direct naar inhoud van 3.4 Ecologie
Plan: Winkelcentrum Breust-Eijsden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1903.BPLKOM10002WIN-VG01

3.4 Ecologie

Wetgeving

Op 1 april 2002 is de Flora- en faunawet in werking getreden. Deze wet biedt het juridische kader voor de bescherming van dier- en plantensoorten. Indien in een gebied een ruimtelijke ontwikkeling plaatsvindt, dient van tevoren een inventarisatie plaats te vinden van de eventueel aanwezige beschermde soorten. Deze mogen onder meer niet gedood, verjaagd, gevangen of verontrust worden. Indien beschermde soorten op de projectlocatie aanwezig zijn, dient schade zoveel mogelijk voorkomen en beperkt te worden. In veel gevallen kan het plan overigens zo uitgevoerd worden, dat overtreding van de genoemde verbodsbepalingen niet aan de orde is.

Indien het niet mogelijk is om de werkzaamheden zodanig uit te voeren dat negatieve effecten op beschermde soorten kunnen worden voorkomen, dient een ontheffing te worden aangevraagd bij het Ministerie van LNV alvorens met de bouwwerkzaamheden kan worden gestart. Recent is de nieuwe AMvB artikel 75 in werking getreden, waardoor voor de algemene (beschermde) soorten niet langer een ontheffing nodig is. In het kader van de algemene zorgplicht zal voor deze soorten wel getracht moeten worden de schade zoveel mogelijk te beperken en te voorkomen.

Plangebied

Voor het plangebied geldt dat er sprake is van de herontwikkeling van een reeds bestaande situatie. Sloop van de bestaande bebouwing heeft inmiddels plaatsgevonden. Voorafgaande aan de sloop van de bebouwing heeft ecologisch onderzoek plaatsgevonden.

Inmiddels is echter alle bestaande bebouwing sloopt en aanwezige beplanting verwijderd. In verband hiermee en gelet op de grote hoeveelheid verharding rond de locatie én het voormalige intensieve gebruik van het gebied, zijn er dan ook geen beschermde natuurwaarden te verwachten.

Het plangebied vormt in de huidige situatie, waarbij geschikte habitats ontbreken, geen goed leefgebied voor beschermde planten en dieren. Het plangebied zal alleen sporadisch gebruikt worden door kleine zoogdieren zoals enkele muizensoorten. De onderzoekslocatie vormt, aangezien er nauwelijks nog bomen voorkomen, geen geschikte broedbiotoop voor Rode Lijst broedvogels, maar kan wel fungeren als broedbiotoop voor algemeen voorkomende vogelsoorten zoals Merel, Koolmees en Hout-duif.