direct naar inhoud van Artikel 3 Wonen
Plan: Kerkplein 5a, Kockengen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1904.BPKerkplein5aKKG-VG01

Artikel 3 Wonen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. beroep aan huis;
  • c. tuinen en erven;

met de daarbij behorende:

  • d. hoofdgebouwen met bijbehorende bouwwerken;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. groenvoorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. het hoofdgebouw mag uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd op de hierna aangewezen wijze:
    bouwwijze:   ter plaatse van de aanduiding:  
    vrijstaand   'vrijstaand'  
  • c. de goothoogte van hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • d. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • e. de afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens of -grenzen, waar het hoofdgebouw niet aan een ander hoofdgebouw is aangebouwd, mag niet minder dan 3 m bedragen;
3.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. bijbehorende bouwwerken mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. aangebouwde bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend aan de achtergevel van het hoofdgebouw worden gebouwd;
  • c. de bouwhoogte van aangebouwd bijbehorend bouwwerk mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • d. de achterzijde van de aangebouwd bijbehorend bouwwerk mag niet meer dan 3 m achter de achtergevellijn van het hoofdgebouw liggen;
  • e. van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag de goothoogte niet meer bedragen dan 3 m en de bouwhoogte niet meer dan 5 m bedragen;
  • f. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken, buiten het bouwvlak, mag bij elk hoofdgebouw niet meer bedragen dan 1/3 van de gezamenlijke oppervlakte van de bij dat hoofdgebouw behorende gronden, buiten het bouwvlak, doch niet meer dan 40 m².
3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen voor zover gelegen voor de voorgevellijn maximaal 1 m mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van een vlaggenmast mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.
3.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent de plaatsing van bebouwing in verband met:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3.4 Specifieke gebruiksregels
3.4.1 Beroep aan huis

Voor beroepen aan huis gelden de volgende regels:

  • a. de woonfunctie dient als hoofdfunctie behouden te blijven;
  • b. het vloeroppervlak in gebruik voor kantoor- en/of praktijkruimte of de bedrijfsmatige activiteit mag niet groter zijn dan 30% van het bruto vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en erfbebouwing, met een maximum van 45 m²;
  • c. het mag geen horeca of detailhandel betreffen;
  • d. op de bij de betreffende woning behorende gronden mag geen buitenopslag van goederen plaatsvinden ten behoeve van het aan huis verbonden beroep en/of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • e. in de omgeving van de betreffende woning geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk optreedt, met dien verstande dat:
    • 1. het parkeren ten behoeve van de beroeps- en bedrijfsactiviteiten op eigen terrein dient plaats te vinden;
    • 2. behoudens in- en uitladen, geen beroeps- en bedrijfsactiviteiten in de openbare ruimte rond de betreffende woning plaatsvinden;
  • f. het beroep of de activiteit door de bewoner wordt uitgeoefend.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
3.5.1 Afwijken gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in artikel 3.4.1 onder b tot een maximaal brutovloeroppervlakte van 65 m², mits in de omgeving van de desbetreffende woning geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk optreedt, met dien verstande dat het parkeren ten behoeve van de beroepsactiviteiten en/of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten op eigen terrein dient plaats te vinden.