Plan: | Grasweg 31 Anna Paulowna |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1911.BPBG2006hz0014-va01 |
In de regels van dit bestemmingsplan wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Grasweg 31 Anna Paulowna met identificatienummer NL.IMRO.1911.BPBG2006hz0014-va01 van de gemeente Hollands Kroon;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen;
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een in de voorschriften aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
het legale gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is en/of bebouwing die op dat tijdstip aanwezig of in uitvoering is, krachtens een bouwvergunning/omgevingsvergunning voor het bouwen dan wel een vrijstelling op grond van de WRO, een ontheffing op basis van de Wro, of een afwijkingsprocedure op basis van de Wabo;
een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bestemmingsvlak;
een op de plankaart aangegeven vlak met eenzelfde bestemming;
aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen;
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
de teelt en vermeerdering van bloembollen in de volle grond;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een op de plankaart aangegeven vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid waarop gebouwen zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
een toets waarbij is onderzocht of op voorhand redelijkerwijs te verwachten is dat een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet, indien vereist, kan worden verleend;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gebouw dat dient ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit geluidhinder;
een inrichting bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;
een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk niet in gebouwen plaatsvindt;
een maximale waarde voor de geluidsbelasting die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit geluidhinder;
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden;
het bieden van zorg aan een ieder die geindiceerd is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk in gebouwen plaatsvindt;
voor verblijf geschikte – al dan niet aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken – voertuigen, vaartuigen, arken, toercaravans, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken, alsook tenten;
een toets waarbij is onderzocht of op voorhand redelijkerwijs te verwachten is dat een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998, indien vereist, zal worden verleend;
een inrichting, waarbij ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat dient voor het opslaan van mest, veevoeder, graan of andere bulkstoffen ten behoeve van het agrarisch bedrijf;
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw, of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die door de ligging, de situatie ter plaatse en/of de indeling van het gebouw als voorgevel moet worden aangemerkt;
de maximale waarde voor de geluidsbelasting zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit geluidhinder;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van kleine bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
van de horizontale snijlijn van elk dakvlak met elk daaronder gelegen buitenwerks gevelvlak of scheidsmuur tot aan het gemiddelde peil van het aansluitende afgewerkte bouwperceel;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, nederwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
De voor "Agrarisch - 2" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen, niet zijnde kassen ten behoeve van de uitoefening van agrarische bedrijven gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen ten behoeve van de uitoefening van agrarische bedrijven gelden de volgende bepalingen:
Weg | Minimale afstand voorgevel(s) vanuit wegas | Maximale afstand voorgevel(s) vanuit wegas | |
Grasweg | 22 m | 34,5 m |
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats van de bebouwing met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
Een omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend indien geen sprake is van onevenredige aantasting van:
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.4.1 bij omgevingsvergunning afwijken van:
Tot een gebruik in strijd met de bestemmingsomschrijving wordt in ieder geval aangemerkt:
Een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in de navolgende subleden, kan uitsluitend worden verleend, indien geen sprake is van een onevenredige aantasting van:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.6.1, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.5 voor het gebruik van woonunits als afhankelijke woonruimte, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.6.1, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.5 voor het gebruik van een deel van een bedrijfswoning dan wel de bedrijfsbebouwing ten behoeve van kleinschalige vormen van logies (zoals bed and breakfast), met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.6.1, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.5 ten behoeve van seizoenshuisvesting in bedrijfswoningen, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.6.1, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.5 ten behoeve van seizoenshuisvesting in woonunits/stacaravans, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.6.1, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.5 ten behoeve van seizoenshuisvesting in onderkomens, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.6.1, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.5 ten behoeve van seizoenshuisvesting in bedrijfsgebouwen, niet zijnde kassen, met dien verstande dat:
Het is verboden op de tot 'Agrarisch - 2' bestemde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning (voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De in lid 3.7.1 bedoelde omgevingsvergunning is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
De in lid 3.7.1 bedoelde omgevingsvergunning wordt slechts verleend, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en de verkeersveiligheid.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Een omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend indien geen sprake is van onevenredige aantasting van:
Het bevoegd gezag kan met inachtneming van het bepaalde in lid 5.1 bij omgevingsvergunning afwijken van:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan in die zin wijzigen dat:
Bij bouwen dan wel het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden binnen de bestemming 'Water' wordt de waterbeherende instantie om advies gevraagd. Er dient te worden voldaan aan de Keur van de waterbeherende instantie.
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige waard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Indien toepassing van het overgangsrecht voor bouwwerken of gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard jegens een of meer natuurlijke personen, kan bevoegd gezag ten behoeve van die persoon of personen dat overgangsrecht buiten toepassing laten.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Grasweg 31 Anna Paulowna