direct naar inhoud van Artikel 4 Waarde - Archeologie
Plan: Kerkplein 5a, Kockengen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1904.BPKerkplein5aKKG-VG01

Artikel 4 Waarde - Archeologie

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het herstel, het behoud en de ontwikkeling van de archeologische waarden.

4.2 Omgevingsvergunning voor uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.2.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren, over een oppervlakte van 50 m², zulks ongeacht het bepaalde bij de andere op deze gronden rustende bestemmingen:

  • a. het ontgronden, afgraven en/of anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur, dieper dan 0,3 m;
  • b. het graven van watergangen en waterpartijen;
  • c. het aanleggen van drainage;
  • d. het aanleggen van bovengrondse of ondergrondse leidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
4.2.2 Uitzonderingen

Het in sublid 4.2.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:

  • a. in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen, mits verricht door een ter zake deskundige;
  • c. waarmee op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan:
    • 1. is begonnen, voor zover daarvoor tot dat tijdstip geen omgevingsvergunning was vereist;
    • 2. is of mag worden begonnen krachtens een verleende omgevingsvergunning.
4.2.3 Voorwaarden

De vergunning kan slechts worden verleend indien:

  • a. de plaats waar werken en/of werkzaamheden zullen worden uitgevoerd voldoende archeologisch is onderzocht;
  • b. vaststaat dat geen onevenredige afbreuk aan de archeologische waarden wordt gedaan;
  • c. dan wel dat afdoende maatregelen zijn getroffen tot behoud of ontwikkeling van die waarden of de eventuele bodemvondsten naar elders zijn overgebracht.
4.2.4 Adviesprocedure

Burgemeester en wethouders winnen, indien zij advies nodig achten, alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen, advies in van een door hen aan te wijzen deskundige.