Plan: | Verblijfsrecreatieterrein Gageldijk 71 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1904.BPGageldijk71MVP-VG01 |
De voor 'Recreatie-3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
a. | op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat ondergronds bouwen niet is toegestaan en voorts, dat: | |||
b. | ten aanzien van gebouwen: | |||
1. | bedrijfsgebouwen (receptie en kantine) en recreatieverblijven worden gebouwd binnen het bestemmingsvlak; | |||
2. | het grondoppervlak van de bedrijfsgebouwen en de bedrijfswoning niet meer bedraagt dan 420 m²; | |||
3. | van de bedrijfsgebouwen ten hoogste één kantine mag worden gebouwd, waarvan de bedrijfsvloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 500 m²; | |||
4. | de goothoogte en bouwhoogte van bedrijfsgebouwen niet meer bedraagt dan respectievelijk 6 m en 10 m; | |||
5. | de grondoppervlakte van recreatieverblijven niet meer bedraagt dan 75 m²; | |||
6. | de goothoogte en bouwhoogte van recreatieverblijven niet meer bedraagt dan respectievelijk 3 m en 6 m; | |||
7. | het maximale aantal toegestane recreatieverblijven binnen het betreffende bestemmingsvlak bedraagt ten hoogste het met de maatvoeringaanduiding aangegeven aantal; | |||
8. | één (1) bijgebouw dan wel overkapping bij een recreatieverblijf mag worden opgericht waarvan de oppervlakte niet meer bedraagt dan 10 m² en de goothoogte niet meer dan 2,75 m; | |||
9. | de goothoogte en bouwhoogte van de bedrijfswoning niet meer bedraagt dan respectievelijk 6 m en 10 m; | |||
10. | voor de bouw van bedrijfswoningen de volgende voorwaarden gelden: | |||
• | de inhoud van de bedrijfswoning bedraagt niet meer dan 600 m³; | |||
en bovendien geldt dat: | ||||
• | bij iedere bedrijfswoning op het bijbehorende erf erfbebouwing mag worden opgericht, waarbij: | |||
- | de bouwwerken minimaal 1 m achter de voorgevelrooilijn van de bedrijfswoning worden geplaatst; | |||
- | de gezamenlijke grondoppervlakte van erfbebouwing niet meer bedraagt dan 50 m²; | |||
- | de hoogte van vrijstaande erfbebouwing niet meer bedraagt dan 5 m; | |||
- | de goothoogte van aangebouwde erfbebouwing ten hoogste gelijk is aan de hoogte van de eerste bouwlaag van de bedrijfswoning; | |||
c. | ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde: | |||
• | de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer bedraagt dan: | |||
- | 1 m op de gronden vóór de naar een openbare weg gekeerde gevel; | |||
- | 2 m op de overige gronden; | |||
- | de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer bedraagt dan 2,5 m en van een pergola 2,7 m. |
Onverminderd het bepaalde in Artikel 8 van deze regels is het in ieder geval verboden recreatieverblijven te gebruiken of te laten gebruiken voor permanente bewoning. Hieronder wordt tevens verstaan het gebruik van recreatieverblijven en kampeermiddelen door seizoensarbeiders.