande afwijkingen van voorgeschreven maten en is een regel opgenomen met betrekking tot de afstemming met de Keur van het waterschap.

Algemene afwijkingsregels

In dit artikel wordt een opsomming gegeven van de regels waarvan afgeweken kan worden. Het gaat hierbij om de bevoegdheid om bij omgevingsvergunning af te wijken van regels die gelden voor alle bestemmingen in het plan. Dit betreft bijvoorbeeld de vrijstelling ten behoeve van afwijking van de voorgeschreven maten en percentages. Afwijking is overigens alleen mogelijk wanneer hiermee geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan aspecten als de woon- en milieusituatie van aangrenzende percelen.

Algemene wijzigingsregels

Dit artikel betreft alle wijzigingsbevoegdheden die voor het gehele plangebied van toepassing zijn. Dit betreft de (beperkte) overschrijding van bestemmingsgrenzen.

Overige regels

In dit artikel zijn de overige regels opgenomen.

Voldoende parkeergelegenheid

In dit artikel staan de regels ten aanzien van het gemeentelijk parkeerbeleid opgenomen.

5.6 Overgangs- en slotregel

In artikel 3.2.1 van het Bro zijn standaardregels opgenomen met betrekking tot het overgangsrecht voor bouwwerken en gebruik. Deze maken onderdeel uit van dit bestemmingsplan.

In de slotregel is aangegeven onder welke naam de regels kunnen worden aangeduid.

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een project. Wat dat betreft wordt een onderscheid gemaakt in de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid.

6.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Conform artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) dient ten aanzien van een bestemmingsplanprocedure vroegtijdig overleg plaats te vinden met de betrokken adviespartners en overheden. De gemeente kan er voor kiezen het bestemmingsplan meteen ter inzage te leggen als ontwerpplan.

Tijdens de ter inzagelegging gedurende 6 weken, overeenkomstig afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), wordt eenieder in de gelegenheid gesteld zienswijzen in te dienen. Deze zienswijzen worden vervolgens betrokken in de vaststellingsfase. Het plan wordt uiteindelijk door de gemeenteraad (al dan niet gewijzigd) vastgesteld.

6.2 Economische uitvoerbaarheid en grondexploitatie

Grondexploitatieregeling

Door middel van de grondexploitatieregeling in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) beschikken gemeenten over mogelijkheden voor het verhalen van kosten. In dit geval is er gekozen voor het vaststellen van een exploitatieovereenkomst als bedoeld in de Grondexploitatiewet. Het vaststellen van een exploitatieplan door de gemeenteraad is niet meer nodig, omdat de kosten anderszins zijn verzekerd.

Financiële haalbaarheid

Bij dit planvoornemen gaat het om een initiatief van een particuliere partij. De initiatiefnemer financiert de ontwikkeling en alle werkzaamheden die daarbij van toepassing zijn. Daarbij horen onder meer ook de plankosten. Het planvoornemen is hierdoor economisch uitvoerbaar.