Plan: | Kerkplein 5a, Kockengen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1904.BPKerkplein5aKKG-VG01 |
Het “Streekplan Utrecht 2005-2015”, vastgesteld door Provinciale Staten op 13 december 2004, verwoordt het provinciale beleid voor wat betreft de ruimtelijke ordening van Utrecht. Het streekplan Utrecht is door de invoering van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening per 1 juli 2008 van rechtswege een structuurvisie geworden. Een van de hoofdbeleidslijnen uit het streekplan is 'zorgvuldig ruimtegebruik'. Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet de ruimte zorgvuldig benut worden. Bij nieuwbouw geeft de provincie voorkeur aan inbreiding en intensivering. In de kleine kernen gaat het hierbij met name om creatieve inbreiding om hiermee het landelijk gebied zo veel mogelijk open te houden. Er wordt gestreefd naar een zo compact mogelijke bebouwingskern die wordt begrensd door rode contouren.
Figuur 5. Rode contour
Om het Streekplan 2005-2015 na 1 juli 2008 slagvaardig te kunnen blijven toepassen hebben
Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht op 23 juni 2008 het Streekplan 2005-2015 beleidsneutraal omgezet naar een provinciale structuurvisie met behulp van de "Beleidslijn nieuwe Wro". Wanneer gesproken wordt over het Streekplan, bedoeld men het voormalig geldende streekplan. Samen met de handleiding bestemmingsplannen 2006, die overigens ook met behulp van de Uitvoering Beleidslijn nieuwe Wro beleidsneutraal is omgezet, vormt het Streekplan het beoordelingskader voor gemeentelijke ruimtelijke plannen in brede zin.
In de Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV), door Provinciale Staten van Utrecht vastgesteld op 21 september 2009, is opgenomen hoe in bestemmingsplannen omgegaan moet worden met het provinciaal belang. De PRV bevat instructienormen, die kaderstellend zijn voor het opstellen van bestemmingsplannen (bijvoorbeeld dat de waarden van natuur en landschap beschermd moeten worden, maar niet de wijze waarop). Doel van de verordening is om provinciale belangen op het gebied van ruimtelijke ordening te laten doorwerken naar het gemeentelijk niveau.
Het instrument van de provinciale verordening is weliswaar nieuw, maar het provinciale beleid is niet veranderd. De Provinciale Ruimtelijke Verordening vindt haar oorsprong dan ook in het Streekplan.
De provincie ziet inbreiding in de kleine kernen als een oplossing om het landelijk gebied zo onbebouwd mogelijk te houden. De nieuw te bouwen woning komt binnen de bebouwde kom en de rode contouren te staan. De ruimte binnen de bebouwde kom wordt hiermee zorgvuldig benut.